Na de veroordeling kondigden de Europese Unie en Japan eveneens sancties aan. Ook Zuid-Korea en China dreigden met maatregelen. De EU heeft becijferd dat de Amerikaanse tarieven de Europese staalindustrie voor 2,2 miljard dollar (1,82 miljard euro) schade berokkenen. Volgens het WTO-reglement mag men dan voor eenzelfde bedrag aan tegenmaatregelen nemen.

Brussel kondigde daarop importtarieven aan voor een aantal artikelen uit de Verenigde Staten die volgend jaar belangrijk zijn voor Bush’ herverkiezing. Een heffing op citrusvruchten bijvoorbeeld. Die is schadelijk voor Florida, de staat waar zijn broer Jep Bush gouverneur is, die hij dringend nodig heeft voor zijn herverkiezing.

Het opheffen van de importtarieven zal Bush niet in dank worden afgenomen in belangrijke staalstaten zoals Pennsylvania, West-Virginia en Ohio. Maar in Michigan, met z’n grote auto-industrie, zal de maatregel beslist worden toegejuicht. Na de invoering van de importtarieven zijn de staalprijzen in de VS beduidend gestegen. Daarom pleitten staalverwerkende industrieën hier al geruime tijd voor opheffing van de maatregel.

Volgens The Wall Street Journal studeert Washington nog op mogelijkheden om sommige onderdelen van de staaltarieven te handhaven of om importeurs ertoe te verplichten importvergunningen aan te vragen. Verder wil Bush de campagne versterken om wereldwijd iets te doen aan de overcapaciteit in de staalindustrie. Besprekingen hierover hebben tot nu toe weinig opgeleverd.

Een gunstige ontwikkeling is de hoogconjunctuur in China, waardoor de vraag naar staal daar belangrijk is gestegen. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat de Chinezen hun staal op de Amerikaanse markt zullen droppen zodra de importtarieven zijn opgeheven.