Ds. Batenburg heeft in de kerstnachtdienst een boodschap voor heel Gouda
Een beetje spannend vindt hij het wel. Vanavond preekt ds. Marco Batenburg tijdens de kerstnachtdienst in de Sint-Janskerk in Gouda. Hij dient de gemeente, die in het langste bedehuis van Nederland samenkomt, sinds september. Anders dan op zondag bestaat zijn gehoor vanavond voor een groot deel uit mensen die geen regelmatige kerkganger zijn.
Het wordt voor ds. Batenburg de eerste keer dat hij in Gouda voorgaat tijdens de kerstnachtdienst. Toen de predikant in september intrede deed in de hervormde Sint-Jansgemeente, was het thema voor deze samenkomst al bekend. „Een voorbereidingscommissie werkt ieder jaar uit hoe deze dienst wordt vormgegeven. Deze commissie maakt deel uit van een missionair team, dat ook beleidsmatig nadenkt over de presentie van de kerk.”
De uitgebreide voorbereiding heeft alles te maken met het bijzondere karakter van de kerstnachtdienst, aldus de Goudse predikant. „Een groot deel van de kerkgangers tijdens de dienst is geen regelmatige bezoeker van de zondagse erediensten. Daar proberen we nadrukkelijk rekening mee te houden, bijvoorbeeld door het kiezen van een aansprekend thema. Dit jaar is dat ”Het hart van alle dingen”, de titel van een roman die dit najaar verscheen.”
De laatste jaren worden er op kerstavond twee diensten gehouden in de Sint-Janskerk. Door verscherpte brandveiligheidseisen is het maximum aantal bezoekers per dienst gesteld op 2000. In het koor van het bedehuis mogen daarom geen mensen zitten. Ds. Batenburg: „Vanwege de grote belangstelling wordt er daarom niet alleen om 21.30 uur een dienst gehouden, maar ook al om 19.00 uur. Die samenkomst is speciaal gericht op gezinnen. De vroege samenkomst wordt geleid door missionair ouderling Gerard Bijkerk, zelf ga ik in de tweede dienst voor.”
Wat wordt het karakter van deze dienst?
„Dat van een echte kerkdienst. We maken een welbewuste keuze om een stuk continuïteit te bieden. Het moet niet zo zijn dat bezoekers die besluiten om de volgende zondag naar de kerk te gaan, zich daar verwonderd afvragen hoe het kan dat deze dienst een totaal ander karakter heeft dan de kerstnachtdienst.”
Op welke manier wordt gepoogd de Bijbelse boodschap over te brengen?
„In de dienst zoeken we instapmomenten: onderdelen van de liturgie die herkenbaar zijn voor mensen die minder vertrouwd zijn met kerk en geloof. We zingen bijvoorbeeld veel klassieke kerstliederen, in tegenstelling tot in de gewone dienst, waarin we overwegend psalmen zingen. Ook worden er meer instrumenten dan alleen het orgel gebruikt.”
Instapmomenten, hoe zorgt een predikant ervoor dat die in zijn preek verwerkt zijn?
„Ik denk veel na over de vraag waar het Bijbelgedeelte aansluit bij mijn leven en dat van de hoorders. Het is mijn overtuiging dat het Evangelie betekenis heeft in deze tijd.”
Wanneer bent u begonnen met het voorbereiden van de dienst?
„Een week of zes geleden. Ik heb gekozen voor de geschiedenis van de wijzen uit het Oosten, naar aanleiding van Mattheüs 2. In de voorbereidingscommissie hebben we daarbij liederen uitgezocht. Vorige week heb ik de hoofdlijn van de preek rondgestuurd aan de commissie. De feedback van de meelezers vind ik waardevol. Door de lange voorbereidingsperiode draag je bovendien een Bijbelgedeelte langer met je mee. Daardoor kom je soms ook in de loop van de tijd op nieuwe ideeën.”
Is die werkwijze anders dan bij eerdere kerstdiensten die u leidde?
„Er zijn veel overeenkomsten. In mijn vorige gemeente, Waddinxveen, worden er op kerstavond twee samenkomsten georganiseerd door samenwerkende kerken. Deze bijeenkomsten vinden plaats in een sporthal. Ook daar bereidden we het thema voor met een groep mensen. Vaak begonnen we dan al midden in de zomer na te denken over de invulling ervan. Net als nu in Gouda is er ook daar een grote diversiteit onder de bezoekers van de samenkomsten.”
Wat is de meerwaarde van het voorbespreken van de preek?
„Ik heb het in Gouda eerder gedaan, bijvoorbeeld met deelnemers aan de voortgezette Alphacursus. Met hen heb ik een keer een Bijbelgedeelte gelezen dat ’s zondags in de preek aan de orde zou komen. Mensen die minder bekend zijn met de Bijbel stellen bovendien soms boeiende vragen bij teksten die bekend lijken. Het mes snijdt aan twee kanten: het helpt mij en hen. Dat geldt ook nu bij de voorbereiding van de kerstnachtdienst. De preek wordt er hopelijk alleen maar beter van.”
Hoe zorgt u ervoor dat u in de preek zowel de trouwe kerkganger bereikt als degenen die maar zelden een bedehuis vanbinnen zien?
„Ik herken het gevaar dat je in zo’n dienst een tweedeling krijgt. Ik wil ervoor waken dat ik de mensen aanspreek op een toon van: jullie komen nu wel, maar de rest van het jaar niet. Dat heeft te maken met de kern van het Evangelie. Jezus kwam zowel voor kerkgangers als niet-kerkgangers. Trouwe kerkgangers hebben geen streepje voor. Ik hoop dat alle bezoekers iets van de vreugde van Zijn komst ervaren.”
Jezus riep Zijn hoorders op tot bekering. Hoe gaat u daarmee om in de preek tijdens de kerstnachtdienst?
„In de geschiedenis van de wijzen uit het Oosten lees ik dat de wijzen gestoord worden in hun werkzaamheden. Door God. Ze komen uiteindelijk bij het Kind terecht, voor Wie ze in aanbidding neervallen. Mijn verlangen is dat mensen ook gestoord worden in hun bestaan. Het is mijn gebed dat dat ook gebeurt in de dienst. Ik kan mensen niet bekeren of tot Christus brengen. Ik kan wel vertellen over wie Hij is. Luther zei: God is kind geworden zodat iedereen bij Hem kan komen.”
Wat betekent dat concreet?
„Dat je alles van jezelf moet achterlaten. Ik denk erover om een stuk voor te lezen uit een gedicht van T. S. Eliot over de wijzen, dat in het Nederlands is vertaald door Martinus Nijhoff. Daarin staat de zinsnede:
Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken/ maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde/ tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen.
Dat is wat het Evangelie doet: het zet je leven op de kop. Het is een struikelblok, het heeft een kant die haakt en pijn doet. Het Evangelie is een zaak van vreugde én iets wat je leven totaal verandert. Maar Christus kennen maakt het verschil. Hij is het hart van alle dingen. Het vraagt voorzichtigheid om in diepe ernst die boodschap te brengen. Bij Christus kennen of niet kennen valt een diepe scheiding. Dat zal ik niet verzwijgen.”
Toch beschouwt menig Gouwenaar de kerstnachtdienst misschien als iets wat thuishoort in het rijtje kerstboom-kaarsjesavond-kerstdiner.
„Klopt. Maar dat is niet vreemd. De kerk staat midden in de samenleving. Letterlijk en figuurlijk. Bezoekers van de zondagse diensten moeten zich nu soms al door het winkelend publiek een weg banen naar de kerk. We proberen als kerk present te zijn bij een initiatief zoals Kaarsjesavond, twee weken voor Kerst, waarbij de historische binnenstad sfeervol is verlicht. Op de met kaarsen verlichte Markt leest de burgemeester het kerstevangelie voor, mensen kunnen aansluitend de Sint-Janskerk bezoeken.
Dit jaar is daar door onze gemeente een zogeheten kerstlabyrint uitgezet. Dat is een route waarop je kennismaakt met verschillende onderdelen van het kerstevangelie. We hebben gidsjes gemaakt in verschillende talen om de boodschap van Kerst over te brengen. Aan het einde van de route is er gelegenheid voor mensen om even rustig kunnen zitten en alles op zich te laten inwerken. Bovendien attenderen we hen op onze diensten, in de hoop dat we hen opnieuw in de kerk mogen ontmoeten.”
Is er na de kerstnachtdienst nazorg beschikbaar voor mensen die daaraan behoefte hebben?
„Ja, zowel voor als na de dienst willen we mensen laten merken dat ze welkom zijn. De vrijwilligers die meehelpen proberen contact te hebben met iedereen die binnenkomt. Mensen worden aangesproken, ze krijgen een liturgie en we maken hen wegwijs. Na de dienst is er gelegenheid om door te spreken over het gehoorde en om samen te bidden. Ik hoop ook in de kerk te blijven en ben beschikbaar voor gesprek. Dat is niet iets wat typisch is voor de kerstnachtdienst. Ook op zondagen zijn die mogelijkheden er.”
Uit het overzicht van kerstnachtdiensten op de site kerktijden.nl blijkt dat relatief weinig Gereformeerde Bondspredikanten deze diensten leiden. Hebt u daarvoor een verklaring?
„Ik vind het moeilijk om dat te overzien. Hier in Gouda was het voorheen zo dat de wijkgemeenten roulerend de kerstnachtdienst organiseerden. De laatste jaren ligt de verantwoordelijkheid bij de wijkgemeenten van de Sint-Janskerk. Dat is de reden dat ik nu voorga.”
U bent tweede voorzitter van de IZB, een organisatie die zich richt op zending in Nederland. Is het vanuit uw betrokkenheid daarbij speciaal om voor een breed publiek het Evangelie te brengen?
„Voor de IZB ben ik bestuurlijk bezig, maar ik probeer het verlangen dat mensen tot het heil in Christus komen ook te vertalen naar mijn werk als gemeentepredikant. Ik voel daarbij enerzijds een stuk spanning, tegelijk kan ik het ook loslaten. De woorden van God hebben in zichzelf kracht. Gods Geest doet het. Het is spanning en ontspanning. Het mooie overheerst.”
Ds. M. C. Batenburg
Ds. M. C. (Marco) Batenburg is predikant van de Sint-Jansgemeente (wijk A), een onderdeel van de hervormde gemeente (PKN) in Gouda. De predikant deed op 8 september intrede in deze gemeente, die zich rekent tot de Gereformeerde Bond. Daarvoor diende hij de hervormde gemeenten in Waddinxveen en in Zalk en Veecaten. Ds. Batenburg werd in 1972 geboren in Dordrecht en groeide op in Sliedrecht. Hij studeerde theologie in Utrecht. De Goudse predikant is sinds 2004 bestuurslid van de IZB, vereniging voor zending in Nederland. Dit jaar werd hij tweede voorzitter. Ds. Batenburg is getrouwd en vader van drie kinderen.
In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: ds. M. C. Batenburg. Hij leidt vanavond de kerstnachtdienst in de Sint-Janskerk in Gouda.