Filipijnse voorganger Abner Cavan over tyfoon Haiyan
De ravage na de tyfoon Haiyan is ongekend. Abner Cavan, voorganger in de Filipijnse stad Cebu City, trok kort na de ramp door zwaar getroffen gebied. „We zullen veel geduld moeten hebben bij de wederopbouw. Het belangrijkste is dat jullie voor ons bidden en ons niet vergeten als de mediahype straks weer over is.”
toen
Ik heb altijd in Cebu City gewoond, de grootste stad op het Filipijnse eiland Cebu. We hebben hier nooit zo’n last van grote stormen gehad, omdat Cebu omgeven is door andere eilanden. Cebu City ligt ook nog eens in het midden van het eiland. De ergste wind wordt dus elders opgevangen.
Ik kan me in mijn leven maar twee stormen herinneren die zo krachtig waren dat de elektriciteit uitviel en dat er een grote ravage was. Maar een storm als Haiyan, dat is ongekend.
De Filipijnse regering had voorafgaand aan de storm geadviseerd om rijst en water in te slaan. Ook waren alle scholen vorige week donderdag en vrijdag al preventief dicht. Op donderdag leken de maatregelen nog tamelijk overdreven. Het regende een beetje in Cebu, maar niets wees op de komst van zo’n krachtige tyfoon. Veel mensen dachten dan ook dat het wel zou meevallen. Ik was toen zelf overigens in de hoofdstad Manilla, maar mijn gezin was in Cebu.
Op vrijdag las mijn vrouw op internet dat de zwaarste storm ooit op aarde op weg was naar de Filipijnen. Toen werd ze wel een beetje nerveus. Ze heeft de kinderen uit het nabijgelegen jongenshuis bij ons in huis gehaald en de adviezen opgevolgd om weg te blijven bij ramen en deuren en niet in het bereik van een grote boom te gaan zitten. De kleine kinderen heeft ze rustig gehouden met spelletjes en het kijken naar videootjes. Het was vooral heel erg warm in huis, omdat alle ramen potdicht zaten.
Halverwege de tyfoon begon het dak van ons huis op sommige plekken te lekken en viel de elektriciteit uit. Ook de mobiele telefoons deden het niet meer. Maar grote schade hebben we niet geleden.
Ik keerde op zaterdagmiddag vanuit Manilla naar huis terug. Pas toen begon langzaam tot ons door te dringen welke enorme verwoestingen de tyfoon op nog geen 100 kilometer van ons huis had veroorzaakt. Zondag werd dat nog duidelijker. De beelden op televisie waren volkomen onwerkelijk. We wilden soms eigenlijk niet langer meer kijken. Het beste was om te bidden.
nu
Na de tyfoon ben ik vanuit onze kerkgemeenschap, de Vinyardkerk, en op verzoek van stichting Medair naar omliggende plaatsen getrokken om de gevolgen in kaart te brengen. We zijn met een team eerst naar het noorden van het eiland Cebu gereden.
Op zo’n 80 kilometer van Cebu zagen we al welke enorme ravage ook op ons eiland was veroorzaakt. Bamboebomen waren als luciferhoutjes omgewaaid. Het leek wel een herfstlandschap, maar dan in extreme mate: alle groen was verdwenen, alles was bruin gekleurd van de takken en stukken hout. Langs de kant van de weg troffen we kinderen die om water en voedsel smeekten. Langs de kust lagen grote schepen die waren gezonken.
In de noordelijke stad San Remigio gingen we langs bij familie, vrienden en leden van onze kerk. We wilden graag weten hoe het met hen was. Gelukkig bleken ze allemaal nog in leven, maar hun huizen waren zonder uitzondering verwoest. Sommigen hadden bijna niets meer.
We zijn met vanaf San Remigio met een boot overgestoken naar het eiland Bantaya, waar Medair ook actief is. De verwoestingen daar zijn werkelijk ongekend. Ook veel stenen huizen met een verdieping waren ingestort. Een toeristenresort aan de kust was helemaal weggevaagd.
Opmerkelijk was dat we de mensen daar niet in mineur aantroffen, maar vooral blij dat ze de storm hadden overleefd. Ik ben één oudere man tegengekomen die boos was op God. De overigen waren echter vooral dankbaar dat ze nog leefden.
straks
Het officiële dodental is inmiddels gestegen tot meer dan 4400, maar ik ben bang dat het nog verder zal stijgen. Hier in Cebu City zijn inmiddels ook overlevenden vanuit het zwaargetroffen Tacloban neergestreken. Hun verhalen zijn ongelooflijk. Zo sprak ik met een gezin dat urenlang boven in een boom heeft gezeten, in de angst dat die om zou waaien. Heel veel mensen zijn verwanten kwijtgeraakt. Het is werkelijk hartverscheurend. Vanuit onze kerk proberen we te helpen met onderdak en voedsel.
De verwachting is dat grote delen van de Filipijnen nog zo’n drie tot vier maanden zonder stroom zullen zitten. Het is duidelijk dat de nasleep nog heel lang zal zijn, zeker in de psyche van mensen We hadden hier een paar weken terug een aardbeving, met een kracht van 5,9 op de schaal van Richter. Als er een autodeur dichtklapte, draaiden mensen zich een week later nog angstig om. Trauma’s kunnen zich na een ramp als de tyfoon diep wortelen.
De gevolgen van een volgende grote tyfoon zouden beperkt kunnen worden door betere infrastructuur en stevigere huizen. Ook zou er op bepaalde plekken niet meer gebouwd moeten worden. In Tacloban strekken de sloppenwijken zich uit tot aan de kust. Een zero-tolerancebeleid zou veel ellende kunnen voorkomen.
Vanuit christelijk perspectief is het gebed van groot belang. Als voorganger in mijn gemeente ben ik de laatste dagen voor de preek van zondag veel bezig geweest met Jesaja 35, vooral vers 5 en 6. Daar belooft God dat de ogen van de blinden zullen opengaan en de oren van de doven zullen worden geopend en de kreupele zal springen. Prachtige dingen staan daar. God belooft ons die en dat geeft hoop.
Mensen in Nederland kunnen ons het meest helpen door voor ons te bidden én door ons niet te vergeten als de mediastorm weer is geluwd. De wederopbouw zal een zaak van lange adem zijn die veel geduld zal vergen. We zullen dus ook lange tijd hulp nodig hebben.”