Ook dier betrokken in kerstwonder
Gods zorg strekt zich uit tot het dier, stelt prof. dr. Johan Graafland.
De Stichting Dier & Recht strijdt voor een beter leven van dieren. Daarmee grijpt zij, waarschijnlijk zonder het te beseffen, eigenlijk terug op de Bijbel. Want hoewel de mens als beeld van God de kroon van de schepping is, komt aan het dier in de Bijbel een veel hogere plaats toe dan in onze kapitalistische economie doorgaans het geval is.
Het verhaal van Noach is het eerste voorbeeld van menselijk handelen dat tot doel had het uitsterven van diersoorten tegen te gaan. Als Noach alleen zichzelf en zijn gezin had moeten redden, was een kleinere boot voldoende geweest. Nu mocht Noach tijd noch moeite sparen om een reddingsoperatie op gang te brengen om het leven van de dieren te behouden. Zij kregen de voorrang boven de andere mensen.
Minder bekend is dat God na deze redding een nieuw verbond sluit (Gen. 9:8-17), waarin ook de dieren expliciet worden opgenomen: „Zie, Ik richt mijn verbond op met u en met uw nageslacht, en met alle levende wezens die bij u zijn: het gevogelte, het vee en het wild gedierte der aarde.” De redding van God is dus inclusief het dier.
Het verhaal van Noach is niet zomaar een zwerfsteen in de Bijbel. Ook het laatste woord van het boek Jona slaat op dieren. Want daar zegt God: „Zou ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn, benevens veel vee?” God wilde niet alleen de inwoners van Nineve redden, maar ook de dieren. ”Collateral” redding, zullen wij maar zeggen.
De reden van Gods zorg voor de dieren is dat zij Zijn schepselen zijn. Dat is de achtergrond van teksten die het voortbestaan van een bepaald diersoort willen waarborgen (Deut. 22:6-7; Lev. 22:28). De zorg voor dieren strekt zich uit van de schepping („Maar aan al het gedierte der aarde geef Ik al het groene kruid tot spijze”, Gen. 1:30) tot in het verre toekomstperspectief, waarin de leeuw en het kalf in vrede met elkaar zullen verkeren (Jes. 11:6).
Het verbaast dan ook niet dat er regels in de Bijbel voorkomen die de belangen of, zo men wil, de rechten van dieren beschermen. Denk maar aan de dorsende os (Deut. 25:4), die werd ingezet om de korrels uit de aren te trappen. Deze mocht niet gemuilband worden. Een ander voorbeeld is het sabbatsgebod, waarop ook het dier zijn rust moest krijgen (Deut. 5: 13-14). Om onnodig dierenleed tegen te gaan was verder het gebruik van strikken of ophanging van dieren niet toegestaan (Lev. 17:10-16).
Als we dit vergelijken met hoe dieren in onze (wereld)economie soms worden mishandeld of puur als productiemiddel worden gebruikt uit het oogpunt van winstmaximalisatie, met veronachtzaming van de aard van het dier, dan blijkt dat wij op dit punt nog veel van de Bijbel kunnen leren. Ook stelt de Bijbel daarmee onze productie- en consumptiegroei ter discussie voor zover deze de biodiversiteit sterk onder druk zet.
Maar hoe zit het dan met ritueel slachten? Is de Bijbel daarin niet achterhaald? Ja, althans het Oude Testament. Maar van de meeste offers was het grootste deel van het vlees bestemd voor de maaltijden bij de grote feesten. Die feesten waren de enige gelegenheden waarbij de gewone Israëlieten vlees aten. Met ‘kerstfeest’ aten zij dus inderdaad vlees, maar vanaf ‘1 januari’ stond er weer voornamelijk plantaardig voedsel, eieren en melkproducten op het menu.
Met de komst van Jezus Christus behoren deze offers tot het verleden. Met kerstfeest vieren wij de komst van de Zoon van God, die Zijn leven offerde en daarmee ook het offeren van dieren overbodig maakte. Net als bij de ark van Noach en bij Nineve sluit de komst van Christus dus de redding van het dier in. Wie had dat kunnen dromen? Kerstfeest voor mens en dier!
De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan Tilburg University.