Identificatiefiguur afschaffen
Het woord identificatiefiguur wint aan invloed. De vermeldingen in Digibron onderstrepen deze uitspraak. Als je de periode 1970 tot 2010 in vier blokken van tien jaar verdeelt, krijg je de volgende reeks vermeldingen: 2 - 10 - 76 - 180. Wie vervolgens overschakelt naar Google, ziet zeer veel referenties uit christelijke hoek. Niet-christenen gebruiken liever het woord idool. Een kwestie van woordkeus.
Woordkeus, daarover wil ik het hebben. Lees de column als een pleidooi om het woord identificatiefiguur af te schaffen.
Identificatiefiguur doet een beetje denken aan ID. Identiteit. Eigenlijk is dat niet wat je wilt. Op een forum voor jongeren las ik: „Mijn idool? Nobody! Ik wil gewoon messelluf zijn.” En dat lijkt me oké. Ieder mens is uniek door God geschapen en uniek bedoeld. Je betaalt een hoge prijs voor het streven om te zijn als een ander: je raakt jezelf kwijt.
Begrijp me goed, ik verdenk opvoeders die het woord identificatiefiguur gebruiken er niet van dat ze bedoelen dat je je eigen identiteit moet inruilen of aanpassen. Het gaat in deze column minder over opvattingen dan over woordkeus.
Het Bijbelse woord voor identificatiefiguur is: voorbeeld. Dat past beter. Je moet niet dezelfde worden, maar je kunt iets in hem of haar zien: een beeld. Voorbeeld is een belangrijk woord in de Bijbel. Petrus raadt de ouderlingen aan een voorbeeld te zijn voor de kudde (1 Petr. 5). Een voorbeeld van wie? Een voorbeeld van de Opperherder. En die Opperherder is Zelf weer het Beeld van God (Hebr. 1:3). Volmaakt. Wie de Vader wil leren kennen, heeft er letterlijk genoeg aan om de Zoon te zien (Joh. 14:9).
Zo ontstaat een soort ketting van voorbeelden. Petrus moedigt de jongeren aan om een voorbeeld te zien in de volwassen gemeenteleden, zoals die dat weer kunnen zien in ambtsdragers, zoals zij dat weer kunnen zien in de apostelen Petrus en Paulus (1 Kor. 11:1), zoals zij voorbeelden zijn van Christus, zoals Christus het Beeld is van God.
Een nog mooier gezicht krijg je als je van de andere kant kijkt. Het gaat niet om wat we zien, het gaat over hoe God Zich genadig aan ons openbaart. God wil Zich in Christus openbaren, zoals Christus iets van Zichzelf laat zien in Zijn kinderen en ambtsdragers (Joh. 17:10b, 2 Kor. 3:2-3). Door een godvrezende opvoeder heen openbaart God iets van Zichzelf aan het kind van het verbond. ”Identificatiefiguur” wijst op jezelf, maar ”voorbeeld” laat door je heen kijken. Als een rij doorzichtige panelen. Ik herinner me een prachtige uitspraak over een kind van God. „Hij was transparant tot op Christus.”
Veel artikelen uit Digibron hebben de teneur: Wees identificatiefiguur voor onze jongeren! Ik weet niet of dat nu de Bijbelse denkwijze is. Dat je iets moet laten zien: vruchten van de Geest, geloof, hoop en liefde. Ik heb de indruk dat ook hier het woord identificatiefiguur ons op het verkeerde been zet. ”Voorbeeld” past beter. De kwaliteit van een voorbeeld hangt per definitie niet af van de vraag of het iets moois laat zien. Een voorbeeld is beter naarmate het dichter bij het origineel komt. De christen moet zich niet richten op zijn ‘output’, maar op zijn afstand tot de Bron. Concreet: veel bij Christus verkeren (Hand. 4:13b). Niet focussen op de vruchten in mijn leven, maar op de verbondenheid met de Wijnstok (Joh. 15:5). Als ik dat doe, zullen mensen in wat ik vanzelfsprekend vind (Matth. 15:37) iets zien van het beeld van God in Christus.
Wie andere woorden gebruikt, hoeft niet meteen iets anders te bedoelen. Tegelijk ben ik te veel overtuigd geraakt van de kracht van taal om nog te kunnen geloven dat het niet uit maakt welk woord je gebruikt. Woordkeus richt je denken. We moeten nog eens stevig nadenken over het gebruik van ”identificatiefiguur”. Beelddrager Gods was nog niet zo gek gezegd. Maar dat woord krijgen we niet meer gerevitaliseerd. Met ”voorbeeld” blijven we dicht bij de Bijbel. Dat is op zichzelf een veilige gedachte.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl