Koopkracht
De inkomenspositie van chronisch zieken en gehandicapten vormt op dit moment een actueel thema in de Haagse politiek. Een deel van deze mensen dreigt er door het totale effect van allerlei maatregelen flink op achteruit te gaan. En dat ligt politiek altijd gevoelig.Dat er een eind gekomen is aan de forse welvaartsgroei uit de jaren negentig was bij het aantreden van het huidige kabinet wel duidelijk. Mensen mochten blij zijn wanneer ze hun bestedingsruimte op peil konden houden. Velen zouden er wat op achteruit gaan, maar volgens de premier zou dat beperkt blijven tot een achteruitgang van 1 procent.
Bij allerlei beweringen over de koopkrachtontwikkeling is het echter wel de vraag wat men meetelt en hoeveel subgroepen men uitsplitst. Ieder huishouden heeft uiteindelijk te maken met zijn eigen specifieke omstandigheden. Door allerlei oorzaken kunnen die omstandigheden behoorlijk afwijken van het gemiddelde in de groep waartoe men gerekend wordt. In positieve maar ook in negatieve zin.
Niet alle gevallen van inkomensachteruitgang en koopkrachtverslechtering kan de overheid oplossen, zoals het ook niet gewenst is dat alle voordeeltjes meteen worden afgeroomd en wegbelast. Als de overheid de inkomenspositie van deze groepen volstrekt wil beheersen, dan leidt dat tot een oerwoud van regels, vergoedingen, subsidies en aftrekposten waar niemand meer een goed overzicht over heeft. De betrokkenen niet, de uitvoerende ambtenaren niet en de verantwoordelijke minister en de kamerleden nog veel minder.
Dat is de laatste dagen wel gebleken. Vorige maand genomen fiscale maatregelen met betrekking tot de thuiszorg worden nu weer betreurd omdat ze anders uitpakken dan men gedacht had. Vandaar dat in Den Haag koortsachtig gezocht wordt naar reparatiemogelijkheden.
Nu is het ongetwijfeld zo dat er in Nederland veel gedaan wordt voor chronisch zieken en gehandicapten. Zowel op het punt van hun inkomenspositie als ten aanzien van de medische voorzieningen die voor hen beschikbaar zijn. Er zijn maar weinig landen in de wereld waar je als gehandicapte of chronisch zieke beter kunt zijn dan hier.
In het geval de overheid moet bezuinigen, kunnen ook deze groepen niet ontzien worden. Temeer daar de kosten van de gezondheidszorg een explosieve stijging vertonen. Maar er zijn natuurlijk grenzen. Wie over een krappe beurs beschikt, komt gemakkelijk in de problemen wanneer hij er ettelijke procenten op achteruitgaat.
Minister De Geus vindt een verlies van 4 à 5 procent nog aanvaardbaar. Daarmee zit hij wel aan de hoge kant. In ieder geval moet het daar niet bovenuit gaan.
Nu geldt ongetwijfeld dat de een verstandiger met geld omgaat dan de ander en de een is ook geneigd hogere eisen te stellen aan zijn woon- en leefomstandigheden dan de ander. Dat is niet allemaal te compenseren door de overheid. Maar de inkomenspositie van gehandicapten en chronisch zieken moet wel globaal in de gaten gehouden worden. Al te grote lastenverzwaring kan men daar nu eenmaal niet hebben.