Koninklijk Huis

Toespraak koning vooral over verbinding, minder over Kerstboodschap

Verbindingen tussen mensen kunnen de samenleving veel goed doen. Dat was de centrale boodschap van de eerste kersttoespraak van koning Willem-Alexander op eerste kerstdag. De koning vroeg in zijn toespraak vooral aandacht voor het horizontale: hoe kunnen mensen wat betekenen voor andere mensen.

25 December 2013 14:05Gewijzigd op 15 November 2020 07:54
Verbindingen tussen mensen kunnen de samenleving veel goed doen. Dat was de centrale boodschap van de eerste kersttoespraak van koning Willem-Alexander. beeld ANP
Verbindingen tussen mensen kunnen de samenleving veel goed doen. Dat was de centrale boodschap van de eerste kersttoespraak van koning Willem-Alexander. beeld ANP

De koning noemde het Kerstevangelie wel, maar koos daarvoor minder Bijbelse woorden dan zijn moeder. De koning sprak over Kerst als „feest van het licht”, „rustpunt” en „moment voor bezinning.” Ook sprak de koning over Kerst als „een boodschap van hoop en van licht in de donkerste dagen”, met daarachter direct zijn uitleg: „het leven doet ertoe; wij samen doen ertoe.” En hij zei dat het „kerstverhaal” een boodschap bevat die mensen van allerlei „geloof en levensovertuiging” aanspreekt.

De koning wees niet op Christus als de geboren Zaligmaker. De naam van Jezus bleef ongenoemd. Koningin Beatrix wees soms –maar ook niet altijd– concreter naar Hem.

Met te spreken over het kerstverhaal lijkt de koning aan te sluiten bij zijn leermeester ds. Carel ter Linden die de Bijbel ook als een inspirerend verhalenboek ziet.

De koning liet het overlijden van zijn broer, prins Friso, liggen, maar sprak wel in het algemeen over het verlies van een dierbare en dat de pijn daarvan in deze dagen extra scherp wordt gevoeld.

Wel waren er hartelijke woorden voor zijn tante en oom, prinses Margriet en prof. mr. Pieter van Vollenhoven, die hij bedankte voor hun inzet in de achterliggende 33 jaar. Maakte hij daarmee iets goed, wat hij in de achterliggende maanden niet nadrukkelijk had gedaan?

De koning blikte kort terug op 30 april als een „onvergetelijke” dag.

De koning sprak niet vanachter een bureau, zoals zijn moeder deed, maar zittend in een fauteuil bij een open haard op De Eikenhorst in Wassenaar, omringd door schilderijen van zijn dochters en foto’s van zijn ouders en koningin Máxima.

De toespraak van de koning was minder abstract dan die van zijn moeder. Al koos hij op punten die gevoelig zouden kunnen liggen net als koningin Beatrix wel voor algemene bewoordingen, zoals in de zin: „We horen woorden van haat die van generatie op generatie worden doorgegeven, waardoor verzoenende geluiden van goedwillenden geen kans lijken te krijgen.” Doelde de koning op de extremistische islam of dichter bij huis op Wilders en de zijnen?

In aansluiting op het pleidooi voor een participatiesamenleving wees de koning opnieuw op het belang van het deelnemen aan netwerken: dichtbij zoals van familie, vrienden en collega’s, mantelzorgers, buddy’s, vrijwilligers, maar ook verder weg: buurt, wijk, stad, straat of in het leger. Daarin ligt volgens de koning uiteindelijk de basis voor „vrede op aarde”: „Ieder kan –op zijn of haar eigen manier– aan die vrede bijdragen door verbindingen te zoeken. Dat vraagt soms een beetje moed en zelfoverwinning.” De aandacht voor dit thema komt mede voort uit het enthousiasme van de koning en koningin voor het werk van het Oranjefonds.

Door aandacht te vragen voor mensen die het moeilijk hebben als gevolg van de economische crisis en/of werkloosheid haalde hij ook die groep naar zich toe. Hetzelfde deed hij met het noemen van al die Nederlanders die op Kerst moeten werken, in Nederland of daarbuiten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer