Rutte zei dat de lidstaatcontracten nooit juridisch bindend opgelegd kunnen worden. Dat zou alleen kunnen na een wijziging van het EU-verdrag, wat alleen bij unanimiteit kan. De Kamer houdt altijd het laatste woord, het budgetrecht van het parlement staat niet ter discussie, aldus de premier.

Wel zijn er politieke afspraken mogelijk tussen individuele EU-landen en de Europese Commissie. Maar niemand kan Nederland ergens toe dwingen als de Tweede Kamer het niet wil, garandeerde de premier.

Duitsland is een groot voorstander van de individuele lidstaatcontracten. Rutte is dat niet, maar wil niet blokkeren dat er verder over nagedacht wordt. Hij wil niet dat de EU-leiders op hun top donderdag en vrijdag er al besluiten over nemen. Wat hem betreft gaat de Europese Commissie er verder mee aan de slag en komt er dan volgend jaar juli, of liever nog oktober een voorstel op de tafel van de Europese regeringsleiders.

In alle gevallen blijft zijn standpunt dat er hoogstens een verplichting kan komen voor de EU-landen om een poging te doen een individueel lidstaatcontract met de Commissie af te sluiten, maar dat er nooit een verplichting komt om daadwerkelijk een contract te sluiten. En áls kabinet en Commissie het in de toekomst op enig moment eens zouden worden over zo’n contract, dan geldt altijd dat dit onder voorbehoud van instemming van de Tweede Kamer is.