Dinsdag en woensdag vergadert het beleidsbepalend comité van de Fed. De financiële wereld kijkt uit naar wat voorzitter Ben Bernan­ke na afloop te melden heeft over de zogeheten ”tapering”, een onderwerp dat de komende tijd ongetwijfeld een belangrijke rol blijft spelen op beurzen en markten. Het is de aanduiding voor het geleidelijk dichtdraaien van de geldkraan.

Die staat nog steeds wagenwijd open. Elke maand koopt de Fed 85 miljard dollar, omgerekend tegen de huidige koers een kleine 62 miljard euro, aan obligaties op. Daarmee brengt deze instantie telkens eenzelfde bedrag aan nieuw geld in de economie.

De monetaire bestuurders in Washington doen dit om het herstel van de groei te bevorderen. Maar inmiddels heeft de bedrijvigheid de weg omhoog gevonden en daarom zullen de steunoperaties op enig moment moeten worden gestopt. Te ruime kredietverhoudingen betekenen immers een risico op een aantrekkende inflatie.

In mei zinspeelde Bernanke erop dat hij later dit jaar het expansieve beleid zou gaan temperen. Dat lokte heftige reacties uit. Zo steeg de Amerikaanse tienjaarsrente in de maanden erna fors, met meer dan een procent. Opkomende landen in Azië en Zuid-Amerika, waar door de overvloed aan liquiditeiten in de VS veel kapitaal naartoe was gevloeid, zagen in hoog tempo die middelen wegstromen.

Financiële specialisten gingen ervan uit dat na de zomer de afbouw van de aankopen daadwerkelijk zou aanvangen. Maar tot veler verrassing besloot de Fed op 18 september daarvan af te zien. De centrale bankiers waren blijkbaar geschrokken van de bewegingen in de voorgaande periode. Verder vreesden zij voor schade door het geruzie in het Congres over de staatsfinanciën.

Na die tijd heeft de crisis rond het schuldenplafond en het gedeeltelijk stilvallen van de overheid (government shutdown), als gevolg van het uitblijven van overeenstemming over de begroting, de economie inderdaad geen goed gedaan. Het jongste banencijfer, dat vorige week werd gepubliceerd, viel dan ook tegen. Gisteren gold hetzelfde voor de huizenverkopen. Die zijn in september door de stijgende rente fors gedaald. Daarom menen de meeste analisten nu dat de Fed langer zal wachten met het verkrappen van de geldhoeveelheid.

Bovendien maakt de Federal Reserve bij het uitzetten van zijn beleid gebruik van een heleboel gegevens en ook het verzamelen van dat materiaal heeft stilgelegen. Het wordt daardoor lastig het besluit om op de rem te trappen te baseren op deugdelijke, actuele informatie.

President Charles Evans van de Chicago Federal Reserve, die tevens lid is van het overkoepelende Fedbestuur, benadrukte onlangs al dat de centrale bank geen beslissing neemt aan de hand van „onvolledige en onbetrouwbare” data.

Kortgeleden hamerde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) erop het toch vooral voorzichtig aan te doen met het dichtdraaien van de geldpers. Te veel voortvarendheid kan hevige turbulentie veroorzaken, waarschuwde die instelling.

Al met al lijken er genoeg redenen om het uitstel van de omslag in de monetaire aanpak te verlengen. De door Bloomberg geraadpleegde deskundigen denken dat de Fed pas in maart de weg terug zal inslaan, met om te beginnen een verkleining van het maandelijkse programma met 15 miljard dollar, tot 70 miljard. In juli volgend jaar zal er volgens hen nog 25 miljard dollar in de economie gepompt worden. Het einde van het steunplan voorzien zij voor oktober 2014.

Bernanke is dan allang van het toneel verdwenen. Hij draagt in januari het stokje over aan Janet Yellen. Zij wordt nog meer dan haar voorganger beschouwd als een voorstander van een ruime geldpolitiek. Zij zal de tapering waarschijnlijk eerder verder vertragen dan versnellen.