Volgens Rutte is het vrijhandelsverdrag in het belang van Nederland en is het dus niet in ons belang om te dreigen met opschorting van de gesprekken daarover. In Duitsland en Frankrijk gaan daar wel geluiden over op. Rutte herhaalde dat hij de spionage door de Amerikaanse dienst NSA hoog op neemt en dat het afluisteren van de Duitse bondskanselier Angela Merkel totaal onaanvaardbaar is.

D66 en CDA willen dat Nederland al dan niet samen met andere EU-landen een ‘anti-spionage-contract’ afsluit met de Amerikanen. Frankrijk en Duitsland praten daar al over met de Amerikaanse regering. Rutte vindt zo’n akkoord „heel wel denkbaar”, maar wil eerst afwachten wat de gesprekken tussen Duitsland en Frankrijk enerzijds en de VS anderzijds opleveren. Hij is zeer positief over die gesprekken en zei dat het kabinet er met Duitsland en Frankrijk „intensieve contacten” over onderhoudt.

Rutte noemde in het Kamerdebat voorstellen van minister van Financiën en eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem om de Europese begrotingsregels aan te scherpen interessant. Vragen om meer tijd voor het terugdringen van het begrotingstekort moet gekoppeld worden aan „harde afspraken” over hervormingen, aldus de premier.

Hij wees er op dat Dijsselbloems pleidooi goed is ontvangen in Duitsland. De Duitsers pleiten eerder voor zogenoemde lidstaatcontracten tussen Brussel en de EU-landen, maar het Nederlands kabinet is daar huiverig voor. Rutte sluit niet uit dat de contracten er ooit komen, maar dan alleen op voorwaarde dat er twee handtekeningen (van Brussel en van het land zelf) nodig zijn en dat er geen sprake is van inperking van de soevereiniteit. De contracten, bedoeld om de hervormingen in EU-landen te versterken, mogen ook niet leiden tot een extra bijdrage van Nederland aan de Europese begroting.