Opinie

Twee stemmen

21 November 2003 00:03Gewijzigd op 14 November 2020 00:44

Als het plan van minister De Graaf doorgaat, zullen de zetels bij de eerstvolgende kamerverkiezingen volgens heel andere regels worden toegewezen. Elke kiezer mag dan twee stemmen uitbrengen. Een op zijn partij en een op een kandidaat in zijn district.Na negentig jaar gewerkt te hebben met het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging, is dat voor de Nederlandse politiek een ingrijpende verandering. In al die tijd is wel iets aan de regels veranderd, bijvoorbeeld ten aanzien van de toewijzing van de restzetels, maar nu gaat de zaak werkelijk op de schop.

Tegelijkertijd kan worden volgehouden dat er uiteindelijk niet veel verandert. De politieke kleur van de Tweede Kamer wordt hierdoor niet ingrijpend gewijzigd. Ook de kleine partijen blijven vertegenwoordigd. Vandaar dat er geen grondwetswijziging nodig is om het nieuwe stelsel door te voeren.

Nederland kiest met de plannen van De Graaf in feite voor het Duitse systeem. In de Bondsrepubliek probeert men de voordelen van het districtenstelsel te combineren met die van het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging.

Sterke punten van de evenredige vertegenwoordiging zijn de eerlijkheid en de overzichtelijkheid. Partijen worden niet geschaad of bevoordeeld door de manier waarop hun aanhang over de districten verdeeld is. Alle stemmen tellen even zwaar. Ook kleinere partijen zijn in het parlement vertegenwoordigd.

Bij het districtenstelsel geldt als groot pluspunt dat er een directe band is tussen kiezer en gekozene. Iemand is kamerlid voor een bepaald district. De kiezers daar (althans de kiezers die op hem gestemd hebben) beschouwen hem als hun man in Den Haag. Zij weten tot wie zij zich moeten wenden als er in hun regio een probleem is.

Het bezwaar van het Duitse stelsel is echter de ingewikkeldheid. Ook na een halve eeuw zijn de meeste kiezers daar niet in staat om uit te leggen hoe het werkt. Velen snappen niet dat hun tweede stem, de stem die ze op een partij uitbrengen, politiek gezien het belangrijkste is.

Dat probleem zal zich ongetwijfeld ook in Nederland voordoen. Dat komt ervan als je twee op zichzelf eenvoudige kiesstelsels gaat combineren.

Nu is er met ons politiek bestel best het een en ander aan de hand. De maatschappelijke steun voor politieke partijen is fors terug gelopen. Dat blijkt uit het gedaalde ledental. De opkomst bij de verkiezingen ligt laag, zij het dat de strijd om de Tweede Kamer altijd nog meer kiezers trekt dan die voor de Provinciale Staten of het Europees Parlement.

Niet voor niets wordt er gesproken over een kloof tussen kiezers en gekozenen, tussen de politici en het volk. Met het nieuwe kiesstelsel, waartoe bij de kabinetsformatie besloten is, wil men daar iets aan doen.

Daarbij is het positief dat men bereid is de kleine partijen dezelfde ruimte te geven als onder het oude stelsel. Partijen als SGP en ChristenUnie zijn nu eenmaal kwetsbaar voor wijzigingen in het kiesstelsel.

Maar alles bij elkaar genomen is van dit nieuwe stelsel niet te verwachten dat het de oplossing biedt voor de vervreemding van het politieke bestel, die onmiskenbaar een probleem vormt.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer