Dat was dan ook precies wat hij in de Tweede Wereldoorlog ontwierp. De kalasjnikov, of AK47, werd een eenvoudig en goedkoop te produceren aanvalsgeweer. De generaal zelf opende donderdag de expositie ’Kalasjnikov, geweer zonder grenzen’ in het Legermuseum in Delft.

De kalasjnikov is een van de bekendste wapens ter wereld. Er zijn er naar schatting zo’n 70 miljoen van in omloop, en ze worden in zowat ieder gewapend conflict gebruikt. Critici wijzen op de talloze doden die door het wapen zijn gevallen. Door de lage prijs is het wapen zeer populair onder bijvoorbeeld kindsoldaten.

Over de kritiek op zijn uitvinding was de generaal helder: „Ik heb alleen een wapen ontwikkeld waarmee de grenzen van mijn moederland verdedigd werden. Waar en hoe het ingezet wordt, is een zaak van de politiek. Ieder wapen kan doden.” De 84-jarige generaal toonde zich blij met de expositie in Delft.

Volgens Kalasjnikov laat het goed de ontwikkeling van het automatische geweer zien. Ook bevordert de expositie volgens hem het nationale gevoel en vormt het een onderdeel van het leerproces van de jeugd. „Deze jeugd moet zich bewust worden van het verleden”, aldus de ontwerper.

Hij gaf de schuld van zijn ’militaire’ uitvinding aan de Duitsers. Zijn andere uitvindingen, waaronder een schotenteller voor tanks en een bescherming van tankmotoren noemde hij ’vreedzame’ zaken.

Kalasjnikov is nog steeds overtuigd van de kwaliteiten van zijn geweer. „Ik zal de maker van een beter geweer als eerste een felicitatiekaart sturen, maar tot dusver heb ik geen kaart hoeven zenden”, sprak hij zelfverzekerd.

Kalasjnikov ontwierp zijn geweer toen hij tankcommandant was in het Russische leger. De AK 47 werd in 1947 ontwikkeld en twee jaar later ingevoerd in het Russische leger. Al snel was de AK 47 in gebruik in ieder communistisch land en werd een belangrijk exportproduct van de Sowjet-Unie.