„Onderwijsvisie kabinet smal”
DEN HAAG. De overheid heeft een nogal smalle kijk op onderwijskwaliteit. Dat leidt tot verschraling van het aanbod en staat verbeteringen in de weg.
Dat schrijft de Onderwijsraad in het advies ”Een smalle kijk op onderwijskwaliteit”, dat de voorzitter van de raad, Ten Dam, maandag overhandigde aan minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker, beiden van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
In het advies constateert het adviesorgaan dat het Nederlandse onderwijs het goed doet in internationale vergelijkingen: „Met gemiddelde financiële inzet levert het onderwijs bovengemiddelde prestaties.”
Toch is het Nederlandse onderwijs volgens de Onderwijsraad niet goed voorbereid op de toekomst. Er zijn drie risico’s: er is te weinig visie op wat het onderwijs leerlingen en studenten moet bijbrengen; scholen hebben te weinig ruimte om te variëren en te vernieuwen; en de eigenwaarde van leerlingen die niet goed presteren op basisvaardigheden staat onder druk.
De drie risico’s bieden volgens de Onderwijsraad ook drie uitdagingen. De eerste dat er meer aandacht moet komen voor brede ontwikkeling. In de afgelopen periode was de aandacht eenzijdig gericht op taal- en rekenprestaties. Verder moeten scholen meer vrijheid krijgen om zich te vernieuwen. Dat vraagt van leraren onder meer dat ze zich verplicht moeten bijscholen. Verder moet het beroepsonderwijs aantrekkelijk zijn omdat niet alle leerlingen hoge cognitieve leerprestaties kunnen leveren.