Brahimi: wie komen naar vredesconferentie?
GENEVE (ANP/EFE/DPA). De Syrische regering en de oppositie moeten snel laten weten wie ze naar de maandag aangekondigde vredesconferentie sturen. Dat zei de speciale VN-gezant voor Syrië, Lakhdar Brahimi, maandag in Genève. Hij erkende dat het nog niet duidelijk is wie er aanschuiven op de vredesconferentie die staat gepland voor 22 januari.
Volgens de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, wordt dat „de beste kans op een overgangsregering”. De VS en Rusland proberen al maanden samen een vredesconferentie van de grond te krijgen, maar verschillen ondanks de aankondiging nog van mening wie mogen meedoen.
Brahimi zat maandag voor de vierde keer een vergadering voor waarmee de VS en Rusland de vredesconferentie, die ‘Genève-2’ is gedoopt, willen organiseren. Hij zei dat de laatste voorbereidingen op de vergadering van 20 december worden getroffen. Maandag sprak Brahimi met de Amerikaanse onderminister Wendy Sherman en haar Russische collega’s Michail Bogdanov en Gennadi Gatilov.
Brahimi zei dat een van de grootste obstakels nog niet uit de weg is geruimd, want er is geen overeenstemming over welke partijen komen. Er is onenigheid over wie de oppositie tegen de regering van president Bashar al-Assad nu eigenlijk vertegenwoordigt, en of landen zoals Iran mogen aanschuiven.
De VS hebben zich altijd fel gekeerd tegen de aanwezigheid van Assads bondgenoot Iran. Maar in het weekeinde sloten Iran en de VS een voorlopig akkoord over nucleaire geschillen. Dat kan een eerste stap zijn in de richting van betere betrekkingen en daarmee een ommezwaai betekenen voor de al meer dan 30 jaar traditionele Amerikaanse politiek in de regio. Die wordt gekenmerkt door goede betrekkingen met Israël, Egypte en soennitische monarchieën en ruzie met Iran.
In de komende weken moet duidelijkheid komen over wie er komen, zei Brahimi. Hij riep de partijen op al voor de conferentie de wapens te laten rusten. VN-chef Ban Ki-moon hoopt dat de conferentie „een volwaardig bestuur” oplevert waar de strijdende partijen in samenwerken. Zowel het kamp van president Assad als zijn tegenstanders moeten deze kans grijpen om een einde te maken aan het lijden, zei Ban. Betogingen tegen het bewind van de familie Assad mondden in 2011 uit in een uiterst bloedige burgeroorlog in Syrië.