Alfabet voor George W.’s recessie
Zodra de scherpe terugval in de Amerikaanse economie duidelijk werd, begonnen economen te speculeren over het herstel. Daarbij werden allerlei letters van het alfabet van stal gehaald. In het begin waren de kampen vooral verdeeld tussen een V-vormig herstel (de hoofdstroom) en een L-vormig herstel (het alternatieve kamp).
Bij een V-vormig herstel is er sprake van een korte, wellicht diepe recessie die snel gevolgd wordt door een krachtig herstel. Bij een L-vormig herstel volgt er op de neergang eigenlijk helemaal geen herstel, althans niet op korte termijn. Dit is meer een scenario à la Japan. Hoewel de Amerikaanse economie de afgelopen weken zeker tekenen van leven begint te vertonen, is van een V-vormig herstel eigenlijk al geen sprake meer.
Dus moet er een nieuwe letter voor worden gevonden: een U-vormig herstel. In dit scenario herstelt de economie na enkele kwartalen over de bodem te hebben gehobbeld. Dit scenario is zeer goed denkbaar. Als de economie zich in het tweede of derde kwartaal van dit jaar herstelt, dan bestaat de bodem van de U uit de drie laatste kwartalen van 2001 en het eerste kwartaal van 2002. Dit is momenteel het meest geciteerde scenario.
Een L-vormig scenario is niet uitgesloten, maar ook weer niet waarschijnlijk. Greenspans renteverlagingen, de belastingverlagingen van Bush en het snelle snijden in voorraden en het werknemersbestand door bedrijven hebben de kans op herstel vergroot.
Toch is er nog een ander scenario te bedenken: het W-vormig herstel. In dit scenario ondergaat de economie na een kortstondig herstel een tweede terugval. Het eerste herstel van de W dient zich al aan. De arbeidsmarkt lijkt zich enigszins te herstellen, getuige de terugloop van het aantal aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen. De orders voor kapitaalgoederen zijn twee maanden achtereen fors gestegen en de productie is minder negatief dan in voorgaande maanden. De huizenmarkt is weliswaar wat afgekoeld, maar vertoont geen tekenen van een sterke terugval. Het consumentenvertrouwen is sterk gestegen, net als de lange rente. Het is dan ook geen verrassing dat de voorlopende indicator, die doorgaans een goed beeld geeft van de toekomstige groei, de afgelopen drie maanden sterk is gestegen.
Toch is dit nog geen bewijs dat alle ellende voorbij is. Een groot deel van de verbetering in de cijfers is te danken aan de stunt die autofabrikanten in het laatste kwartaal van 2001 voor de consument in petto hadden: lenen tegen 0 procent rente. Algemeen geldt dat de consument met grote prijsverlagingen naar de winkels is gelokt, hetgeen natuurlijk de winsten verder onder druk zet. Verder is het weer een stuk beter geweest dan normaal.
Producenten en detaillisten hebben van de verrassend bestendige verkopen gebruikgemaakt om hun voorraden in recordtempo af te bouwen. Diezelfde fabrikanten beginnen nu weer orders te plaatsen en te produceren, hetgeen zal leiden tot een herstel van de economie. Als echter de vraag wederom achterblijft bij de productie, komt de W om de hoek kijken. Een nieuwe ronde van ontslagen en productiebeperkingen leidt in dat geval tot een tweede dip.
De kans hierop is allerminst denkbeeldig. Gezinnen hebben veel geld geleend en sparen nauwelijks nog. Op zich verklaarbaar, gezien de enorme vermogenswinsten die gedurende de tweede helft van de jaren negentig op de beurs en de huizenmarkt zijn geboekt, maar het is ook een bedreiging voor een duurzaam herstel. Wat namelijk meestal gebeurt in een recessie, is dat gezinnen hun besparingen verhogen vanwege de toenemende onzekerheid. Daardoor daalt de consumptie. Als er zich dan herstel aftekent, kunnen consumenten hun uitgestelde vraag financieren uit de opgebouwde besparingen. Maar deze keer hebben gezinnen hun besparingen niet verhoogd ten koste van de consumptie en wat niet snel daalt, kan zich ook niet snel herstellen.
Daarbij komt nog dat de reële inkomens onder druk staan door de malaise op de arbeidsmarkt. Wellicht kunnen consumenten voorlopig blijven kopen door nog meer te lenen, maar dat is zeker geen houdbaar scenario. Tel daar nog eens de slabakkende beurzen bij en er is reden genoeg om te veronderstellen dat consumenten terughoudend zullen zijn. Het is dus zeer goed mogelijk dat een vanuit de productiezijde komend herstel geen lang leven beschoren is en het W-vormig herstel bewaarheid wordt.
Ondertussen heeft de recessie ook al tot de nodige politieke gevechten geleid. Met verkiezingen voor het Congres en de Senaat in aantocht, wordt de schuldvraag natuurlijk heen en weer geschoven. Is de recessie nog onder Clinton begonnen, zoals de Republikeinen beweren, of onder Bush? Formeel is de recessie onder Bush begonnen, namelijk in maart 2001, en de Democraten zullen niet nalaten dat te benadrukken. Maar de teruggang in de economie was eigenlijk al in de tweede helft van 2000 te zien, koren op de molen van de Republikeinen.
De zwakke economie heeft gevolgen voor het begrotingssaldo. Na jarenlange overschotten kondigt zich dit en volgend jaar weer een tekort aan. De Democraten zullen Bush ervan beschuldigen het overschot te hebben verkwanseld door zijn enorme belastingverlagingen. Hier moeten zij echter voorzichtig mee zijn, want enkele Democraten zijn bij de stemming overgelopen.
Ook bij het afketsen van een extra stimuleringspakket voor de noodlijdende economie zullen Democraten en Republikeinen elkaar de zwartepiet toespelen. De economie is daarmee eens te meer inzet van de verkiezingen, net als tijdens de vorige recessie. Toen zegevierde de Democraat Clinton over Bush senior. George W. Bush heeft aan zijn vader dus een slecht voorbeeld.
De auteur is werkzaam bij Economisch Bureau ABN Amro.