SHO verantwoordt hulp Haïti steeds beter
DEN HAAG (ANP). Het wordt steeds duidelijker hoe de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) de 112 miljoen euro uitgeven die zij na een televisieactie ophaalden voor de slachtoffers van de aardbeving in Haïti in 2010. Dat staat in een woensdag verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer.
Positief is dat de hulporganisaties inmiddels ook het verschil aangeven tussen wat is beloofd en gerealiseerd. Het geld gaat vooral naar onderdak, water, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg. Verder zijn de kosten die de SHO maakt buiten Haïti om de hulp mogelijk te maken, lager dan afgesproken. Wel kan de informatievoorziening aan het publiek wat uitgebreider.
Vorig jaar is 22,3 miljoen euro uitgegeven aan hulp aan Haïti. Daarmee komt het totaal op 96,1 miljoen euro. Het Nederlandse hulpprogramma loopt nog door tot en met volgend jaar. Volgens de Rekenkamer moet de wijze waarop rekenschap wordt afgelegd over de hulp aan Haïti, ook worden gebruikt voor de besteding van het geld dat met televisieacties voor Syrië en de Filipijnen is opgehaald. Transparantie over hoe het geld wordt besteed, is goed voor het draagvlak onder het publiek.
De SHO is blij met het rapport. „Het is goed dat de Algemene Rekenkamer erkent dat de verantwoording van de hulpgelden door de SHO opnieuw is verbeterd”, stelt Farah Karimi, voorzitter van de actie Help slachtoffers aardbeving Haïti. Volgens haar zijn honderdduizenden mensen in Haïti geholpen met het geld.