Nieuwe diensten strijden om (het geld van) de lezer
Kranten en tijdschriften kampen met gestaag dalende oplages en verdienen online nauwelijks geld. Intussen dingen tal van digitale initiatieven naar de gunst van de lezer. Eén ding hebben deze nieuwe diensten gemeen: de gebruiker betaalt.
Websites waar lezers zich kunnen abonneren op individuele journalisten, platformen die zich richten op onderzoeksjournalistiek of lange, verdiepende verhalen, digitale kiosken die artikelen per stuk verkopen of waar lezers met een maandabonnement zo veel kunnen lezen als ze maar willen, uit allerlei kranten en tijdschriften.
Het is slechts een greep uit de nieuwe initiatieven die de afgelopen maanden het licht zagen of binnenkort worden gelanceerd. Opvallend genoeg komen de meeste nieuwe producten niet uit de koker van de krantenuitgevers, maar zijn het vooral jonge, frisse start-ups die zich roeren.
Vermoedelijk omdat kranten moeite hebben met innoveren, denkt Alexander Pleijter, lector journalistiek en innovatie aan de Fontys Hogeschool. „Ze hebben met de papieren krant een product dat altijd hun corebusiness was. Daar verdienden ze lange tijd –en nog steeds– hun geld mee. Tegelijkertijd is het onzeker of nieuwe diensten en producten geld gaan opleveren.”
Kranten worstelen met het ”innovator’s dilemma”, aldus Pleijter. Daarbij richten succesvolle bedrijven zich zo lang mogelijk op bestaande activiteiten, omdat die nu eenmaal geld in het laatje brengen. Denk aan Kodak, dat weinig investeerde in digitale fotografie en failliet ging. „Kijk naar nu.nl, dat vol inzette op het zo snel mogelijk publiceren van gratis nieuws op internet. Krantenuitgevers waren huiverig. Daardoor is nu.nl uitgegroeid tot de best bezochte nieuwssite.”
Doen krantenuitgevers dan helemaal niets? „Dat is onzin. NRC Handelsblad heeft de NRC Reader uitgebracht, waarin een selectie van interessante artikelen op een fraaie manier wordt aangeboden. De Volkskrant werkt aan de nieuwe onlineomgeving VKPlus. Kranten ontwikkelen apps. Dus ook daar gebeurt van alles.”
Tegelijkertijd laat de opkomst van initiatieven als Blendle, eLinea en De Correspondent (zie kaders) zien dat er momenteel volop ambitie en animo is om na te denken over nieuwe journalistieke diensten en producten. Pleijter: „Dat is bemoedigend om te zien. En we mogen best een beetje trots zijn, want ook in de VS wordt over deze Nederlandse start-ups geschreven.”
Toch rijst de vraag hoe toekomstbestendig deze, voor een deel door het Stimuleringsfonds voor de Pers gesubsidieerde diensten zijn. Het is vooral nog experimenteren, zegt Pleijter. „Wat niet wil zeggen dat er geen producten bij zitten die gaan aanslaan. Neem De Correspondent: in korte tijd wisten de bedenkers een flinke schare abonnees bij elkaar te krijgen. Ontzettend knap. Maar volgend jaar zal cruciaal zijn. Gaan al die abonnees dan weer 60 euro overmaken? Als er veel afvallers zijn, kan het zo weer over zijn.”
Digitale kiosken als Blendle en eLinea zijn volgens Pleijter „echt experimenteel.” „Blendle gokt op betalen per artikel (het zogenoemde iTunesmodel), en eLinea mikt op vrije toegang tegen een vast bedrag (het Spotifymodel). Maar ook het aanbod verschilt: Blendle heeft bekende dagbladen in het aanbod, en eLinea niet. Dat zijn twee cruciale factoren die van doorslaggevende betekenis kunnen zijn voor succes.”
Sluit het aanbod niet aan op de behoefte van de consument, dan is een start-up gedoemd te mislukken, zegt Pleijter. Ook de manier van betalen kan een barrière zijn, denkt hij. „Als mensen bij elk artikel dat ze interessant vinden niet steeds opnieuw de beslissing willen nemen om er wel of niet voor te betalen, dan mislukt dat model. Het is dus afwachten wat gaat werken.”
Veel hangt af van naamsbekendheid. Daarom is het belangrijk dat start-ups niet alleen investeren in het bouwen van een goed platform, maar ook geld reserveren voor reclame. „Mensen moeten je initiatief kennen, anders gaan ze er geen gebruik van maken. Dat wordt vaak vergeten.”
Hoe goed ze ook in elkaar zitten, nieuwe digitale diensten vormen volgens Piet Bakker geen echte bedreiging voor bestaande krantenoplages. De lector crossmedia en journalistiek aan de Hogeschool Utrecht schreef deze week een uitgebreid artikel over de ontwikkeling van de Nederlandse kranten in de afgelopen dertig jaar. Wat opvalt, is dat de digitale edities van kranten, de zogenoemde e-papers, in de meeste gevallen slechts een fractie vormen van de totale oplage. Ook constateert Bakker dat het bezoek aan websites van kranten enorm is toegenomen, maar wel een verzadigingspunt heeft bereikt.
De nieuwe initiatieven zullen niet of nauwelijks invloed hebben op papieren oplagen, zegt Bakker. „Iemand die Blendle gaat gebruiken, zegt zijn abonnement op NRC Handelsblad niet op. Zelfs gebruikers van de NRC Reader doen echt niet ineens de papieren krant de deur uit. Omgekeerd gaan gebruikers van eLinea overigens ook geen abonnement op Het Parool nemen.”
Toch nemen krantenuitgevers nog een afwachtende houding aan. De veelheid aan initiatieven schrikt af; ze willen eerst zien welk model zich bewijst, voordat ze meedoen. Bakker: „Uitgevers zijn bang voor kannibalisatie. Ik denk dat dat meevalt. Het succes van deze initiatieven hoeft niet ten koste te gaan van de kranten.”
Lezers willen, óók digitaal, best betalen voor goede artikelen, is het credo van de nieuwe start-ups. Maar is dat wel zo? Veel hangt af het gebruiksgemak, denkt ook Bakker. „Essentieel zijn het vertrouwen in een veilig betaalmodel, de mogelijkheid tot microbetalingen en het vermogen om lezers permanent te interesseren. Deze nieuwe diensten vallen niet op de deurmat; ze moeten gebruikers dus op een andere manier bij het merk betrekken.”
Er wordt nog steeds veel geld uitgegeven aan het kopen van kranten en tijdschriften, zegt Alexander Pleijter. „De verkoop daalt wel, maar daarmee is niet gezegd dat mensen niet meer willen betalen voor journalistieke producties. Tegelijkertijd lopen de advertentie-inkomsten terug, dus het geld zal toch ergens vandaan moeten komen. De Correspondent doet niet aan advertenties en wordt volledig betaald door de lezers. Wie weet, is dat wel een model voor de toekomst.”
ELinea
Lezen zo veel je maar wilt, voor een vast bedrag per maand. Voor 9,99 euro per maand –losse artikelen kopen kan ook– belooft webdienst eLinea onbeperkte toegang tot een reeks aan artikelen uit een breed aanbod van kranten en tijdschriften.
Dat aanbod is in werkelijkheid nog wat mager. Bekendste titel is opinieblad HP/De Tijd. Daarnaast zijn magazines als OOR, Psyche & Brein en (binnenkort) hengelsportblad Beet te koop. Abonnees krijgen ook toegang tot artikelen van TPO Magazine (zie elders op deze pagina) en werk van een serie cartoonisten en dichters. Opvallend is dat eLinea nog geen enkele krantentitel bevat.
Blendle
Maximale flexibiliteit én de mogelijkheid om artikelen te delen met vrienden. Met die argumenten richt internetdienst Blendle zich vooral op een jonger publiek. De lezer bladert door kranten en tijdschriften en koopt vanuit een prepaidtegoed losse artikelen, in prijs variërend van 10 tot 80 cent.
Blendle biedt artikelen uit onder meer NRC Handelsblad, Elsevier, Vrij Nederland, Nederlands Dagblad en De Groene Amsterdammer. De dienst hanteert een wachtrij, en laat lezers maar mondjesmaat toe. Om het platform niet te zwaar te belasten, heet het. Zo’n 10.000 mensen hebben aangegeven interesse te hebben.
Yournalist
De makers van Yournalist willen zich onderscheiden door artikelen aan te bieden afgestemd op de persoonlijke voorkeuren van de lezer. Die koppelt zijn sociale media, bijvoorbeeld Twitter, aan de dienst, waarna Yournalist in staat is de interessegebieden van de gebruiker vast te stellen. Vervolgens doorzoekt de dienst „duizenden bronnen”, op zoek naar passende artikelen.
Die komen vooralsnog uit Nederlandse kranten, tijdschriften en websites. Later worden daar ook anderstalige bronnen aan toegevoegd. Of Yournalist daarvoor al afspraken heeft gemaakt met aanbieders, is onduidelijk. Gebruikers betalen een vast bedrag per maand, waarschijnlijk 10 tot 15 euro. Wanneer Yournalist beschikbaar komt, is nog niet bekend.
Myjour
Digitale kiosk Myjour, sinds 1 oktober toegankelijk, biedt voornamelijk vakbladen als AutomatiseringsGids, Zorgvisie, Emerce en Binnenlands Bestuur. Ook individuele auteurs kunnen via Myjour publiceren. Het Katholiek Nieuwsblad is hier een wat vreemde eend in de bijt.
Gebruikers kopen een bundel met zogenaamde ”my’s”, die kunnen worden ingewisseld voor artikelen. Eén my gaat ongeveer 5 cent kosten. Aanbieders van artikelen bepalen zelf de prijs. Myjour bevat naast betaalde artikelen ook gratis content. In tegenstelling tot eLinea, Blendle en Yournalist ontvangt Myjour geen overheidssubsidie.
Newz
Anders dan de meeste nieuwe initiatieven richt Newz zich niet rechtstreeks op de consument. Het platform biedt redactionele artikelen centraal en gestandaardiseerd aan, zodat andere partijen apps of diensten kunnen maken, op basis van artikelen uit Newz.
Zo kan een ontwikkelaar een app voor de smartphone bouwen die alle restaurantrecensies bundelt, of die al het nieuws over natuur op een rij zet. Aan het project doen twaalf grote uitgevers mee, waaronder de Telegraaf Media Groep, de Persgroep, Wegener, het ND, de BDU en de Erdee Media Groep (uitgever van het Reformatorisch Dagblad).
De Correspondent
De Correspondent zet zichzelf in de markt als een „dagelijks medicijn tegen de waan van de dag.” De digitale uitgave brengt verdiepende verhalen die de lezer „de structuren achter het nieuws” moeten duidelijk maken. Schrijvers zijn onder anderen oud-politica Femke Halsema, de journalisten Jelle Brandt Corstius en Joris Luyendijk en auteur Arnon Grunberg.
De Correspondent wordt volledig betaald door de lezers en is vrij van advertenties. Voor de start gaf de uitgave zichzelf dertig dagen de tijd om 15.000 abonnees te werven. Dat lukte, en eind september verschenen de eerste artikelen. De inmiddels meer dan 20.000 abonnees betalen 60 euro per jaar. Artikelen die via sociale media worden gedeeld, zijn wel gratis te lezen.
DigibronPlus
Met het recent gelanceerde DigibronPlus biedt de Erdee Media Groep de mogelijkheid om actuele artikelen uit de papieren editie van het Reformatorisch Dagblad digitaal te lezen. Daarnaast zijn alle eerdere uitgaven van het RD en andere uitgaven in Digibron in te zien. Lezers kunnen kiezen uit verschillende flexibele abonnementsvormen, zoals een dag-, week- of maandabonnement.
Naast DigibronPlus is er de e-paper, waarin gebruikers de volledige krant in originele opmaak digitaal kunnen lezen.
Overige initiatieven
Er zijn nog tal van andere initiatieven die zich richten op de digitale nieuwsconsument. Zo wil ThePostOnline nieuws en entertainment brengen, maar ook een platform zijn voor opinie en debat waaraan iedereen kan bijdragen. ThePostOnline is gratis, via TPO Magazine kunnen lezers zich abonneren op journalisten, onder meer van De Nieuwe Pers, dat onlangs opging in ThePostOnline. Follow The Money is een onafhankelijk multimediaal initiatief dat zich richt op onderzoeksjournalistiek in de financiële sector. Tone is een advertentievrij medium waarop individuele auteurs publiceren over politiek, economie en media. Wekelijks elf artikelen voor 5 euro per maand. Novinity won vorig jaar De Tegel Toekomst Prijs. De app biedt gebruikers nieuws afgestemd op persoonlijke interesse. En als wachten op de bus zes minuten duurt, dan levert Novinity precies zes minuten aan leesvoer. Breev.me belooft voor nog geen tientje per maand toegang tot kwaliteitsjournalistiek van onder meer The Guardian en The Economist. Fosfor is een nieuwe digitale uitgeverij die zich richt op zogenaamde ”longreads”, langere verhalen die online worden gepubliceerd.