Het gaat om de bedrijven Sherwin-Williams, NL Industries en levensmiddelenbedrijf ConAgra Grocery Products, dat via een oude dochteronderneming bij de zaak betrokken is. Een dochteronderdeel van oliemaatschappij BP en het chemieconcern DuPont werden vrijgesproken. De zaak werd aangespannen door verschillende lokale autoriteiten in Californië, waaronder de steden San Diego en San Francisco. De betrokken bedrijven hebben 15 dagen de tijd om bezwaar aan te tekenen tegen het vonnis.

Volgens de advocaat van de aanklagers wisten bedrijven al sinds de jaren 30 dat loodverf schadelijk is voor kinderen. In 1978 werd het gebruik van loodverf verboden, maar er zijn in Californië nog altijd miljoenen huizen met loodverf die zijn gebouwd voor dat jaar. Het geld zal worden gebruikt om de verf te vervangen, te isoleren of om inspecties uit te voeren.