Geen enkele reden om consumptie granen te ontraden
Er is geen enkele reden om de consumptie van tarwe- en andere volkoren producten in het algemeen te ontraden, stellen prof. dr. Fred Brouns en prof. dr. Jogchum Plat.
Granen en graanproducten zijn rijk aan allerhande gezonde voedingsstoffen en hebben een grote invloed op de volksgezondheid. Vanwege deze gunstige effecten adviseren verschillende voedings- en gezondheidsinstanties, nationaal en internationaal, dagelijks enkele porties volkoren graanproducten te consumeren. Een regelmatige consumptie van volkoren granen gaat samen met een aanzienlijk verminderd risico op chronische ziekten, waaronder type 2 diabetes, hart- en vaatziekten en darmziekten.
De Nederlandse Gezondheidsraad geeft in zijn ”Richtlijnen goede voeding 2006” en zijn ”Richtlijn voor de vezelconsumptie” het advies om, ter voorkoming van aan voeding gerelateerde chronische ziekten, de totale voeding centraal te stellen, en niet de afzonderlijke voedingsmiddelen of de bestanddelen daarvan. Dit is reden om een aantal kwalitatieve aanbevelingen te geven. Een daarvan is: „Gebruik dagelijks ruim groente, fruit en volkoren graanproducten.” Deze aanbevelingen worden door vele nationale en internationale voedingswetenschappers ondersteund.
Recent verscheen er een aantal populaire voedingsboeken, waaronder ”Broodbuik”, de Nederlandse vertaling van het Amerikaanse boek ”Wheat Belly”, en het populaire ”De voedselzandloper” (RD 16-11). Kenmerkend voor deze boeken is dat zij een uitgebreide uitleg geven van wat er allemaal mis zou zijn met onze dagelijkse voeding en onze gezondheid.
Er wordt onder andere gesteld dat de tarwe die wij consumeren genetisch is gemanipuleerd, waardoor hij een ander soort gluten (een tarwe-eiwit) bevat dan in het verleden het geval was. Dit gluten zou onze darmen aantasten en verslavend werken. Tarweconsumptie zou daarom de oorzaak zijn van het ontstaan van obesitas, diabetes, alzheimer, ADHD en tal van auto-immuunziekten.
Door deze publicaties en berichten erover in de media raakt de consument in verwarring. Hij twijfelt aan de veiligheid en de kwaliteit van de dagelijkse voeding. Het uit zich op dit moment zelfs in een afgenomen broodconsumptie in Nederland.
Deze ontwikkeling is zorgelijk. Afgezien van de wetenschappelijke onjuistheid van bovengenoemde uitlatingen signaleert de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV) een belangrijk ander gezondheidsrisico. Tarwe- en volkorenproducten zijn niet alleen een zeer belangrijke bron van voedingsvezels, B-vitamines en mineralen, maar ook verantwoordelijk voor een groot deel van de jodiuminname. Bakkerszout dat wordt toegevoegd aan brood is namelijk gejodeerd.
Zijn alle uitlatingen rond tarwe en ongezondheid dan onzin? Het is bekend dat ongeveer 1 procent van de bevolking een genetische aanleg heeft om ten gevolge van het consumeren van granen (tarwe, rogge, gerst, spelt) die het eiwit gliadine (uit gluten) bevatten, de darmziekte coeliakie te ontwikkelen. Dit is een aandoening die verdwijnt wanneer men op een glutenvrij dieet overgaat.
Daarnaast is er een groep patiënten met darmproblemen die worden samengevat onder de noemer ”prikkelbaredarmsyndroom”. Wanneer deze personen een tarwevrij dieet gaan volgen, blijkt bij ongeveer 30 procent van hen de klachten te verminderen.
De oorzaken van het prikkelbaredarmsyndroom zijn echter zeer complex. Het is niet met zekerheid te stellen dat dit enkel is toe te schrijven aan overgevoeligheid voor tarwe (dan wel specifieke componenten daarvan).
Uit de op dit moment beschikbare gegevens volgt dat naast de 1 procent patiënten met coeliakie mogelijk 6 tot 8 procent van de personen met een vorm van glutengevoeligheid baat zou kunnen hebben bij het verminderen van de gluten-/tarweconsumptie. Er is echter geen enkele reden om de consumptie van tarwe- en andere volkorenproducten in het algemeen te ontraden.
De auteurs zijn respectievelijk hoogleraar gezondheid en voedselinnovatie en hoogleraar fysiologie van de voeding aan de universiteit van Maastricht.