Het Rode Kruis meldde vrijdag dat meer dan 280 lijken zijn verzameld in twee dagen van geweld. Wat zich buiten de stad afspeelt, is moeilijk te achterhalen. In grote delen van het land is bevolking uit de dorpen de jungle ingevlucht uit angst voor moordende en plunderende strijders van de groepering Séléka (Alliantie). De ‘alliantie’ is voortgekomen uit groepen islamistische rebellen uit het noordoosten.

Donderdag werden in Bangui al strijders gedood bij gevechten met Franse troepen. Een legerwoordvoerder zei dat de Fransen beschoten werden en het vuur beantwoordden. Het is het tweede Franse militaire ingrijpen van dit jaar in Afrika. In Mali vechten momenteel circa 2800 Franse militairen tegen jihadisten.

De strijd in de anarchie van het arme maar delfstofrijke Centraal-Afrika heeft ook een religieus aspect gekregen. Séléka-rebellenleider Michel Djotodia, heeft eerder dit jaar president François Bozizé verjaagd en zegt nu zelf de president te zijn. Zijn overwegend islamitische strijders terroriseren nu het land dat voor 80 procent christelijk is. De kleine moslimminderheid (10 procent van de bevolking) wordt nu door velen als bondgenoot van Séléka gezien.

Om de slachtpartijen te voorkomen zijn Franse militairen in Bangui gaan patrouilleren. Een ooggetuige zei dat strijders van Séléka in wijken huis aan huis plunderen en bewoners vermoorden. Ze roepen dat hun slachtoffers „anti-balaka” (anti-machete) zijn, verwijzend naar christelijke milities die zijn opgericht tegen de Séléka-terreur

De Fransen in de straten van Bangui vormen een voorhoede van naar schatting 1200 militairen. Het ingrijpen heeft donderdag de zegen van de VN gekregen.