Vertrouwensbreuk
Het stabiliteitspact kan na het gebeuren van deze week eigenlijk wel met de vuilnisman worden meegegeven. Van de garanties die dit pact zou moeten bieden, komt immers niets terecht.Om in Europees verband een reprimande te geven aan kleine landen die hun overheidsfinanciën niet op orde hebben, is nog niet zo moeilijk. Wanneer grote landen in de fout gaan en zich overduidelijk niet aan de regels houden, dan blijkt pas wat al die afspraken waard zijn.
Ditmaal was zowel Frankrijk als Duitsland in overtreding. Dat maakte het helemaal tot een moeilijke opgave om naleving van de regels af te dwingen. Minister Zalm kreeg alleen steun van Spanje en een paar kleine landen als Oostenrijk en Finland. De anderen durfden niet tegen de grote twee op.
Traditioneel was de Duitse Bondsrepubliek de verdediger van de harde munt. In die opstelling werkte altijd nog de dramatische geldontwaarding door die het verslagen Duitsland na de Eerste Wereldoorlog teisterde. De Duitse mark was de afgelopen decennia van een spreekwoordelijke hardheid, heel anders dan de Franse frank.
Duitsland heeft zich echter verslikt in de hereniging met de vroegere DDR. Bovendien zijn in de Bondsrepubliek thans de socialisten aan het bewind. Die zijn altijd minder beducht voor oplopende begrotingstekorten. Zodoende werden Frankrijk en Duitsland inzake het stabiliteitspact lotgenoten en bondgenoten.
Van de kant van de Europese Centrale Bank, die naar het voorbeeld van de Bundesbank een onafhankelijke positie inneemt, werd gisteren gesproken over ernstige gevaren voor het vertrouwen in de overheidsfinanciën. Terecht blijft de bank grote waarde hechten aan prijsstabiliteit in het eurogebied.
In Nederland hebben organisaties van werkgevers en werknemers het opzijzetten van het pact meteen aangegrepen om te pleiten voor minder bezuinigingen en hogere overheidsuitgaven. Nederland zou nu ook wel over de 3-procentsgrens heen kunnen stappen.
Hopelijk laat het kabinet zich daar niet toe verleiden. Zalm zou zich dan helemaal ongeloofwaardig maken. Hogere overheidsuitgaven, die inflatoir gefinancierd worden, om daardoor de economische groei aan te wakkeren, zijn een paardenmiddel waarvan de nadelen veelal de voordelen overtreffen. De economische situatie is op dit moment niet zo dramatisch dat we daartoe de toevlucht moeten nemen.
De gang van zaken rond het stabiliteitspact doet de vraag rijzen wat allerlei andere Europese overeenkomsten waard zijn. Wat is de waarde van de zogenaamde Europese grondwet die thans ter discussie staat? Een meerderheid in ons parlement wil daarover zelfs een referendum houden. Maar is dat document meer dan een vod papier, op het moment dat bepaalde onderdelen op gespannen voet staan met de belangen van een paar grote Europese landen?
Destijds is door de tegenstanders van de euro gesteld dat de invoering van een monetaire unie zonder dat die gedragen werd door een politieke unie, een waagstuk was. Nu blijkt dat ook het stabiliteitspact geen garantie kan bieden voor een gemeenschappelijke (gemeenschappelijk binnen een zekere bandbreedte) begrotingspolitiek.