„Van bank wisselen is te moeilijk”
De banken komen volgende week naar buiten met een nieuwe aanpak om klanten te helpen bij de overstap naar een andere aanbieder. De verhuisservice maakt het makkelijker van aanbieder te veranderen, stelt de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
Het wordt echter niet mogelijk om een rekeningnummer mee te nemen naar een andere bank.
Volgens de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) wordt de concurrentie tussen banken bemoeilijkt doordat klanten hun rekeningnummer niet kunnen meeverhuizen. Dat schrijft de kartelwaakhond in de Monitor Financiële Sector 2003, die woensdag werd gepresenteerd. Hierin geeft de toezichthouder zijn mening over de concurrentie tussen financiële bedrijven.
Ook de Consumentenbond ziet liever dat klanten hun nummer kunnen meenemen. „Met de verhuisservice komt daar in onze ogen een verslapte versie op”, aldus Klaske de Jong, directeur van de bond. Zij zegt wel toe af te wachten of de nieuwe service werkt.
Volgens de NVB is het erg duur om rekeningnummers tussen banken te laten rouleren. Ook brengt het veel administratieve rompslomp met zich.
Eind volgend jaar wordt gekeken of de verhuisservice van de banken werkt. „Nummerportabiliteit blijft daarmee in beeld voor de toekomst”, aldus minister Zalm van Financiën, die woensdag het rapport in ontvangst nam.
Dat klanten bij een overstap hun rekeningnummer kwijtraken, is volgens de NMa een van de obstakels die de mededinging tussen banken beperken. De concurrentie in bankenland dreigt ook in de knel te raken doordat vijf grote spelers ruim viervijfde van de markt in handen hebben. Nieuwkomers hebben de grootste moeite om zich binnen te vechten, mede omdat het klanten nu nog een aardig bedrag kost om van bank te verwisselen, aldus de NMa.
Het beperkt aantal aanbieders van bankproducten leidt soms tot hogere prijzen. Veranderingen van de officiële rentes werken bijvoorbeeld beduidend minder door in de vergoeding op spaarrekeningen en in de hypotheekrente dan in andere Europese landen.
Daar kan tegenover worden gezet dat Nederlandse consumenten minder directe kosten betalen voor hun betaalrekeningen. De tarieven voor deze dienst behoren tot de laagste ter wereld. Dat komt doordat klanten niet extra hoeven te betalen voor bijvoorbeeld overschrijvingen, iets wat in andere landen vaak gebruikelijk is.
In het eerste verslag over de financiële sector concludeert de kartelwaakhond dat bank- en verzekeringsbedrijven een „hoog risico van tekortschietende marktwerking” kennen. Banken en verzekeraars behoren ruwweg tot de 15 procent slechtst presterende branches in Nederland als het om mededinging gaat.
Volgens Hans Leenaars, bestuurder bij de Bank Nederlandse Gemeenten en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, is Nederland absoluut geen kartelparadijs voor financiële bedrijven. „Bankiers rijden elkaar, in figuurlijke zin, van de dijk.” Hij wijst op de behoorlijke verschillen in de rentevergoeding voor spaarrekeningen en hypotheken. Ook de lage winstmarges op veel bankdiensten bewijzen dat de aanbieders niet profiteren van hun machtspositie, aldus Leenaars.
De NMa moet bij de verzekeraars nog nader kijken naar de onderlinge concurrentie. De toezichthouder heeft uitgebreid naar de schadeverzekeraars gekeken en concludeert dat daar op het eerste gezicht niet extra veel risico op concurrentiebeperking is. Wordt er naar diverse verzekeringsproducten gekeken, dan ziet de NMa wel aanwijzingen voor mogelijke problemen.