„Geen obstakel uitlevering genocideverdachte”
DEN HAAG (ANP). Genocideverdachten moeten zo veel mogelijk worden berecht in het land waar de genocide heeft plaatsgevonden. Slachtoffers en landgenoten moeten kunnen zien hoe er recht wordt gedaan. Dat zei de officier van justitie maandag in de uitleveringszaak van de Jean-Claude I.
Rwanda heeft om de uitlevering van de man gevraagd. Hij zou betrokken zijn geweest bij de volkerenmoord in het Afrikaanse land in 1994. Hij is in juli gearresteerd door de Nederlandse politie en zit sindsdien vast. In september vroeg Rwanda om zijn uitlevering. I. verzet zich tegen uitlevering, omdat hij geen enkel vertrouwen heeft dat hij in Rwanda een eerlijk proces krijgt.
Maar het Openbaar Ministerie (OM) ziet geen enkele belemmering voor de uitlevering. Justitie stelt dat andere landen waaronder Zweden en Noorwegen en het Rwanda Tribunaal (ICTR) Nederland voorgingen in de uitlevering van genocideverdachten aan Rwanda. En ook het Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde meerdere keren dat een uitlevering aan Rwanda toelaatbaar is, betoogde de officieren van justitie.
In de Rwandese genocide in 1994 zijn naar schatting 800.000 Tutsí’s en gematigde Hutu’s gedood.