Houd zwaarste ggz-patiënten in AWBZ
De geestelijke gezondheidszorg (ggz) moet in de AWBZ blijven, stellen drs. M. J. ter Avest en mr. A. W. D. Saers.
Per Saldo en het Landelijk Platform GGZ vinden het onbegrijpelijk als zelfs mensen met zeer zware problematiek rond de geestelijke gezondheid straks geen toegang meer krijgen tot de AWBZ (Algemene wet bijzondere ziektekosten). Als het aan het kabinet ligt, dreigt dit toch te gebeuren. Het heeft aangekondigd alle intramurale ggz met behandeling naar de Zorgverzekeringswet (ZVW) over te hevelen en alle intramurale zorg waar het accent ligt op begeleiding (beschermd wonen) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Daarom hebben we een brandbrief gestuurd naar staatssecretaris Van Rijn van Sociale Zaken. Deze zorg moet in de AWBZ blijven. Mocht Van Rijn toch door willen zetten, zo schrijven we in de brief, dan moet er in elk geval aan een hele reeks voorwaarden zijn voldaan, om de zorg voor langdurig zieken goed te regelen. Het gaat om mensen met een psychiatrische beperking die continu intensieve begeleiding nodig hebben. Dat de vele voorwaarden er zijn, geeft al aan dat om een onlogische maar ook onverantwoorde keuze gaat.
Deskundigheid
Mensen met zware ggz-problematiek die zwaardere zorg nodig hebben, kunnen niet onder de AWBZ blijven vallen, terwijl mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking die zwaardere zorg nodig hebben dit wel kunnen. Maar mensen met een zware psychiatrische beperking hebben altijd mensen in hun nabijheid nodig. Gemeenten kunnen deze zorg helemaal niet aan, ze hebben geen idee hoe complex de zorg voor deze mensen is en wat het betekent voor de omgeving van mensen; ze missen daarvoor de deskundigheid. En belangrijker nog, het ontbreekt de gemeenten aan kennis om te zien welke hulp nodig is, in welke omvang en met welke specifieke deskundigheid, zo stellen we.
Per Saldo en het Landelijk Platform GGZ zien grote bezwaren bij de overheveling naar de ZVW en de WMO, vooral bij dat laatste. De rechtspositie van zorgvragers zal veel beter geregeld moeten worden dan nu in de WMO het geval is. Het gaat vaak om zeer kwetsbare personen die 24 uur per dag toezicht nodig hebben.
Ook moet de doelstelling van de WMO in de wet aangepast worden. Het gaat bij intramurale zorg immers niet alleen om participatie, waar de WMO op focust, maar juist ook om het bieden van een veilige omgeving en ondersteuning bij kwaliteit van leven. Die aspecten moeten ook in de nieuwe Zorgverzekeringswet gewaarborgd worden om te voorkomen dat de zorg zich daar eenzijdig op behandeling gaat richten. Ook toegankelijkheid en keuzevrijheid bij dagbesteding zullen in de ZVW goed geborgd moeten worden.
Zowel in de WMO als in de ZVW moet geregeld worden dat het zorgplan dat samen met zorgvrager en naastbetrokkenen is opgesteld, als leidraad dient voor de te leveren zorg. Dat zorgplan zal alle levensgebieden moeten omvatten. Op die manier kan een eenzijdige focus op maatschappelijke participatie of medische behandeling voorkomen worden. Voorzieningen moeten toegankelijk blijven.
Persoonsvolgend
In de langdurende ggz zijn diverse gespecialiseerde kleinschalige voorzieningen, vaak opgezet door of samen met directbetrokkenen. Het Landelijk Platform GGZ en Per Saldo willen dat deze voorzieningen in het nieuwe stelsel toegankelijk blijven door het invoeren van persoonsvolgende financiering. Als bijvoorbeeld zo’n wooninitiatief de beste plek is voor iemand, moet de gemeente daar een-op-een zorg kunnen inkopen. Daarnaast willen beide organisaties dat zorgverzekeraars en gemeenten op regionaal niveau een gezamenlijk budget krijgen voor zorginkoop. Daarmee kan voorkomen worden dat zorgvragers heen en weer geschoven worden tussen gemeente en zorgverzekeraar.
De beste oplossing blijft dat de zwaarste groep patiënten een plek krijgt in de nieuwe AWBZ ofwel de Wet langdurige intensieve zorg (LIZ). Het kabinet lijkt een andere keuze te maken, maar Per Saldo en het Landelijk Platform GGZ zullen alle moeite doen om de politiek hiervan te overtuigen. Het is onbegrijpelijk dat alle ggz-cliënten worden uitgesloten in een wet die de zorg regelt voor mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
De auteurs zijn respectievelijk directeur van het Landelijk Platform GGZ en directeur van Per Saldo, de belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget.