Cultuur & boeken

Koekje of correctie voor onwillige hond

Nog even snel de hond uitlaten voor het eten. Denk je. De hond denkt er anders over: die neemt de tijd, speelt op een afstandje met een soortgenoot en vertikt het om te komen als jij roept. Grote kans dat een andere hondenbaas tegen je zegt: „Dat komt door de energie die jij uitstraalt.”

Clasina van den Heuvel

28 November 2013 10:30Gewijzigd op 15 November 2020 07:21
Duitse herder. Foto  Fotolia
Duitse herder. Foto Fotolia

Alles draait om energie: dat is een van de vijf wetten van Cesar Millan, een bekende hondentrainer uit de Verenigde Staten. Millan (1969) werd wereldberoemd door het tv-programma ”Dog Whisperer”, dat sinds 2004 op National Geographic Channel wordt uitgezonden. In de uitzendingen gaat Millan aan de slag met honden die probleemgedrag vertonen.

Qua kijkcijfers was het programma een groot succes. Millans boeken werden bestsellers. Miljoenen hondenbazen en ongeveer evenveel niet-hondenbezitters weten daarom nu waarom een hond op straat of in het bos niet luistert: door die foute energie van de baas, of doordat hij geen sterke roedelleider is.

Critici

Behalve veel fans kreeg Millan ook felle kritiek. De stevige correcties, zo nodig met prik- of stroomband, en zijn terminologie –over roedels en dominantie– roepen weerstand op. De Nederlandse honden­trainer Martin Gaus, die dertig jaar geleden eveneens met strenge correcties werkte, noemde in 2011 de elektrische schokken via een stroomband „volstrekt uit den boze” en zelfs „bloedlink” als kijkers Millans manieren na gaan doen. Diergedragsdeskundige Jim Ha uit Washington zei in een interview dat Millan „een tikkende tijdbom” achterlaat: de hond die hard­handig tot de orde is geroepen, zal zijn agressie afreageren – op iets of iemand anders. En in zijn boek ”Dit is de hond” (uitg. Nieuw Amsterdam, 2011) veegt de Britse wetenschapper John Bradshaw de vloer aan met het begrip ”dominantie” in de hondenwereld. Ook bij de manier waarop de afgelopen decennia is gekeken naar het vermeende roedelgedrag, gebaseerd op onderzoek onder wolven in gevangenschap, plaatst Bradshaw kanttekeningen.

Mensje

Intussen ligt er nieuw boek van Cesar Millan in de boekhandel: ”Praktische gids voor een gelukkige hond – 98 tips en trainingen”. De inhoud lijkt niet zo drastisch te verschillen met die van andere handleidingen voor baasjes. Zo adviseert Millan: kies een viervoeter die bij je past. Daar zal elke liefhebber mee instemmen: let op waar een ras oorspronkelijk voor is gefokt, houd rekening met het verleden van een dier uit een asiel, kijk naar je eigen situatie, enzovoorts. „Maak gebruik van het instinct van je hond”, schrijft Millan ook. Niemand zal het daarmee oneens zijn. Als een labrador of een bordercollie iets mag doen met zijn passie –apporteren voor de eerste, schapendrijven voor de tweede– zal dat het beest behoorlijk gelukkig maken.

Verder is het belangrijk te beseffen dat een hond een hond is, en geen mens, benadrukt Millan. Open deur? Niet echt: heel wat gedragsproblemen ontstaan doordat bazen van hun huisdier „een soort mensje” maken. Nog iets kenmerkt Millan: hij zegt dat hij vooral baasjes traint. Ook dat klinkt bekend.

Spanningen

Greet Abbink-Burgers (52) uit Eibergen is ambassadeur van Cesar Millan in Nederland. Via haar website roedelleider.eu biedt ze baasjes informatie over ”Cesar’s way”. Zelf geeft ze privélessen aan eigenaars van bordercollies, een ras dat zij en haar man Hans ook zelf hebben gefokt. Jaren geleden volgde ze instructeurscursussen bij Martin Gaus.

Wat spreekt u zo aan in Cesar Millan?

Abbink: „Ik zag zijn programma voor het eerst in 2008, toen ik op vakantie in Engeland was. Thuis ga ik alles over die man opzoeken, dacht ik toen. Het trof me hoe hij omging met honden en eigenaren, én hoe snel hij moeilijke gevallen onder controle kreeg. Ik vind het mooi hoe hij ergens doorheen prikt, dingen doorheeft. In een van de uitzendingen was er bijvoorbeeld een gezin waar de kinderen best consequent waren tegen de hond, maar de ouders niet, en zij betuttelden de kinderen. Daar ging iets scheef. En er was een vrouw wier hond hysterisch werd als haar man aan de gang ging met zijn scooter. Blijkt dat die man hele dagen en ook ’s avonds bezig was in zijn garage, waardoor er spanningen leefden tussen die twee. Daar reageerde die hond op, zag Millan.”

Welke manieren van Millan gebruikt u zelf in uw trainingen?

„Ik gebruik de ”touch”: een snel, onverwacht tikje met de vingers. En het sis­geluid: dat betekent: „Hallo! Dit doen we even niet!” Millan raakt een hond ook aan met zijn voet, geeft een klein schopje achteruit als hij het dier uit een bepaald gedrag wil halen. Ik doe dat niet, want in dit land zeggen ze al snel: Je schopt de hond!

Mijn honden mogen vast minder dan ze bij een doorsnee­hondenbaas zouden mogen. Maar dat moet ook wel, als je er acht hebt. Wij hebben hier thuis twee galgo’s, een jack russell, twee herdershonden en drie bordercollies. In bepaalde ruimtes mogen ze niet komen, en ik wil ze niet allemaal op de bank hebben.

Overigens doe ik ook heel veel leuke dingen met mijn honden, met spelletjes en voer, en ze houden heus van mij.”

Hoe vertaalt u Millans begrippen als energie en dominantie?

„Wat hij bedoelt met energie is best moeilijk te vertalen. Als iemand een kamer binnenstapt, weet een hond of die persoon bang of blij is, al probeert hij of zij dat te verbergen. Daarmee heeft het te maken. Met lichaamstaal, ja, maar het is meer. Het moet van binnenuit komen. Millan zegt bijvoorbeeld: „Als je met je hond wandelt, denk dan aan een sterke leider, of aan een cowboy – een coole man die rust en kracht uitstraalt. En probeer zó te lopen alsof jij hem bent.

Dominantie is een ander verhaal. Het is een hot item; nieuwe weten­schappelijke inzichten bewijzen dat het eigenlijk niet bestaat. Maar volgens mij wordt niet altijd goed begrepen wat Millan ermee bedoelt. Het is iets anders dan agressie; het gaat om leiderschap. Bij honden onderling zie je dat de leiders juist de dieren zijn die níét opvallen, die voor overwicht geen herrie nodig hebben. Een persoon die aan de riem van een hond staat te rukken, vertoont eigenlijk heel tegenstrijdig gedrag: hij wil de leider zijn, maar uit zijn gedrag blijkt dat hij dat niet is.

Of een hond nu echt voort­durend hoger in de rangorde probeert te komen? In mijn roedeltje zie ik wel geregeld gedrag waarbij de ene hond probeert een positie op te schuiven. Maar ik denk niet dat ze daar bij mensen voortdurend mee bezig zijn.”

Wat vindt u van de kritiek op de methodes van Cesar Millan?

„Aan de ene kant snap ik die kritiek wel. Wat Millan laat zien op tv, moeten mensen niet nadoen. Er staat ook altijd een disclaimer bij: probeer dit thuis niet uit zonder deskundige begeleiding. Mensen doen dat natuurlijk toch, en het is jammer dat de programma’s daartoe uitnodigen. Een agressieve hond kan dan inderdaad nog gevaarlijker worden.

Millans correcties zijn verder altijd een heikel punt: een categorie trainers vindt dat je vooral goed gedrag moet belonen. Nu wordt er hier in huis, met die acht honden, weleens gegromd en gesnauwd. Er wordt weleens gevochten om een botje en gemopperd bij een voerbak. Honden corrigeren elkaar continu – waarom zouden wij dat niet moeten doen?

Critici zouden verder ook rekening moeten houden met het soort dieren dat Millan traint. Hij heeft te maken met heel moeilijke exemplaren, die al bij diverse trainers en gedragsdeskundigen zijn geweest en die de dierenarts eigenlijk zou laten inslapen. Millan is een laatste redmiddel.

Hij heeft echt goede dingen. De elektronische halsband die hij gebruikt is omstreden, maar, daar heb je het weer, bij goed gebruik kan die effectief zijn. In de VS sneuvelen heel wat honden na de beet van een gifslang. Als een ratelslang eenmaal ratelt met zijn staart moet je wegwezen, maar Millan ontdekte dat stadshonden dat helemaal niet meer weten en juist nieuwsgierig gaan kijken als ze dat geluid horen. Via zo’n band leerde Millan honden om uit de buurt van slangen te blijven.”

Timing

„Wij hebben zelf te maken met honden die schapen of wild opjagen. Dan is het erg moeilijk om ze dat via een beloning af te leren. Dat jagen is veel aantrekkelijker dan de baas die met een koekje staat te roepen.

Werken met hulpmiddelen als de stroomband vraagt wél om een trainingsprogramma, en om professionele begeleiding. Timing is zo belangrijk. Bij een kleine misstap verdient een hond het niet zo zwaar gestraft te worden dat hij de lucht in vliegt. Straffen moet ook nooit uit frustratie gebeuren.

Ik vind het opmerkelijk dat juist mensen die zo voor een positieve benadering zijn zo fel tekeer kunnen gaan tegen Cesar Millan. Voordat hij een bezoek bracht in Nederland, in 2011, kreeg ik een mailtje waarin iemand zei te hopen dat zijn vliegtuig zou neerstorten. Dan ben je zo positief ingesteld voor honden, maar je wenst een mens de dood in?

Soms zijn Millans acties ook uit zijn verband gerukt. Op internet circuleerde een filmpje waarop je drie minuten lang een schoppende Cesar ziet: aan elkaar geplakte fragmenten van de momenten waarop hij een voettikje uitdeelt. Om een ander filmpje is hij ook erg uitgescholden; daarin probeert hij zich een halve-wolf van het lijf te houden. Weinigen zien daar dat die hond hem echt aanvalt.

Het grote verschil met de aanhangers van de beloningsstrategie is dat zij een hond afleiden en een voertje aanbieden om hem uit een bepaalde negatieve spiraal te halen, terwijl Millan op zo’n moment een correctie gebruikt.

Die verschillen zullen blijven; ieder moet doen waar hij en de hond het beste van worden. Maar denk niet dat een hond minder van je houdt als je hem af en toe terechtwijst.”


Boekgegevens

”Praktische gids voor een gelukkige hond”, Cesar Millan;

National Geographic/Dutch Media Uitgevers, Amsterdam, 2013; ISBN 9 789048 817757; 224 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer