Het expertisecentrum gaat onderzoek doen naar het surfgedrag van jongeren, zodat de Kinderconsument kinderen en ouders beter kan voorlichten.„Steekproeven laten zien dat een schrikbarend hoog aantal jongeren negatieve ervaringen heeft met internet", zegt Delver. Veel kinderen zeggen dat ze regelmatig ongevraagd vervelende foto’s en plaatjes te zien krijgen of tegen hun wil in contact komen met onbekende chatters. „Ons doel is te onderzoeken wat er nu precies aan de hand is, omdat hier nauwelijks gegevens over zijn", aldus de directeur.

Via het centrum wil de Kinderconsument in begrijpelijke taal voorlichting geven aan ouders en kinderen die via de telefoon of per mail vragen over internet stellen. „Tot nu toe is dat nog niet mogelijk in Nederland", aldus Delver. „Kinderen met problemen kunnen de Kindertelefoon bellen, maar de hulpverleners die hen te woord staan, weten weinig over internet. Internetproviders kunnen ons alles over zaken als firewalls en programma’s vertellen, maar voorlichting in begrijpelijke taal zit er niet in."

De Kinderconsument wil met providers en eigenaren van chatboxen afspraken maken over maatregelen die ze op hun websites kunnen nemen om jongeren tegen kwaadwillende chatters te beschermen. Zo is de organisatie voorstander van een soort noodknop op websites. Kinderen kunnen die indrukken, als ze lastig worden gevallen. De aanbieder kan dan nagaan van wie de belastende mail afkomstig is.

De Nederlandse Vereniging van Internet Providers (NLIP) wil samen met onder meer de Kinderconsument en de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs basisscholen een lespakket over veilig internet aanbieden. „De kinderen zouden dan een soort verkeersexamen voor de digitale snelweg kunnen afleggen zodat ze weten waarop ze tijdens het surfen moeten letten", aldus een woordvoerder. In februari begint op drie basisscholen in Noord–Holland een proef met dit lespakket.

Kinderconsument heeft het ministerie van Economische Zaken om een subsidie gevraagd om het expertisecentrum op te zetten. Maar ook zonder toelage van het Rijk begint het centrum al in januari met zijn werkzaamheden. Delver: „Als we geen geld van de overheid krijgen, beginnen we op kleinere schaal. Dan schrappen we bijvoorbeeld voorlopig de mogelijkheid om telefonisch inlichtingen bij ons in te winnen en zorgen we ervoor dat dit alleen per mail kan. Maar het centrum begint hoe dan ook op 1 januari."