Gebruikers van OV-fiets erg tevreden

De OV-fiets verzamelde in ruim een jaar tijd 7000 klanten en dat aantal groeit met de dag. Het uniforme fietsverhuursysteem werkt inmiddels op ruim vijftig stations. Als het aan Fietsersbond, ProRail, NS Fiets en NS Reizigers ligt, komt het rijwiel op bijna alle 380 NS-stations beschikbaar. Bij de eerste echte evaluatie in april 2004 moet blijken of het goedlopende project -financieel gezien- toekomst heeft.

Niek Sterk
21 November 2003 14:40Gewijzigd op 14 November 2020 00:44
Voorlichtster Arien de Jong van de Fietsersbond huurt een OV fiets in de stalling van Utrecht Centraal. De formule draait als een tierelier, getuige het snel groeiende aantal klanten. Foto’s RD, Sjaak Verboom
Voorlichtster Arien de Jong van de Fietsersbond huurt een OV fiets in de stalling van Utrecht Centraal. De formule draait als een tierelier, getuige het snel groeiende aantal klanten. Foto’s RD, Sjaak Verboom

De gebruiksaanwijzing van de OV-fiets is eenvoudig. Een pasje, een OV- of kortingskaart door de scanner van de fietsverhuurder bij het station halen en met een paar bliepjes zijn de formaliteiten afgewikkeld. Geen borg nodig, geen paspoort, geen formulieren in te vullen. Dankzij een overheidssubsidie is de prijs die van bank- of girorekening wordt afgeschreven slechts 2,50 euro. Als komende jaren de chipcard voor het hele openbaar vervoer van de grond komt, regelt die ook fietsverhuur en betaling. Onlangs bleek het initiatief goed voor de OV-trofee.

Bij gebruik van openbaar vervoer is het natransport vaak de zwakste schakel. Voor de heenweg willen mensen hun fiets nog wel uit de schuur halen, zeker als er voldoende ruimte in de stationsstalling is. Maar als op de plaats van bestemming vervolgens een hele papierwinkel moet worden afgewerkt en de huurprijs 5,40 euro (gemiddeld tarief) bedraagt, met eventueel nog een euro extra voor verzekering, dan haken zelfs de meest fanatieke fietsers af.

Naar het station toe gebruikt 40 procent van de treinreizigers de fiets, op de plaats van aankomst is dat slechts 10 procent.

Het idee om daar wat aan te doen stamt uit 2001, zegt voorlichtster Arien de Jong van de Fietsersbond. De eerste OV-fiets reed een jaar nadien rond, in augustus 2002. Sinds de start, zonder reclamecampagnes -die konden niet af van de bescheiden overheidssubsidie en het geld dat de partners erin stopten- neemt het aantal klanten door mond-tot-mondreclame dagelijks toe. Volgens ProRail op dit moment met 1000 per maand.

Groter formaat

De OV-fiets is een eenvoudig model van Sparta, met een ruime en lage instap, zodat bijna iedereen ermee uit de voeten kan. Donkerblauw van kleur, stickers die het rijwiel als OV-fiets herkenbaar maken, een gele bagagedrager en doorgaans goed werkende verlichting.

De kritiek van lange mensen dat ze hun benen niet kwijt kunnen onder het stuur, vond gehoor bij de organisatie. In volgende series zitten ook grotere modellen. Verder komt er aandacht voor de slappe snelbinders en de ronde bagagedrager die het ophangen van een fietstas onmogelijk maakt. Betere zadels zijn eveneens een aandachtspunt, aldus het klantenonderzoek dat de bond in september 2003 uitbracht.

Aan de fiets zal het niet liggen wanneer het systeem toch niet levensvatbaar zou blijken. En aan de meeste fietsverhuurders ook niet. Een aantal toonde zich in eerste instantie wat argwanend, zegt De Jong. „Ze waren bang dat de OV-fiets hun eigen nering zou tegenwerken. Dat blijkt niet het geval. De OV-fiets vervangt geen klanten, maar brengt nieuwe binnen. De marge op de blauwe Sparta mag wat lager zijn, de verhuurfrequentie ligt veel hoger dan bij gewone huurfietsen. Per definitie is de verhuurder met de OV-fiets absoluut niet slechter af, integendeel.”

Voor de ruim 2 euro die de stallingbaas per verhuurde OV-fiets krijgt, is het wel zaak dat hij de fiets geregeld nakijkt en bandenspanning en verlichting op peil houdt. Op plaatsen waar gebruikers aanmerkingen hebben op het onderhoud gaat de organisatie in gesprek met de verhuurder. Van blijvende problemen weet de Fietsersbond niet.

Beschikbaarheid

Het al dan niet succesvol zijn van de OV-fiets hangt samen met de beschikbaarheid van de Sparta’s. „Komen er veel extra klanten bij, zoals nu, dan moeten er ook extra fietsen zijn. Want structureel nee verkopen kan de nekslag betekenen.” De standaard is op dit moment tien fietsen per station, waarbij in delen van de Randstad de fietsen bij een ander station mogen worden ingeleverd dan waar de fiets werd gehuurd. Een busje zorgt ervoor dat de fietsverdeling over de diverse haltes evenwichtig blijft.

Het succes en de klanttevredenheid mogen buiten kijf staan, een gouden toekomst voor de OV-fiets is nog niet verzekerd, zegt De Jong. Bij de recente begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat onttrok „een rookgordijn” de bedoelingen van de minister aan het oog van de bond. De subsidie die eind 2003 zou aflopen, is wel verlengd tot april 2004, het moment van de eerste echte evaluatie.

Grote vraag is wat de overheid er daarna voor overheeft. Navraag bij ProRail leert dat 500.000 tot 1 miljoen ritten per jaar nodig zijn om de OV-fiets quitte te laten spelen en zover is het nog lang niet. Toepassing op onbemande kleine stations zou mogelijk moeten worden door plaatsing van intelligente fietskluizen die met het pasje bediend kunnen worden. „Een grote investering, die alleen kan als de overheid behoorlijk bijspringt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer