Politiek

„Benut vermogen van rijke particulieren”

Nu banken steeds vaker nee verkopen, moeten bedrijven andere bronnen aanboren voor krediet. Bij vermogende Nederlanders valt wel wat te halen, zéker als de overheid wat slimmer speelt met wat hen het meest beroert: de erfbelasting.

Marcel ten Broeke

19 December 2013 07:20Gewijzigd op 15 November 2020 07:47
beeld RD
beeld RD

Het levert hem werk op, dus wat dát betreft heeft fiscaal adviseur Luc Heijtel geen klachten. Toch zag hij, sinds de overheid een paar jaar terug de tarieven voor de erfbelasting wijzigde, het gedrag van zijn veelal vermogende klanten flink veranderen. „Zelfs de meest gezagsgetrouwe en loyale belastingbetaler komt sindsdien naar me toe en zegt: „Luc, doe iets. Verzin een list!””

Met de nieuwe erfbelasting is zo in zekere zin een wissel omgezet, zegt Heijtel, die na zestien jaar partner te zijn geweest bij accountant en belastingadviseur PwC, in 2011 een eigen kantoor (HVK Belastingadvies) oprichtte. „Op het eerste gezicht is de belasting op erfenissen in 2010 verlaagd van 27 naar 20 procent, maar voor vermogen dat vastzit in ondernemingen is de erfbelasting feitelijk juist verhoogd tot wel 40 procent. Dat is serieus geld, waarmee er volgens veel van mijn cliënten een grens is overschreden. En dat zijn mensen die altijd netjes en zonder morren hun vennootschaps- en inkomstenbelasting hebben afgedragen.”

Listen om de erfbelasting te ontwijken of te matigen zijn er ondanks de steeds complexere wetgeving die dat tracht te voorkomen nog steeds, stelt Heijtel. „Het hangt sterk af van de individuele situatie maar je kunt je geld afzonderen of bevriezen, ook door het bijvoorbeeld in een trust te stoppen en over de grens te verplaatsen. Maar je kunt ook zelf naar het buitenland vertrekken. Dat lijkt voor gewone burgers wellicht geen optie, maar voor vermogende mensen, die vaak woningen bezitten in meerdere landen, is het een fluitje van een cent.”

Van dergelijke, veelal complexe ontwijkingstrucs wordt volgens Heijtel ook steeds vaker gebruikgemaakt. En dat is jammer, want al dat geld dat nu als „dood en inactief kapitaal” in stichtingen of over de grens wordt weggezet, zou hier in Nederland goed van pas komen om de economie te stimuleren. Heijtel: „Het vermogen van rijke particulieren zou zo een belangrijke financieringsbron voor bedrijven kunnen zijn. Zéker nu banken steeds minder scheutig zijn met krediet.”

Dat vindt ook SGP-Kamerlid Dijkgraaf. „Opgeteld hebben we het over vele miljarden aan particulier vermogen. Dát inschakelen voor kredietverlening aan bedrijven zou echt zoden aan de dijk zetten”, zegt hij. Bijkomend voordeel is dat geld op die manier gekoppeld kan worden aan kennis. „In tegenstelling tot een bank, die vooral rente wil, zullen private investeerders naast hun geld ook hun kennis willen delen. En als vermogenden íéts hebben laten zien, dan is het wel dat ze goed kunnen ondernemen.”

De overheid zou daarom wel wat meer vertrouwen mogen hebben in Nederlanders met veel vermogen, meent Dijkgraaf. „Maar in de afgelopen jaren is het onbegrip tussen beide partijen juist alleen maar gegroeid. Er is een spiraal ontstaan van belastingontwijking, striktere wetgeving en weer nieuwe vormen van ontwijking, waardoor het onderlinge wantrouwen tussen de overheid en vermogende Nederlanders enorm is toegenomen.”

Om die trend te keren nam Dijkgraaf onlangs het initiatief om beide partijen weer eens letterlijk met elkaar om de tafel te krijgen. Met als gevolg dat op twee avonden in augustus en september minister Dijsselbloem van Financiën samen met vier vermogende particulieren het glas hief tijdens een gezamenlijk diner. Dijkgraaf: „Jeroen (Dijsselbloem, MtB) zei, dat is het mooie aan hem, direct ja toen ik zo’n bijeenkomst opperde.” Om ook wat vermogende Nederlanders om de tafel te krijgen, samen goed voor een paar miljard aan vermogen, moest de SGP’er meer moeite doen. „Zij zeiden: „Elbert, wat wil je nu precies? Want er komt altijd iets achteraan waardoor ik tóch de klos ben.” Dat is toch wel tekenend voor hoe diep het wantrouwen zit.”

De twee bijeenkomsten hebben Heijtel en Dijkgraaf gesterkt in hun overtuiging dat de kredietverlening aan bedrijven door de inschakeling van vermogende particulieren een flinke boost kan krijgen. Maar dan moet de overheid daartoe wel de juiste prikkels geven, zegt Heijtel. „De kunst is om aan te sluiten bij het grootste irritatiepunt van vermogende Nederlanders. Zonder twijfel is dat de erfbelasting. Dáár hebben vermogenden echt een hekel aan.”

Dat blijkt volgens hem ook wel uit de grote interesse die er onder zijn klanten bestaat voor de in 2010 flink verruimde bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), die vermogenden de kans biedt om fiscaal gunstig een bedrijf (via schenking of vererving) over te dragen aan hun kinderen. Heijtel: „In tegenstelling tot de 40 procent die je betaalt voor vermogen in ondernemingen die níét overgaan van vader op zoon, betaal je dan slechts 3,4 procent erfbelasting.”

Daarmee is die regeling eigenlijk té goed, meent de Amsterdamse belastingadviseur. „De verschillen zijn veel te groot, wat een drempel opwerpt om als particulier risicodragend en langjarig kapitaal in Nederlandse bedrijven te investeren. Dat wordt nu eigenlijk afgestraft, terwijl bedrijfsopvolging binnen de familiekring weer extreem wordt beloond.”

Dat levert volgens hem ook allerlei rare situaties op waarbij rijke Nederlanders op latere leeftijd plots nog een onderneming kopen om op die manier hun vermogen gunstig aan hun kinderen over te hevelen. „Of dat een bedrijf, dat eerder al aan de kinderen verkocht was, weer wordt terug gekocht om optimaal te kunnen profiteren van de vrijstelling. Door deze opvolgingsregeling wat te versoberen, zou je geld vrij kunnen spelen om óók investeringen in andere ondernemingen meer te stimuleren.”

Wat Heijtel en Dijkgraaf daarnaast ook bepleiten, is een mogelijkheid voor vermogende Nederlanders om hun geld gedurende een aantal jaren fiscaal gunstig aan te wenden voor goede doelen of andere maatschappelijk nuttige investeringen. „Daar is bij vermogenden grote behoefte aan. Het biedt hun de kans om iets nuttigs met hun geld te doen zonder het definitief kwijt te zijn, zoals nu het geval is. Er zijn genoeg vermogenden die hun geld in een eigen goededoelenstichting willen inbrengen. Ze kunnen echter niet overzien hoe de wereld er over, zeg, tien jaar uitziet. De Belastingdienst zegt echter: „Eens gegeven, blijft gegeven.” Dat werpt een veel te hoge drempel op en is dus een enorme gemiste kans. Bijkomend voordeel zou zijn dat ze tegelijk hun vermogen nog enige tijd uit handen van de kinderen kunnen houden. Een grote angst waar vermogenden vaak mee worstelen is wat men wel het Ferrarisyndroom noemt; dat de kinderen hun vermogen er in no time doorheen jagen.”

Om duidelijk te maken wat hem voor ogen staat, trekt Heijtel graag een parallel met de Natuurschoonwet. „Die biedt vermogenden een vrijstelling voor de erfbelasting voor het geld dat ze steken in het onderhoud van landgoederen die ook worden opengesteld voor het publiek. Maar net als voor investeringen in het natuurlijke landschap zou je ook een regeling moeten hebben voor investeringen in het economische landschap. Als overheid kun je daarbij de regels stellen, zodat het geld precies dáár neerslaat waar je het hebben wil. Op dit moment lijkt me dat bij uitstek bij mkb-bedrijven, maar het kunnen ook andere door de overheid aangewezen sectoren zijn.”

Inmiddels heeft staatssecretaris Weekers op vragen van de SGP toegezegd begin volgend jaar met een notitie te komen over een slimmere inzet van privaat vermogen en het wegnemen van fiscale barrières. Volgens Heijtel is het een duidelijk voorbeeld van een win-winsituatie. „Het enige risico lijkt me dat het een té groot succes wordt, maar dan kun je de vrijstelling eenvoudigweg weer wat beperken. Maar dat betekent dan dus wél dat je in één klap het kredietprobleem voor het midden- en kleinbedrijf hebt opgelost. En als je zo de economie weer op gang krijgt, levert ook dat geld op. De écht belangrijke bronnen van inkomsten voor de overheid zijn toch de btw en de loonbelasting. De rest is eigenlijk spielerei.”


„Ik zou dit zonder meer toejuichen”

Hoewel hij normaal maar weinig opheeft met het inzetten van fiscale instrumenten voor allerlei beleidsdoelen, zou Leo Stevens, emeritus hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, voor de financiering van mkb-bedrijven graag een uitzondering willen maken. „Ik zou het zonder meer toejuichen als ook investeringen in ondernemingen buiten de familiesfeer fiscaal wat gunstiger behandeld worden. Als je kijkt naar de grote financieringsproblemen van middelgrote en kleine bedrijven dan is wat extra krediet daar maatschappelijk zéér gewenst.”

Bovendien is de huidige vrijstelling voor de overdracht van ondernemingsvermogen binnen de familie volgens de prominente fiscalist doorgeslagen. „Vriend en vijand zijn het daar wel over eens. Bij overlijden moeten erfgenamen belasting betalen, ook als hun geërfde bezittingen moeilijk te gelde zijn te maken. Maar voor ondernemingsvermogen in familiebedrijven hoeft in veel gevallen helemaal niets te worden betaald. Tot 1.028.132 euro is het vrijgesteld. Daarboven blijft 83 procent onbelast. Die grotere vrijstelling heeft ten onrechte de belasting voor andere vormen van vermogen verzwaard.”

Volgens Stevens is er zelfs sprake van ongelijke behandeling. „De spanning tussen min of meer gelijke gevallen is veel te groot. De vroegere vrijstellingen van 50 procent of 75 procent waren evenwichtiger. Ruimer uitstel van belastingbetaling in alle gevallen van incourante nalatenschappen was een beter alternatief geweest.”

In een fiscale faciliteit die primair bedoeld is om vermogende Nederlanders de kans te bieden hun geld voor een vaste periode in bijvoorbeeld goede doelen te steken, met als oogmerk het vermogen zo nog enige tijd uit handen van de kinderen te kunnen houden, ziet Stevens echter weinig. „Ik denk niet dat je het fiscale systeem moet gebruiken om het Ferrarisyndroom te ondervangen. Zulk soort zaken moet je probleemgericht willen regelen en niet door alles met alles te willen verknopen. Het belastingstelsel is al ingewikkeld genoeg.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer