Televisie
Die middag kreeg ik les in televisiekijken. Het gebeurde in een Belgische gevangenis. Juist was ik een quatrocel (cel waarin vier gedetineerden zitten) binnengelopen en had ik plaatsgenomen aan hun tafel. Ik probeerde met mijn rug naar het tv-toestel te gaan zitten. Het apparaat staat hier bijna 24 uur per dag aan.
Terwijl ik aan tafel zat, zag ik hoe van vier mannen die voor mij zaten, onder het gesprek de ogen afdwaalden naar het scherm. Ik vroeg hun wat ze allemaal zagen. In koor zeiden ze: „Henk, niets dan rommel, vuile seks, moord et cetera. Voor de dingen die we daar zien, zitten wij hier opgesloten.
„Zeg mannen, dat is toch zó erg niet?” vroeg ik, „er komen toch ook goede dingen op?” Een van de mannen zei: „Jij hebt zeker geen tv?!” Hij nam de afstandsbediening in zijn hand en zei: „Draai je eens een paar minuten om en kijk zelf.” Hij klikte met zijn vingers op de toetsen. Het eerste kanaal ging open. Ik zag een zangeres die schaars gekleed was en heel vreemde bewegingen maakte. De mannen zapten naar een ander station. Daar was een spannende film bezig, juist werden twee mensen vermoord. Men schakelde over naar een volgend kanaal. „Kijk nu goed”, zeiden de mannen achter mij. In drie minuten had ik twee moorden gezien en één verkrachting. Ik draaide me om en zei: „Mannen, zet maar af, de les heeft al veel te lang geduurd.”
Ver zien
De Bijbel lag op de tafel: „Hier jongens, ik zal jullie ook ver laten zien. God heeft de wereld 6000 jaar geleden gemaakt, en ziet, het was zeer goed. Toen was alles rein en heilig. Geen zonden, geen gevangenissen. Maar wat is er gebeurd? De mens heeft God verlaten en Hem de rug toegekeerd. Hij kreeg de zonde en alles wat niet naar Gods wet was lief en deed alles wat verboden was. En dat doet hij nog. En toch is er in jullie hart een stem die uitroept: Dit is het leven niet! Daarom zeggen jullie ook dat het niet goed is.”
Het werd stil in de cel. Een jongeman drukte zijn sigaret uit in zijn zelfgemaakte asbak en keek mij met droevige ogen aan. Hij vroeg: „Hoe moet het ooit goed komen?”
Ik zei dat het weer hersteld kan worden. „De Heere zegt: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. Hij wil ook jouw leven vernieuwen.”
Enkele dagen later zat ik achter de beklaagdenbank in een assisenproces (hooggerechtshof). Een jongeman had zijn oma en zijn tante met een slagersmes op gruwelijke wijze vermoord. Het was doodstil in de zaal toen zijn advocaat zijn laatste pleidooi hield. Op dat moment dacht ik: Nu moesten alle predikanten hier zitten, om te leren hoe ze advocaat van Christus moeten zijn.
In het slot van zijn rede richtte hij zich tot de officier van het openbaar ministerie (de openbaar aanklager): „Openbaar ministerie, ik klaag u aan! Want u laat het toe dat ’s avonds om 11 uur de verschrikkelijkste horrorfilms worden uitgezonden op de tv. Van deze films leerde mijn cliënt hoe hij met een mes om moest gaan.”
Het werd stil in de zaal. Ik zag de mannen van de krant schrijven. De andere dag las ik wel het pleidooi, maar niet de beschuldiging aan het openbaar ministerie.
Medeschuldig
Op een keer waren we met ons gezin op bezoek bij een mevrouw om thee te drinken. De tv stond aan. De elfstedentocht werd uitgezonden. „Mevrouw, mag hij even aanblijven?” vroeg ik. Onschuldig toch? Je hart gaat toch open als je van schaatsen houdt?
Ik genoot en zag mijzelf al op het ijs. Ik genoot, tot het moment dat nummer 4 van de deelnemers finishte. Hij was eenhonderdste seconde te laat. Hij sprak een verschrikkelijke verwensing uit. Als een mes sneed het door mijn ziel. Ik riep: „Uit, doe uit, doe uit!”
Ik voelde een diep verdriet, niet alleen omdat híj God vloekte, maar nu, daar in die kamer, deed ík mee. Ik was schuldig, want ik wilde op dat moment kijken. Ik dacht aan Leviticus 5:1 en aan hoofdstuk 24. Ik ben verantwoordelijk voor wat mijn huiskamer binnenkomt.
Dan blijft er alleen het gebed over: „O God, wees mij, zondaar, genadig.” Ik hoef dat ding niet, want ik heb een boos en overspelig hart.
H. Bor, evangelist in Gent, België