„Denk mee over verkleining afstand burger en Brussel”
DEN HAAG. De Tweede Kamer heeft de VVD’er Leegte onlangs benoemd tot rapporteur democratische legitimiteit in de EU. Iedereen mag met hem meedenken. „Ook Mien uit Loppersum.”
Leegte moet het komende halfjaar „in gesprekken met allerlei betrokkenen komen tot een breed gedragen standpunt van de Tweede Kamer over een aantal actuele vragen die te maken hebben met democratische legitimiteit in de Europese Unie”, liet de Kamer recent weten.
Wat houdt dat precies in?
„Ik moet nagaan welke mogelijkheden de Kamer heeft om Europese besluitvorming te controleren, of dat instrumentarium toereikend is en of de controle effectiever moet en kan worden.”
Waarom is dat belangrijk?
„Heel veel wet- en regelgeving komt tegenwoordig direct of indirect uit Brussel.
Hoe beter de controle van de Kamer daarop is, hoe beter de legitimiteit van die besluiten is gewaarborgd.”
Hoe gaat u uw opdracht uitvoeren?
„Eerst heb ik een rondje gemaakt langs alle partijen in de Kamer. Dat heeft geresulteerd in een notitie (zie kader hiernaast, KdG). Ik ga ook bij andere parlementen in Europa langs. En we roepen alle burgers en belanghebbenden op hun mening over Europa aan ons kenbaar te maken via ons e-mailadres cie.eu@tweedekamer.nl. Dat kon eerst tot 10 november, maar we hebben die termijn met enkele weken verlengd.”
Waarom vindt u het belangrijk dat gewone burgers met u meedenken?
„Brussel beïnvloedt steeds meer het dagelijks leven van mensen. Europa is daarom voor iedereen belangrijk. Veel mensen hebben ook een mening over de EU. Wij willen graag van hen inventieve en concrete oplossingen te horen krijgen die eraan kunnen bijdragen dat de afstand tussen de burger en de Europese wetgever verkleind kan worden. Daardoor kan het draagvlak voor Brusselse besluiten groeien.
Velen hebben ons al een bericht gestuurd. Daar zitten vertegenwoordigers van lobbygroepen bij, maar –om oud-VVD-leider Dijkstal te citeren– ook Mien uit Loppersum reageert.”
Uw onderzoek is pas net gestart, maar bent u al op verbeterpunten gestuit?
„Een belangrijk pijnpunt zit bij de gedelegeerde bevoegdheden van Brussel, vergelijkbaar met Algemene maatregelen van bestuur in Nederland. Het parlement is dan wel betrokken bij de kaderstelling, maar heeft geen invloed op de uitwerking.
Denk dan bijvoorbeeld aan de malle situatie dat de Europese Commissie voorstelde dat restaurants voortaan geen hervulbare olijfolieflesjes meer mogen gebruiken, maar dat olijfolie alleen in wegwerpflessen mag worden geserveerd.
Zulk soort situaties moet niet meer voorkomen. Als dat toch gebeurt, moet de Kamer daar iets aan kunnen doen.”
Hoe kun je dat bewerkstelligen?
„Door de bevoegdheden van Brussel duidelijk af te bakenen. Wij in Den Haag gaan niet over provinciale wegen. Zo werkt het in Europa ook. Met bepaalde zaken moet de EU zich niet bemoeien.”
Kamer: EU-wetten beter controleren
Redactie politiek
DEN HAAG. De Tweede Kamer vindt dat de controle op Brusselse besluiten beter moet en dat het besluitvormingsproces transparanter moet worden. Daardoor zal namelijk het noodzakelijke draagvlak onder de bevolking voor de Europese wetgeving kunnen groeien.
Draagvlak voor Europese besluitvorming moet vanuit de bevolking tot stand komen, constateert de vaste Kamercommissie voor Europese zaken in een recente notitie. „Een goede band tussen bevolking en volksvertegenwoordigers is hierbij cruciaal.”
De Kamer vraagt zich echter af of burgers wel voldoende betrokken zijn bij Europa en of ze zelf wel genoeg de vinger aan de pols kan houden in Brussel. Zo vindt de Tweede Kamer bijvoorbeeld dat hij onvoldoende zicht heeft op de voorbereidende werkzaamheden in Brusselse werkgroepen voordat de Europese ministers ergens over moeten besluiten.
In de notitie staat een reeks suggesties voor verbetering. Zo zou de informatievoorziening aan het parlement over wat in Europa gebeurt beter kunnen. Datzelfde geldt voor de verantwoording achteraf door de regering aan de Kamer over in Brussel genomen besluiten.
De Europese Commissie zou daarnaast eerder en beter moeten uitleggen waarom ze ergens met wetgeving over komt.
En als er regels uit Brussel komen, moet de Kamer daar meer bovenop kunnen zitten. Nu kan een derde van de nationale parlementen in Europa de Commissie vragen nog eens naar zijn plannen te kijken, als die parlementen vinden dat Brussel te ver gaat – de zogeheten gelekaartprocedure. Die werkwijze leidt echter, constateert de Kamer, zelden tot wijzigingen in Europese besluiten.
De effectiviteit van die procedure moet dus groter worden. Bijvoorbeeld door betere samenwerking tussen de parlementen in Europa.
Misschien, oppert de Kamer, zou er ook een groenekaartprocedure moeten komen: nationale parlementen kunnen dan samen voorstellen doen voor nieuw Europees beleid of voor de wijziging of intrekking van bestaand beleid.
Maatschappelijke organisaties moeten daarnaast vaker hun visie kunnen geven op Europese regels.