Camps: Nu nadenken over economische hervormingen van morgen
DEN HAAG (ANP). De economische situatie van nu mag de blik op de toekomst niet in de weg staan. Het is van belang te blijven nadenken over de hervormingen van morgen, stelt Maarten Camps, de hoogste ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken, vrijdag in het traditionele nieuwjaarsartikel in het economenblad ESB.
Volgens Camps worden noodzakelijke hervormingen als het beperken van de hypotheekrenteaftrek, vaak te lang vooruitgeschoven. Maar in een continue veranderende wereld kan beleid nooit stilstaan, stelt hij.
In zijn ESB-artikel geeft hij aan dat er op het gebied van wonen, werken en pensioen al fikse stappen zijn gezet, maar dat dit op meer terreinen zal moeten. De discussies over veranderingen op de arbeidsmarkt vanwege het toenemende aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en het verduurzamen van de energievoorziening na 2023 als het energieakkoord afloopt, krijgen als het aan Camps ligt dan ook zo snel mogelijk vorm.
Het aantal zzp’ers groeide de afgelopen 10 jaar met gemiddeld 25.000 per jaar en die stijging zet naar verwachting door. Camps: „De grootste groei zal plaatsvinden door zelfstandigen die werkzaamheden verrichten die normaliter overwegend in dienstverband worden gedaan. De scheidslijn tussen ondernemerschap en werknemerschap wordt daarmee steeds meer fluïde.”
Daarom moet minder vanuit de bestaande verhouding werkgever-werknemer worden gekeken naar afspraken over pensioen en arbeidsongeschiktheid, vindt Camps. Hij wil dat wordt nagedacht over een basisvoorziening „voor arbeidsongeschiktheid en pensioen waarin de werkende centraal staat”. De overheid zou hiervoor het initiatief moeten nemen.
Voor zo’n basisvoorziening is een omslag in denken nodig, schrijft hij. „De arbeidsmarkt van de toekomst vereist een stelsel dat mobiliteit niet belemmert maar bevordert en waarin ruimte is voor enige keuzevrijheid. Dat betekent ook dat de bestaande niveaus van collectiviteit, solidariteit en risicodeling ter discussie kunnen komen te staan.”