Zangeres Reinata Heemskerk: Ik houd niet van kapsones
In een korte serie blikken musici die in de tweede helft van de vorige eeuw in christelijke kring bekendheid genoten terug. Vandaag de alt Reinata Heemskerk.
Ze zong voor volle kerken en concertzalen, voor de koninklijke familie, maakte een tournee langs de Waddeneilanden én reisde de wereld rond. Reinata Heemskerk was in de tweede helft van de vorige eeuw een bekende alt in christelijke kring. Na vijftien jaar stilzwijgen trad ze vorige week weer voor het eerst in het openbaar op. „Meer concerten? O nee, dat laat ik aan de jonkies over.”
Ze had het nooit verwacht: dat ze op haar leeftijd –„nee, die komt niet in de krant”– nog solo zou zingen op een concert. „Ik ben erin getrapt, nou ja: ingestapt. Een dirigent op Goeree-Overflakkee, Kees Villerius, begeleidt altijd mijn koor op de piano in Stad aan ’t Haringvliet. Hij vroeg mij een keer solo te zingen bij zijn koor. Dat verzoek wilde ik niet weigeren. Het is zó’n aardige man.” Met een brede lach: „Maar ik heb hem onder uit de zak gegeven dat hij dit heeft doorgespeeld aan de krant.”
Of ze tevreden is over haar optreden? „O nee, tevreden ben ik nooit over mezelf, maar het was erg leuk om te doen. Het voelde alsof ik in ere werd hersteld. Maar na vijftien jaar niet zingen ben je toch wel een hoop techniek kwijt, hoor. En dan die reacties, hè? Veel mensen zeiden: Ga je weer beginnen? Wat leuk!”
Een gesprek met Reinata Heemskerk doet het verleden herleven. Klinkende namen komen voorbij: Arie Pronk, Jan van Weelden, ds. Glashouwer, majoor Bosshardt, Klaas Jan Mulder, Pieter Stolk, Nel Benschop, Sipke van der Land. Maar eerst wil ze iets onthullen. Over haar eigen naam. „Ik heet helemaal geen Reinata. Mijn meisjesnaam is Adriana van Helden. Toen ik concerten ging geven, wilde ik een ”Bühnenaam”, want Adriana vond ik niks. Mijn eerste man heette Reindert Heemskerk. Iemand zei: Waarom maak je niet een combinatie van Reindert en Adriana? Zo is Reinata Heemskerk ontstaan.”
De destijds blonde, inmiddels grijze alt –maar nog steeds met krullen– volgde een professionele zangopleiding bij Jo Bollekamp aan het conservatorium in Rotterdam. „In mijn geboorteplaats, natuurlijk. Ik ben een echte Rotterdamse. Mijn ouders woonden in dezelfde straat als Johannes de Heer. Je weet wel: van de bundel. Dat ik nu in Ooltgensplaat woon, komt door mijn tweede man. Hij is hier opgegroeid. Op de stee, de boerderij. Mensen begrepen er niks van dat ik ging verhuizen. M’n drie kinderen ook niet. Ze riepen: Mam, weet waar je aan begint! Nou, de mensen zijn aardig hier, maar ik blijf een buitenstaander.”
Promotie
Al tijdens haar studie trad Heemskerk veelvuldig op. „Ik heb nooit te klagen gehad over werk. Vanwege mijn klassieke opleiding werd ik gevraagd als soliste voor de Passionen van Bach, de Messiah van Händel. Daarnaast zong ik graag het eenvoudige geestelijke lied. Het was de tijd dat de Evangelische Omroep opkwam. Ik ging soms drie keer per week het land in voor promotieconcerten. Maar ik zong ook veel voor Zending zonder grenzen. Met Sipke van der Land en Nel Benschop bezocht ik alle Waddeneilanden voor een concerttoer. Twintig jaar deed ik mee aan de reeks kerstconcerten in De Doelen met Deo Cantemus onder leiding van Arie Pronk. Altijd was de zaal uitverkocht.”
Ook in het buitenland raakte Heemskerk bekend. „Ik ben in Canada geweest, Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland, Israël. Met The Dutch Seven, een groep van zeven muzikanten, zongen en speelden we voor Nederlandse emigranten. Met Arie Pronk was ik in Engeland. Wat vrijwel geen enkel Nederlands koor toen lukte, was zingen in de Royal Albert Hall en de St Paul’s Cathedral. Arie lukte het wel en ik mocht meedoen.”
Bijzondere herinneringen heeft Heemskerk aan het lied ”Ik leg de namen van mijn kind’ren in Uw handen”. „De woorden zijn van Geeske Wiersma. Pieter Stolk maakte er muziek bij en voegde ”Zegen ons Algoede” eraan toe. Ik heb het lied wel 3000 keer gezongen. Overal werd ernaar gevraagd.”
Onvergetelijk was haar optreden voor de koninklijke familie. „Het was in Ede, bij een jubileum van de Johanniter Orde. Prins Bernhard was er lid van. Ook Juliana en de kinderen waren er. Ik was gekleed in een witte jurk met een zwarte cape. Laat die zwarte cape nu bij de outfit van de Johanniter Orde horen! Bernhard had slaap, hij kon z’n ogen bijna niet openhouden. Ik zag dat en stak m’n duim naar hem op ter bemoediging. Na afloop moest ik bij hem komen. Hij zei: Bedankt, je hebt me gered.”
Gouden platen
Aan talloos veel lp’s werkte Heemskerk mee. Samen met koren, maar ook solistisch. De verkoop ervan liep steevast goed. „Ik heb er drie gouden platen voor gekregen. Sommige lp’s zijn later opnieuw uitgebracht als cd.” Of ze nog weleens oude opnames van zichzelf beluistert? „Zelden. Als ik het doe, mankeert er altijd wat aan. Dan zeg ik tegen mezelf: Waarom heb je dat eigenlijk zo gezongen? Het is geweest, voorbij.”
Heemskerk, die met haar man kerkt in de Gereformeerde Bondsgemeente in Ooltgensplaat, ziet met genoegen terug op haar zangcarrière. „Ik heb een mooi leven gehad, zo veel zegen van Boven gekregen. Ik heb het allemaal mógen doen; heb nooit hoeven afbellen wegens ziekte. Het kon ook allemaal, ondanks dat ik een gezin met drie kinderen had en een man met een drukke baan. Soms bleef ik overnachten in het land, bijvoorbeeld als ik meer concerten achter elkaar in het noorden moest geven. Dan had ik thuis een oppas die bleef slapen.”
Opscheppen over haar prestaties, daar houdt Heemskerk niet van. „Mijn eerste man, hij overleed toen ik 58 was, zei altijd: Je kunt zingen wat je wilt, maar je blijft gewoon doen. Geen kapsones.” Lachend: „Ik ben ook nooit rijk geworden van het zingen. In de kerk moet altijd alles voor niks.”
Vervelende ervaringen zijn Heemskerk niet bespaard gebleven. „Er werd over mij geroddeld. Ja, ook door mensen met wie ik veel samenwerkte. Er zou wat met mijn huwelijk zijn, met mijn gezin, omdat ik zo druk was. Er was helemaal niets van waar. Klaas Jan Mulder zei tegen me: Je moet net doen of je gek bent. Ik heb de mensen er persoonlijk op aangesproken. Toen was het over.” De zangeres valt even stil. „Weet je, ik kan daar helemaal niet tegen; dat roddelen en liegen. Maar de mens is ertoe geneigd.”
Vijftien jaar geleden moest Heemskerk stoppen met zingen. „Ik kreeg een schildklierziekte en kon mijn stem niet meer vertrouwen. Die kan sinds die tijd zomaar ineens wegvallen. Het is ook gebeurd tijdens een concert. Best vervelend. Aan de andere kant denk ik: Als iemand in de kerk het beter kan, moet-ie maar opstaan.”
Hoe de zangeres zichzelf typeert? „Ik houd van mensen; ben ook een beetje een flapuit. Ik moet vaker eerst tot tien tellen.” Bij het afscheid: „Heb een goede kerstmaand, want Christus is geboren.”