Opinie

Roelof Bisschop (SGP): Anticipeer op de ongewisse toekomst reformatorisch onderwijs

Kerk en school moeten strategisch vooruitdenken, stelt dr. Roelof Bisschop.

Dr. Roelof Bisschop
29 October 2013 09:44Gewijzigd op 15 November 2020 06:40
beeld RD, Evert Barten
beeld RD, Evert Barten

Er is veel in beweging rond de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst. Verschillende actuele ontwikkelingen kunnen en zullen grote effecten hebben voor de toekomstige relatie van kerk en school. In dit tamelijk ondoorzichtige veld wil ik proberen enkele handreikingen te formuleren. Ik maak daarbij gebruik van een zogeheten SWOT-analyse. SWOT is de afkorting voor Strong (sterk), Weak (zwak), Opportunities (kansen) en Threats (bedreigingen).

Onder ”sterk” en ”zwak” noem ik interne factoren die van invloed zijn op de positie van kerk en school in politiek en samenleving, onder ”kansen” en ”bedreigingen” noem ik de externe factoren die van invloed zijn. Op deze externe factoren is geen invloed van binnenuit (vanuit kerk en school) mogelijk. Met deze vier kopjes is het mogelijk een dwarsdoorsnede te geven van wat er zoal speelt.

Sterk en zwak

Onder het kopje ”sterk” plaats ik de volgende factoren: 1. het reformatorisch volksdeel beschikt over sterke netwerken van organisaties; 2. kerken en gedeelde geloofsovertuiging bieden een samenhangend stelsel van waarden voor gezinnen, onderwijs en leven; 3. kerken vormen sterke sociale verbanden; 4. er is (h)erkenning van de waarde van christelijk en reformatorisch onderwijs; 5. er is bewustzijn van bedreigende factoren voor christelijk en reformatorisch onderwijs; 6. een eigen pedagogisch-didactisch onderwijsconcept is (in potentie) aanwezig; 7. een eenduidig toelatingsbeleid zorgt voor een relatief homogene schoolpopulatie; 8. we hebben kwalitatief goed onderwijs.

Zwaktes in de relatie van kerk en school zitten onder meer in het volgende: 1. het risico van een te sterke interne gerichtheid; 2. toenemende invloed van de moderne levenshouding onder ouderen, maar zeker ook jongeren; 3. het risico van een versteende traditie, formalisme en ‘veruiterlijking’ is duidelijk aanwezig; 4. kerkelijke verdeeldheid; 5. de betrokkenheid van ouders en kerken bij het onderwijs als geheel is matig; 6. we hebben de neiging om voorschriften of eisen van de overheid en inspectie weinig kritisch te volgen; 7. we lopen het risico om op de automatisch piloot te koersen.

Kansen liggen in het volgende: 1. de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst zijn verankerd in de Grondwet; 2. de SGP neemt (net als CDA en CU) een stevige positie in bij de handhaving van artikel 23 van de Grondwet; 3. het formele uitgangspunt van het overheidsbeleid is een nadruk op kwaliteit, ruimte voor de professional en vermindering van de regeldruk; 4. er is ruimte voor een gedeeltelijke eigen invulling van de curricula; 5. er is een landelijk reformatorisch samenwerkingsverband Passend Onderwijs; 6. in overheidsbeleid krijgt ouderbetrokkenheid bij de school een steeds groter accent.

De bedreigingen

Tot slot de bedreigingen: 1. we zien de tendens dat het recht op gelijke behandeling tot een soort supergrondrecht uitgroeit; 2. het confessioneel smaldeel in de Tweede Kamer telt slechts 21 van de 150 zetels, waardoor de politieke invloed wisselvallig is; 3. het risico bestaat dat door overheidsbeleid de inhoud van artikel 23 uitgehold wordt; 4. politieke druk om weinig rekening te houden met opvattingen van (reformatorische) kerken; 5. kleine scholen in krimpgebieden komen steeds meer in de verdrukking; 6. het regeerakkoord spreekt het voornemen uit om de enkelefeitconstructie te beëindigen; 7. er ligt een initiatiefwetsvoorstel voor acceptatieplicht; 
8. het leerlingenvervoer staat ter discussie.

Scouten

Hoe kunnen we, met deze rijtjes op tafel, verder komen? Ik poneer drie stellingen, die mijns inziens samen een richting wijzen voor de te volgen strategie. In de eerste plaats: ouders zijn verantwoordelijk voor het onderwijs aan hun kinderen. Ten tweede: een goede verhouding tussen de gezinsopvoeding en het schoolonderwijs maakt een inhoudelijke uitwisseling van uitgangspunten tussen school en ouders structureel noodzakelijk. En ten derde: ook op het terrein van de godsdienstige en morele vorming dienen de onderscheiden taken van kerk en school helder afgebakend te zijn.

Binnen deze drie uitgangspunten moeten we een begin maken met anticiperen op de ongewisse toekomst. Ik kom hierbij tot de volgende aanbevelingen:

  1. Zorg voor een weloverwogen positionering van de school door heldere, open communicatie van het pedagogisch-didactische concept op basis van de grondslag.

  2. Vergroot de ouderbetrokkenheid door structureel te investeren in de Reformatorische Oudervereniging (ROV).

  3. Laat de kerk als instituut op de achtergrond betrokken zijn bij het onderwijs, via het kandideren van de leden van de raad van toezicht of het bestuur (zonder last of ruggespraak!), een onderwijscommissie samengesteld uit belijdende leden, pastorale contacten voor ouders en docenten, voorbede et cetera.

  4. Zorg voor een heldere onderwijskundige visie: elke school formuleert in een zesjarige cyclus opnieuw zijn onderwijskundige visie ”in rapport met de tijd” – in samenspraak met personeel, ouders en kerken.

  5. Voer een actief en strategisch personeelsbeleid voor de hele breedte van het christelijk en reformatorisch onderwijs. Denk daarbij aan scouten, opleiden en begeleiden.

  6. Scholen en kerken moeten denken vanuit collectieve belang van het christelijk en reformatorisch onderwijs. Dat kan betekenen dat bij krimp de kleine scholen strategisch gepland moeten worden.

Maar laten we boven alles vasthouden aan wat we door geloof en gebed mogen weten: „Die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn” (vgl. 2 Kon. 6:16).

De auteur is Tweede Kamerlid voor de SGP. Dit artikel is een bewerking van de lezing die hij vandaag verzorgde op een bijeenkomst van de VGS.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer