De Dow-Jonesindex noteerde aan het slot van de handelsdag 0,4 procent lager op 15.821,51 punten. De brede S&P 500 zakte 0,4 procent tot 1785,03 punten, waarmee de slechtste reeks sinds september werd neergezet. De technologiegraadmeter Nasdaq daalde 0,1 procent tot 4033,16 punten.

Voorbeurs bleek dat de Amerikaanse economie in het derde kwartaal met 3,6 procent is gegroeid, de sterkste groei sinds begin 2012. Bij een eerdere raming werd nog een vooruitgang van ’s werelds grootste economie gemeld van 2,8 procent. Economen hadden verwacht dat de groei zou worden bijgesteld tot 3,1 procent.

Daarnaast werd bekendgemaakt dat minder Amerikanen voor het eerst een uitkering hebben aangevraagd. Ook dit was een meevaller, want er was juist verwacht dat het aantal aanvragen iets zou stijgen.

De goede cijfers over de Amerikaanse economie wakkerden de zorgen bij beleggers opnieuw aan dat de Fed spoedig zal beginnen met de afbouw van het steunbeleid. Die vrees hangt al enige tijd boven de markt en blijft zorgen voor terughoudendheid. De markten kijken daarom met spanning uit naar het officiële banenrapport van de overheid dat vrijdag naar buiten komt.

Apple sloot 0,5 procent hoger. Het technologiebedrijf heeft een overeenkomst gesloten met China Mobile over de verkoop van iPhones bij abonnementen van het Chinese telecombedrijf. China Mobile is met 700 miljoen abonnees het grootste mobiele telecomconcern van de wereld. Ook voert de activistische investeerder Carl Icahn de druk op Apple op. Hij wil zijn voorstel tot een extra aandeleninkoop in een stemming voorleggen aan de overige aandeelhouders.

Microsoft verloor echter 2,4 procent. Dat had te maken met de mededeling van een directeur van Ford Motor dat topman Alan Mulally tot eind volgend jaar bij het autobedrijf blijft. Mulally werd genoemd als belangrijke kandidaat om de topman van Microsoft, Steve Ballmer, op te volgen. Die kondigde in augustus aan af te zullen treden. Het aandeel Ford won 0,7 procent.

De euro was 1,3669 dollar waard, tegen 1,3667 dollar bij het slot van de Europese beurshandel. De prijs van Amerikaanse olie steeg 0,2 procent tot 97,35 dollar per vat. Brentolie werd 0,8 procent goedkoper, op 111,02 dollar.