Buitenland

Vancouver zit vol verrassingen

Vancouver staat al jaren in de top drie van meest leefbare steden ter wereld. Maar ook voor toeristen is de Canadese stad een aantrekkelijke plek. Zee, strand en bergen zijn allemaal binnen handbereik.

11 November 2013 12:01Gewijzigd op 15 November 2020 06:56
Vancouver behoort tot de meest leefbare steden ter wereld. beeld Fotolia
Vancouver behoort tot de meest leefbare steden ter wereld. beeld Fotolia

In Vancouver is het mogelijk: ’s morgens skiën op Grouse Mountain en ’s middags wandelen door het regenwoud bij Capilano River. De ruim 600.000 inwoners tellende stad, gelegen aan de Straat van Georgia, staat bekend om haar spectaculaire natuur.

Het uitzicht vanaf Grouse Mountain is het mooist. Een kabelbaan voert bezoekers binnen acht minuten naar de top van de 1250 meter hoge berg. Beneden ligt de metropool, half omgeven door de zee. Kolossale tankerschepen varen traag de haven uit, langs Vancouver Island richting de Grote Oceaan. Bij helder weer is zelfs de besneeuwde vulkaan Mount Baker in de Verenigde Staten nog goed te zien.

Aan de voet van Grouse Mountain liggen een paar prachtige wandelgebieden: Lynn Canyon Park en Capilano Park. De tocht voert door dichte bossen, langs steile kliffen en metershoge watervallen. Een 137 meter lange, schommelende hangbrug van hout, touw en twee dikke staalkabels overspant de 70 meter diepe kloof van de Capilano River. Hoe stevig de brug is? Een bordje vermeldt dat er 1300 mensen tegelijk op kunnen staan, of 96 olifanten. „Geen probleem. Tenminste, niet voor de brug. (Succes met de olifanten!).”

Wie de brug heeft overgestoken, komt in een heus regenwoud terecht. Tropisch is het er niet, maar door de mist wel heel vochtig. Informatiepanelen maken duidelijk dat het hier om een uniek ecosysteem gaat. Sommige bomen zijn niet alleen heel oud (1500 jaar) en heel hoog (75 meter), ze leveren ook veel zuurstof. Een woudreus levert genoeg voor vier families. En daar moet je zuinig op zijn, zo is de boodschap. Want nog steeds gebruikt de gemiddelde Noord-Amerikaan 325 kilo papier per jaar, goed voor zes bomen.

Stanley Park

Om van de natuur te genieten, hoef je eigenlijk de stad niet uit. Vancouver bezit een van de grootste stadsparken ter wereld: Stanley Park, ruim vier vierkante kilometer groot. Het is in feite een schiereiland, dat wordt omzoomd door de English Bay en de Burrard Inlet – ooit het jachtgebied van de Squamishindianen. Langs de oever loopt een twaalf kilometer lange weg, de Scenic Drive, die vooral populair is bij fietsers en hardlopers.

En inderdaad, Stanley Park kan het beste per fiets worden verkend. Al snel blijkt dat het park niet van de tekentafel van een landschapsarchitect komt. In het oerbos groeien dennen en douglassparren dwars door elkaar heen, terwijl kronkelige wandelpaden langs kleine meertjes vol waterlelies voeren. En elke keer is het uitzicht weer anders: op de bergen van Noord-Vancouver, op de Straat van Georgia of op de skyline van de stad.

Bij de jachthaven bevindt zich het ”Hallelujah Point”, waar het Leger des Heils vanaf 1887 diensten in de openlucht hield. Liederen als ”Hallelujah, hallelujah” waren tot in het centrum van Vancouver te horen.

De bijna twee kilometer lange en 61 meter hoge Lions Gate Bridge verbindt de punt van het schiereiland met het noorden van de stad. De ijzeren brug uit 1937 was lange tijd in bezit van de Ierse biermagnaat Guinness, die 25 cent vroeg voor elke automobilist die eroverheen wilde rijden. De provinciale regering nam de rechten in 1955 over. Nu maken dagelijks 70.000 voertuigen gebruik van de verbinding.

Indianen

Historische gebouwen zijn er nauwelijks in Vancouver. Een grote brand in 1886 legde vrijwel de hele stad in as. Glazen wolkenkrabbers clusteren samen aan de waterkant, en verder telt Vancouver naar Noord-Amerikaanse begrippen vrij veel laagbouw.

Maar dat betekent niet dat Vancouver geen geschiedenis heeft. Het Museum for Anthropology, een hypermodern gebouw van glas en staal op het terrein van de universiteit van British Columbia, vertelt de historie van de oorspronkelijke inwoners van dit gebied: de indianen. De expositieruimten staan vol totempalen, kano’s, kisten met uitgesneden vogelfiguren en kleurige maskers. De makers dragen exotische namen als Kwakiutl, Tshimshian en Salish.

De Europeanen zetten pas in de negentiende eeuw voet aan wal in West-Canada. De Engelse kapitein George Vancouver, een nazaat van het Nederlandse adellijke geslacht Van Coevegeen orden, verkende het gebied al aan het einde van de achttiende eeuw, maar hij was er niet bijzonder onder de indruk. In zijn logboek noteerde hij alleen dat de landingsplaats bedekt was met dichte dennenbossen.

George Vancouver maakte de eerste Engelse nederzetting niet meer mee. De plaats kreeg in 1886, toen het laatste stukje spoor van de Canadian Pacific Railway was aangelegd, wel de naam van haar ontdekker: Vancouver. En daarmee werd indirect de Drentse stad Coevorden vernoemd.

Fort Langley

Even buiten het huidige Vancouver, aan een zijarm van de Fraser River, ligt Fort Langley. In 1827 bouwde de Hudson’s Bay Company hier een houten verdedigingswerk om de handel op de rivier en Vancouver Island onder controle te krijgen. In het fort, een uitvalsbasis voor pelshandelaars en goudzoekers, werd British Columbia in 1858 tot kroonkolonie uitgeroepen.

Van het oorspronkelijke Fort Langley is alleen een voormalig magazijn bewaard gebleven. Maar alle andere gebouwen zijn zorgvuldig gereconstrueerd, waarbij gebruik is gemaakt van oorspronkelijke materialen.

In het museumdorp lijkt de tijd van de goudkoorts te herleven. De ‘bewoners’ die er rondlopen, zien eruit als echte bonthandelaars, timmerlui of soldaten. Overal staan zakken, kisten en vaten met gedroogde zalm, meel of hout. Aan het plafond hangen pelzen, aan de muur jachtgeweren, bijlen, zagen en andere gereedschappen.

De wijk die in Vancouver nog het meest aan de pionierstijd doet denken, is Gastown. In het voormalige handelshart van de stad vind je hier en daar nog klinkerstraatjes en oude bakstenen pakhuizen.

Symbool voor Gastown is de Steam Clock. Deze door stoom aangedreven klok speelt elk kwartier het deuntje van de Big Ben op zijn stoomfluit. Want een beetje Brits is Vancouver altijd gebleven.

tourismvancouver.com


Eten & slapen

Wie authentiek Chinees wil eten, kan terecht in een van de vele restaurantjes in de Chinese wijk van Vancouver. In de stad wonen 100.000 Chinezen. Op Granville Island, een voormalig industrieterrein, bevinden zich diverse specialiteitenrestaurants, die vooral vis en zeevruchten serveren.

Ook Robson Street telt veel restaurantjes. De inwoners van Vancouver spreken soms nog van Robsonstrasse, omdat enkele decennia geleden voornamelijk Duitse winkels het straatbeeld bepaalden. Op nummer 1300 zit restaurant Forage, dat uitsluitend gebruik maakt van natuurlijke producten uit de omgeving van Vancouver.

Een goede plek om te overnachten is het naastgelegen The Listel Hotel, het „artistiekste hotel van Vancouver”. De schilderijen die aan de muren hangen, zijn gewoon te koop.

Voor meer adressen van hotels en restaurants: www.tourismvancouver.com.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer