Binnenland

„Wij zijn wel apart, maar niet gek”

Hij houdt zich aan geen enkele vergaderregel, drijft ambtenaren tot wanhoop met waslijsten van schriftelijke vragen en haalt zich geregeld de woede van collega-raadsleden op de hals. Het optreden van voorzitter Michel Dufresne van Leefbaar Den Haag wekt zo veel irritaties op, dat steeds meer fracties hardop pleiten voor disciplinaire maatregelen.

Ben Tramper
19 November 2003 11:04Gewijzigd op 14 November 2020 00:44
DEN HAAG – Raadsleden René Trouvat (links) en Michel Dufresne van Leefbaar Den Haag voeren fanatiek oppositie in de gemeenteraad van Den Haag. „Wij zijn een keffend hondje dat het opneemt tegen een grote bulldog.” Foto Gerhard van Roon
DEN HAAG – Raadsleden René Trouvat (links) en Michel Dufresne van Leefbaar Den Haag voeren fanatiek oppositie in de gemeenteraad van Den Haag. „Wij zijn een keffend hondje dat het opneemt tegen een grote bulldog.” Foto Gerhard van Roon

Dufresne kan het niet laten. Steeds weer trekt hij de microfoon naar zich toe voor een prikkelend vraagje aan de burgemeester. „Gaat u nog preventief fouilleren?” De kwestie ligt politiek gevoelig, weet de fractievoorzitter van Leefbaar Den Haag, en daarom gooit hij graag een beetje extra olie op het vuur. Deetman wil de maatregel graag invoeren, maar vindt dat daarvoor een royale meerderheid in de gemeenteraad nodig is. Die is er op dit moment niet.

„U bent aan het stoken”, repliceert de burgemeester.

„Nee, helemaal niet”, zegt Dufresne druk gebarend. „Ik wil u juist tegemoetkomen. Ik zal een aantal mensen gaan bewerken, zodat u uw meerderheid krijgt.”

Deetman, kortaf: „Deze opmerking keert zich tegen u. U bent wel degelijk aan het stoken.”

Dufresne stookt graag, zoals hij later zelf in een gesprek toegeeft, maar tegen Deetman moet hij het afleggen. Meer kans maakt hij in commissieverband, vooral bij de voorzitters die verbaal niet zo sterk zijn en weinig overwicht op de raadsleden hebben. Dan laat Dufrense geen gelegenheid voorbij gaan om aandacht te trekken. Wordt hem het woord ontzegd, dan praat hij gewoon door. Aan regels voor de vergaderorde laat hij zich niets gelegen liggen. Aan fatsoensnormen evenmin.

Bij de gemeenteraad staat het water na anderhalf jaar vergaderleed aan de lippen. PvdA-raadslid drs. T. Lont, voorzitter van een van de commissies, heeft de buik zo vol van het optreden van Dufresne, dat zij vorige week een gele kaart uitreikte. „Indien uw gedrag bij een volgende commissievergadering opnieuw ontoelaatbaar is, zal ik u direct en zonder waarschuwing vooraf, verzoeken de zaal te verlaten”, schreef ze in een brief. Een afschrift ervan ging naar de burgemeester en het presidium, dat bestaat uit alle fractievoorzitters en vandaag over de brief vergadert.

Met zijn optreden haalt Dufresne keer op keer de media. Het begon al direct na de verkiezingen, toen de partij met vier zetels in de gemeenteraad kwam. Binnen de kortste keren was er een interne ruzie met J. Labuch. Die scheidde zich af, waarna Dufresne het voorzitterschap in handen kreeg. Hij wordt daarbij gesteund door zijn rechterhand, René Trouvat. De derde is een thuisloze, die nog nooit een woord heeft gezegd.

Dufresne heeft meer moeite met zwijgen. Het afgelopen anderhalf jaar heeft hij zich vele malen de woede van collega-raadsleden op de hals gehaald. Op de meest ongelegen momenten grijpt hij het woord en wat hij te berde brengt, doet veelal nauwelijks ter zake. Aan spreektijden houdt hij zich in het geheel niet. Hij presteert het om zonder te blikken of te blozen tal van opmerkingen te maken over een simpel agendapunt als de notulen. Voor de laatstgehouden algemene beschouwingen had hij meer dan twintig moties op tafel gelegd.

Volgens PvdA-raadslid Lont zou meer respect voor collega-raadsleden u niet misstaan.

Dufresne: „Welnee joh, ik ben uiterst respectvol. Het probleem is dat de raad een enquête over de bekendheid van raadsleden wil verdoezelen. Ik ben het meest bekende raadslid van Den Haag. Dat is voor de anderen natuurlijk een groot probleem. Die hebben zich met bloed, zweet en tranen en veel geld in de raad gewerkt.”

Uw collega’s zeggen dat u beter kunt spreken dan luisteren.

„En of ik kan luisteren. Door te luisteren kom ik aan stof om vragen te stellen.”

De fracties ergeren zich groen en geel aan uw optreden.

„Dat komt heel eenvoudig omdat wij oppositie voeren. Wij houden ervan om iemand af en toe onderuit te halen. Het is als met een voetbalwedstrijd. Een topscoorder moet je zien te vloeren. Voor mij is het gewoon helder dat de fracties helemaal de weg kwijt zijn. Helemaal.”

Trouvat, secretaris van Leefbaar Den Haag, interrumpeert. „Nou, Michel, dat is toch wel veel gezegd.”

Dufresne: „Ze zijn in elk geval wel dolend.”

Trouvat: „Zij zien onze fractie als een gezelschap van drie gekken. Nu ja, we zijn wel apart, maar niet gek. Wij zijn een keffend hondje dat het opneemt tegen een grote bulldog.”

Dufresne: „Ooit heeft een tv-ploeg opnames over ons werk voorgelegd aan een psycholoog met de vraag of wij wel normaal waren. Wat bleek? Met ons is niets aan de hand. Die journalist kon wel door de grond zakken.”

Het aanzien van de raad wordt er door u niet beter op.

Dufresne: „Dat zeg ik je niet na. Door ons toedoen komt Den Haag breed in de publiciteit. Tegenwoordig worden de raadsvergaderingen rechtstreeks uitgezonden. Mooi toch? Het feit dat u over ons schrijft, ervaar ik als heel bijzonder. Waar komt u wel niet vandaan? Hebt u een goede reis gehad? Zonder dat ik er iets voor hoef te doen, komt u bij ons langs.”

Maar helaas niet voor een positief verhaal.

Trouvat: „Dat vinden wij helemaal niet erg. Mijn moeder zei altijd: Beter negatieve publiciteit dan geen publiciteit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer