Het IMF verwacht dat het tekort van de Nederlandse overheid dit jaar afneemt tot 3 procent en volgend jaar min of meer stabiliseert op 3,2 procent. Vanaf 2015 wordt echter een sterke stijging tot bijna 5 procent voorzien.

Daarmee zou Nederland in 2015 samen met Spanje het grootste tekort in de eurozone hebben. In Spanje neemt het tekort volgens de ramingen vervolgens echter stevig af, terwijl het gat op de Nederlandse begroting volgens de huidige inschattingen nauwelijks daalt. Zo komt het tekort volgens de ramingen in 2018 nog altijd uit op 4,4 procent van het bbp.

De verschillen met de IMF-cijfers zijn volgens een woordvoerder van het ministerie van Financiën te verklaren doordat het IMF maatregelen die het kabinet dit en volgend jaar neemt als eenmalig beschouwt en niet naar de structurele doorrekening ervan heeft gekeken. Het kabinet houdt dan ook vast aan de ramingen van het Centraal Planbureau zoals die op Prinsjesdag bekend werden. Het CPB raamt het begrotingstekort in 2015 op 2,8 procent. De verschillen in IMF- en CPB-berekeningen hebben zich in het verleden ook al eens voorgedaan.

De Nederlandse staatsschuld loopt volgens het IMF de komende jaren verder op, van ruim 75 procent dit jaar tot naar schatting circa 83 procent in 2018. De schuld van bijvoorbeeld Duitsland zakt in die periode volgens het fonds van 80 naar minder dan 70 procent van het bbp. Ook voor Frankrijk en Italië wordt een afname van de schuld voorspeld.

Het IMF baseert zijn ramingen op eigen inschattingen van het huidige beleid.