Opinie

Afschaffen melkquotum leidt niet tot toename megastallen

De vrees voor een wildgroei aan megastallen na afschaffing van het melkquotum is onterecht, stelt prof. dr. Dirk Strijker.

Prof. dr. Dirk Strijker
12 October 2013 11:17Gewijzigd op 15 November 2020 06:22
Foto RD, Anton Dommerholt
Foto RD, Anton Dommerholt

De melkveestapel en de melkproductie zullen niet ineens explosief groeien als het melkquotum in 2015 wordt afgeschaft. De strenge mestwetgeving maakt dat onmogelijk.

Het verwerken van overtollige mest brengt voor de boeren hoge kosten met zich mee. De melkproductie zal daardoor hooguit met 20 procent stijgen. De nieuwe stallen die de laatste jaren in het landschap verrijzen, zijn dan ook niet de voorbode van een melkvee-explosie, maar de laatste voorbereidingen van boeren op de nieuwe situatie.

Melkplas

Een van de waarborgen tegen een te grote melkproductie was sinds jaar en dag het Europese melkquotum. Dat voorkwam prijsoorlogen en het ontstaan van een Europese melkplas. Sinds 2005 is duidelijk dat het quotum, dat feitelijk het aantal koeien bepaalde, in 2015 wordt afgeschaft. Boeren zouden vanaf dat jaar dus onbeperkt melk kunnen produceren, en nog tegen een goede prijs ook.

Er is echter een beperking. Boeren mogen slechts een beperkte hoeveelheid mest uitrijden per hectare grond. Het mestquotum is een hard plafond. Het Nederlandse mestquotum is vooral ingegeven door de enorme mestproductie bij de intensieve veehouderij in Brabant en Gelderland, maar uiteindelijk ingevoerd als een nationale regeling. Dat betekent dat ook voor regio’s waar strikt genomen best wat mest bij kan, zoals het noorden, dezelfde strenge regels gelden.

Boeren willen de landelijke werking van de regeling graag terugdraaien, maar daar zie ik het niet van komen.

Hoewel er aardig verdiend wordt in de melkveehouderij, zijn de marges ook weer niet zo groot dat het voor boeren financieel voordelig is om overtollige mest te laten verwerken.

Biovergister

Een van de veronderstelde chique manieren om van overtollige mest af te komen, is de biovergister. Ik verwacht echter niet dat die oplossing boeren soelaas biedt. Er zijn plannen genoeg voor biovergisters, maar een groot deel daarvan komt niet door de vergunningenprocedure heen. Er zijn omwonenden die bezwaar maken, natuurregels verhinderen de bouw of er gelden bestemmingsplannen waaraan de vergisters niet kunnen voldoen.

Bovendien zijn vergisters eigenlijk alleen rendabel als ze in de buurt van de boer staan. Je kunt geen batterij biovergisters ver buiten een landbouwgebied neerzetten. De transportkosten zijn hoog. Daarom is transport van mest naar het buitenland ook nauwelijks aan de orde.

Een andere manier om overtollige mest kwijt te raken, is die te slijten aan een naburig akkerbouwbedrijf. De kans op succes is echter klein. De controle op fraude bij transporten van boer naar boer is streng. De enige manier voor een boer om aan meer mestquotum te komen, is het overnemen van andere veehouders. Dat gebeurt ook hier en daar.

Je hebt verder boeren met ambitie. Zij bereiden hun bedrijf voor op de nieuwe situatie. Daarom zie je nu ook veel nieuwe en grotere stallen. Maar dat is een proces dat langzamerhand voltooid is.

Limiet

Dat de melkproductie toch zal toenemen, heeft te maken met de verschuiving van varkens en pluimvee (inclusief mestquota) naar de melkveestapel, omdat daar meer brood in zit. Maar daar zal het ook bij blijven. De staatssecretaris dreigt met een quotum voor het aantal dieren dat een boer mag hebben als er niet voldoende plaatsingsruimte voor mest is. Ook in dat geval is er een limiet aan de uitbreiding van de melkveehouderij. Dus de giga­stallen voor duizenden koeien waar voor gevreesd wordt, komen er niet of nauwelijks.

De auteur is bijzonder hoogleraar plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer