Politieke melaatsheid week geleidelijk van CU en SGP
In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw kon je het aan het Binnenhof nog weleens horen. „Gert Schutte? Capabel politicus! Zou makkelijk staatssecretaris kunnen worden. Maar ja, lid van de verkeerde partij, hè?”
Het woord „verkeerd” betekende dan niet alleen dat het GPV slechts één of twee Kamerzetels telde, maar ook dat je met zulke steile gereformeerden geen land kon besturen. Een breed gedragen abortuswet kon je, zo meenden veel politici, met deze rechtlijnige mensen niet tot stand brengen.
De SGP trof dit stigma in nog sterkere mate. PvdA-leider Den Uyl vond het in 1984 nodig die partij weg te zetten als „in wezen ademocratisch.” Dat kwam, goed beschouwd, dicht in de buurt van een politieke melaatsverklaring.
Hoe is dit tij sindsdien gekeerd! In 2007 werd de politieke kompaan van Schutte, Van Middelkoop, niet slechts staatssecretaris maar minister. En anno 2013 zitten Van der Staaij en Dijkgraaf –alsof het gewoonste zaak van de wereld is– tot drie uur ‘s nachts op het ministerie van Financiën te cijferen, om zich in een verloren moment door minister Dijsselbloem, politiek nazaat van Den Uyl, bij een antieke schatkist voor de grap te laten fotograferen. Hoezo niet mee samen te werken? Prima gasten, die mannenbroeders!
Wie zoekt naar een verklaring voor dit proces van normalisering en reinverklaring van de kleine christelijke partijen, stuit op ten minste drie ontwikkelingen.
In de eerste plaats is daar de versplintering van het politieke landschap en de vlucht van kiezers naar de flanken. Dat maakt stabiele regeringscoalities steeds lastiger te vormen en zorgt ervoor dat traditionele middenpartijen hun oog steeds vaker laten vallen op de kleine christelijke partijen. Wie iemand nódig heeft, gaat vanzelf met andere ogen naar hem kijken. Zijn ChristenUnie en SGP nu werkelijk zulke wereldvreemde radicalo’s, of bestaan die partijen bij nader inzien juist voornamelijk uit ijverige, kundige en constructieve politici? VVD-leider Zalm maakte je in 2003, toen VVD en CDA op zoek waren naar een degelijke derde coalitiepartij, al niets meer wijs. Natuurlijk waren Rouvoet en Van der Vlies politici waarmee zakengedaan kon worden! En hij was graag met ze in zee gegaan. Alleen… Zalms partijgenoten waren op dat moment nog niet zo ver. En als we de oud-bewindsman (zie zijn boek ”De romantische boekhouder”) mogen geloven, gaf zelfs het CDA toen nog de voorkeur aan D66 boven CU en SGP.
Een tweede factor is het veranderde maatschappelijke en politieke klimaat. Abortus en euthanasie, thema’s die destijds voor een scherpe cesuur zorgden tussen Bijbelgetrouwe christenen en seculieren, zíjn momenteel geen grote strijdpunten meer. En hoe erg het op zichzelf ook is dat 90 procent van de bevolking de wet- en regelgeving op deze terreinen steunt; het is evenzeer waar dat deze situatie aan “klein christelijk” nieuwe ruimte biedt om politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.
Relevant zijn in de derde plaats diverse interne veranderingen en verschuivingen bij ChristenUnie en SGP. Zo is er, om niet meer te noemen, bij de staatkundig gereformeerden stap voor stap meer ruimte gekomen voor politieke participatie van vrouwen en is het beeld dat de SGP tegen godsdienstvrijheid zou zijn, aan het kantelen.
Dat zijn ontwikkelingen die door de kopstukken van de grote, seculiere middenpartijen terdege worden gezien. Zóuden er in hun achterban mensen zijn voor wie samenwerking met CU en SGP nog altijd taboe is, dan zullen zij deze volgelingen ongetwijfeld wijzen op de bewegingen die er binnen ”klein christelijk” zijn waar te nemen. En op de constructieve wijze waarop Slob en Van der Staaij zich in de praktische politiek opstellen. „Kijkt u, beste D66- (of PvdA-)stemmer, maar naar het deze week bereikte akkoord.”