Cultuur & boeken

Protestanten hebben zo hun eigen beelden

Titel:

3 December 2003 16:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:46

”Materieel christendom. Religie en materiële cultuur in West-Europa”
Auteur: Arie L. Molendijk (red.)
Uitgeverij: Verloren, Hilversum, 2003
ISBN 90 6550 746 9
Pagina’s: 320
Prijs: € 27,-. De zestiende-eeuwse Reformatie zuiverde de kerk van beeldendienst, afgoderij met hout en steen. De heiligen werden de laan uitgestuurd, de hele santenkraam van relieken en rozenkransen afgeschaft. Godsdienst werd weer een zaak van het hart.

Zo wil het de populaire voorstelling. Maar was dat wel zo? Luther en Calvijn schaften de heiligenverering niet geheel af; zij keerden zich slechts tegen hun bemiddeling tussen hemel en aarde. In Genève gingen de beelden en de afbeeldingen de kerk uit; die behoorden niet aanbeden te worden. Maar Calvijn was niet principieel tegen beeldhouwkunst; alleen God mocht niet worden afgebeeld.

Godsdienst was ook in de late Middeleeuwen een zaak van het hart geweest. Dat vond zijn uitdrukking in een bont mozaïek aan materiële objecten. Het protestantisme als religie van het Woord heeft terecht met veel van die franje afgerekend. Evenwel heeft het zelf een eigen repertoire aan materiële uitdrukkingsvormen aangewend om in dit aardse leven, dat nu eenmaal materieel is, de goede boodschap te verkondigen. Het Woord stond centraal: dat werd materieel vormgegeven door zijn plaats op de kansel. Daaromheen hebben zich allerlei praktijken ontwikkeld, waarvan ”bibliomantie” er slechts één is.

Aan deze bibliomantie heeft F. A. van Lieburg een intrigerende bijdrage geleverd in de bundel ”Materieel christendom”. Het verschijnsel komt kort gezegd hierop neer: als je in geestelijke of aardse nood verkeert, sla je de Bijbel op een willekeurige bladzijde open en lees je de tekst waar het eerste je oog op valt. Dat is een boodschap die betekenis heeft. De praktijk is door diverse ’groten’ uit de kerkgeschiedenis toegepast en komt in alle tijden voor; het is zelfs een wijze van omgang met het boek die niet beperkt is tot het christendom alleen.

Nu hoeft een dergelijke ’magische’ praktijk niet direct veroordeeld te worden omdat islamieten hetzelfde doen. Het gaat immers om de boodschap. Maar veelzeggend is zo’n constatering toch wel. Dat ook het protestantisme een godsdienst is die qua uiterlijke vormgeving met handen en voeten aan de materie gebonden is, maken de bijdragen van Arie L. Molendijk en Jacques Dane aan deze bundel ook wel duidelijk.

Bibliomantie is natuurlijk een in het oog lopende praktijk als het over de omgang met het Wood gaat. Er zijn en waren daarnaast vele andere, minder ’magische’ vormen van omgaan met de Bijbel, die het protestantisme aan materiële cultuur verbindt. Denk alleen maar aan de driejaarlijkse inspectie van de originele handschriften van de Statenvertaling. Vertegenwoordigers van de provinciale synodes en de Staten-Generaal waakten op deze wijze tussen 1641 en 1800 over de bewaring van het origineel; dit materiële object had dus grote betekenis.

Denk bijvoorbeeld ook aan de omgang met de privé-Bijbel. Het eerste wat de godsdienstdocent ons op de middelbare school bijbracht, was eerbied voor het Boek: neem een voorbeeld aan de islamieten, zo zei hij, die leggen nooit iets op de koran. En wat doen wij als een Bijbel compleet stukgelezen is? Lang niet iedereen durft hem bij het oud papier te doen. Sommigen laten het gehavende boek tot in lengte van jaren in de kast liggen. Anderen opperen de suggestie om losse bijbelbladzijden als evangelisatiemiddel te gebruiken.

Vorm en inhoud hangen dus nauw samen. In de protestantse omgang met de Bijbel weekt de inhoud zich soms los van de vorm; dat zien we bijvoorbeeld in de scheurkalenderverhalen over de gebakken dan wel de onverbrande Bijbel. Het gaat hier om wonderlijke verhalen over de Bijbel als materieel object in tijden van geloofsvervolging.

”Materieel christendom” heeft nog veel meer te bieden. Ik noem alleen nog de bijdrage van Joke Spaans over het religieuze accessoire. Spaans wijst onder meer op het hugenotenkruisje, het ichtusvisje achter op de auto en de in Amerika wijdverbreide tatoeage van christelijke motieven.

Het christendom, het protestantisme niet uitgezonderd, gaat over geest met gebruikmaking van materie. Theologen moeten die spanningsvolle relatie maar eens op formule brengen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer