De religieuze vrijheid staat onder druk. „Het is toch wel opmerkelijk dat juist het christendom, dat heeft bijgedragen aan de opkomst van religieuze vrijheid, zelf in toenemende mate wordt vervolgd,” zei Thomas Farr, directeur van het Religious Freedom Project, gisteren. Het project is een initiatief van het Berkley Center for Religion, Peace, and World Affairs in Washington.

De bevindingen van de onderzoekers worden op een tweedaags congres, gisteren en vandaag, gepresenteerd op een van de pauselijke universiteiten in Rome. Zo’n dertig, voornamelijk Amerikaanse en protestantse onderzoekers hebben twee jaar aan het project gewerkt, met als doel de onwetendheid en de onverschilligheid over christenvervolging tegen te gaan.

„Christenen worden wereldwijd in toenemende mate vervolgd”, zei Todd Johnson van de World Religion Database. Volgens hem leven 500 miljoen christenen in landen waar ze worden vervolgd of wegens hun religie worden tegengewerkt. Het zijn vooral landen in de zuidelijke helft van de wereld.

Het aantal christenen neemt intussen nog steeds toe, met name in de niet-westerse wereld. Zo is procentueel de grootste toename van de laatste tien jaar waar te nemen in Afghanistan, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Qatar. Bijna vier vijfde van de praktiserende christenen woont inmiddels buiten de westerse wereld.

Christenen worden echter vooral buiten het Westen vervolgd. Johnson onderscheidde vijf typen landen waar christenen het moeilijk hebben: landen zoals China die nog steeds communistisch zijn, landen met een totalitair regime zoals Wit-Rusland, Zuid-Aziatische landen met een nationalistische politiek zoals Sri Lanka en moslimslanden zoals Egypte. Johnson noemt bovendien, als vijfde type, acht geseculariseerde westerse landen, waaronder Nederland. Volgens onderzoek heeft ons land het hoogste percentage agnosten (26,4 procent) in de westerse wereld.

Er zijn een paar redenen waarom specifiek christenen worden vervolgd, meer dan andere gelovigen en andere minderheden. Paul Marshall van het Hudson Insitute for Religious Freedom wees erop dat het christendom buiten de westerse wereld als buitenlandse godsdienst wordt gezien, ook al heeft het, zoals in het Midden-Oosten, een traditie van honderden of zelfs meer dan duizend jaar.

Volgens Marshall ligt het christelijke concept van scheiding van staat en kerk bovendien slecht. „De christelijke opvatting over religie en staat, tussen God en Caesar, is bedreigend voor de meeste culturen en regimes waar geen scheiding tussen de hemelse en de wereldse staat bestaat.”

In de krant van maandag een verslag van de bijeenkomsten van zaterdag.