Vooral het middensegment heeft het zwaar, zegt ING-onderzoeker Dirk Mulder. Mensen kopen of heel goedkope kleding, of ze kiezen voor een kledingstuk met een hogere prijs dat langer meegaat. Producten die daartussen vallen zijn minder in trek.

Behalve door de crisis, zien winkeliers ook steeds meer omzet weglekken door de toenemende verkopen via internet. Volgens Mulder worden nu ongeveer 10 procent van alle nieuwe kleren en schoenen bij webwinkels als Zalando en Wehkamp.nl aangeschaft. Hij verwacht dat dit percentage het komende decennium zal groeien tot ongeveer 30 procent.

Vooral kleine zelfstandige modeboetiekjes lijken de dupe. Het straatbeeld wordt steeds meer beheerst door grote ‘fast fashion’-ketens als H&M, ZARA en Primark. Zij verkopen op grote schaal modieuze kleding tegen lage prijzen en kunnen zich veroorloven om vaak van collectie te wisselen.

Vergeleken met 2007, het laatste jaar voor de crisis, bedraagt het omzetverlies van kledingwinkels volgend jaar naar verwachting 15 procent en van schoenenzaken een kleine 12 procent. Het aantal winkels dat de deuren sluit loopt steeds verder op. In 2007 werden ruim 1300 kledingzaken opgeheven. Vorig jaar waren dat er al bijna twee keer zoveel. Bij schoenenwinkels was zelfs sprake van een verdrievoudiging van 108 in 2007 naar 313 in 2012.

Nu telt Nederland nog bijna 18.000 kledingwinkels en 3400 schoenenzaken. Mulder schat in dat het totale vloeroppervlak van de winkels nog zo’n 30 tot 40 procent moet dalen voor de markt weer gezond is.