De drie presenteerden dinsdagochtend een initiatiefwetsvoorstel waarin de zogeheten beperkte gemeenschap de standaard wordt.

Als de wet van kracht wordt, valt alleen vermogen of bezit dat het resultaat is van een gezamenlijke inspanning tijdens het huwelijk onder de gemeenschap van goederen. Voorhuwelijkse bezittingen, schulden en erfenissen blijven daar als het aan VVD, PvdA en D66 ligt buiten.

Stellen die nu bijvoorbeeld de voorhuwelijkse schuld buiten de gemeenschap van goederen willen houden, kunnen dat regelen door het opstellen van huwelijkse voorwaarden, wat ongeveer in een kwart van de huwelijken gebeurt. Veelal laten partners het echter na, bijvoorbeeld omdat ze geen weet hebben van oude schulden van hun huwelijkspartner, aldus de initiatiefnemers. „Na de scheiding komen ze dan voor een vervelende verrassing te staan.”

Via een uitsluitingsclausule in een testament kunnen ouders nu ook al voorkomen dat een schoonzoon of schoondochter bij een scheiding een deel van het legaat krijgt. Vaak leidt dat echter tot willekeur, aldus VVD, PvdA en D66. „Bij de ene scheiding is er wel zo’n clausule, bij de andere niet.”

Dat huwelijkspartners nu al even „van de roze wolk kunnen afstappen” door vóór hun huwelijk de zakelijke kant te regelen in de huwelijkse voorwaarden noemt initiatiefneemster Berndsen (D66) verstandig en goed. „Maar eigenlijk zou dit al standaard geregeld moeten zijn. Wat privé is, moet privé blijven. Nu ontstaat er vaak ellende als een huwelijk spaakloopt. Alles zit dan in die gemeenschap, waardoor alles moet worden gedeeld.”

Consequentie van het nieuwe voorstel kan zijn dat huwelijkspartners hun privébezittingen straks minutieus moeten registreren, aldus critici vanochtend. Ze kunnen anders evengoed nog belanden in een venijnige strijd met hun ex. Advocaten noemen het een gemiste kans dat VVD, PvdA en D66 de verdeling van tijdens het huwelijk opgebouwde schulden na een scheiding buiten beschouwing laten. Volgens Berndsen richten de drie zich nu alleen op de problematiek van schulden vóór het huwelijk, omdat de verdeling van tijdens het huwelijk ontstane schulden wetstechnisch „heel lastig” te regelen is.