Centraal Station Rotterdam: Vlaggenschip vol hout en licht (fotoserie)
ROTTERDAM. Wie een poos niet op het Centraal Station van Rotterdam is geweest, kijkt vandaag de dag zijn ogen uit. Het oude, donkere gebouw is veranderd in een uiterst modern vlaggenschip vol hout en licht.
Het belangrijkste of leidende lid van een groep, zo omschrijft de digitale encyclopedie Wikipedia een vlaggenschip. Van de groep stations die momenteel worden vernieuwd, ligt Rotterdam aan kop. „We zijn het laatst begonnen, maar het eerst klaar”, vertelt architect Jan Benthem niet zonder trots. „Hoe dat kan, weet ik niet, maar het is genetisch bepaald: in Rotterdam gaat het gewoon allemaal wat sneller.”
In Den Haag, Amsterdam, Utrecht, Breda en Arnhem zal met enige jaloezie naar het Rotterdamse station worden gekeken. Het gebouw –dat in het voorjaar van 2014 officieel wordt geopend– doet de mond van een reiziger die er lange tijd niet is geweest, openvallen van verbazing. En hij krijgt een zere nek van het omhoogkijken. Dat begint al bij het verlaten van de trein. Boven het perron is een hoge overkapping gekomen. De zon geeft via de 10.000 zonnecellen op het glazen dak een speelse schaduwwerking op de forse balken en steunpilaren.
Waar haastige reizigers vroeger in de gang naar de stationshal nog weleens op elkaar botsten vanwege de volgepakte mensenmassa, is er nu volop ruimte. De gang is zes keer zo breed geworden. Het kunstlicht is voor een groot deel vervangen door zonlicht, dat via het glazen dak de doorgang kan bereiken. Aan beide zijden zijn allerlei winkeltjes, waardoor het missen van een trein niet zo erg meer is.
De stationshal is enorm. Hoog aan de muur hangt een beeldscherm van 40 meter bij 4,5 meter. Er zijn schepen op te zien die op de Maas varen. Het havenbedrijf wil via dit grootste ledscherm van Europa duidelijk maken dat Rotterdam de grootste haven van Europa heeft.
„Zo’n entree moet bij de reiziger verbazing opwekken”, zegt architect Benthem. „Dat moet ook wel, want voor internationale treinreizigers is dit de stad waar ze Nederland binnenkomen.” In de hal is ook goed te zien dat het station een verkeersknooppunt is. Overstappen kan op metro, RandstadRail, tram, bus, taxi, auto of fiets.
Buiten is het opnieuw omhoogkijken, nu naar de enorme punt die het dak van de stationshal heeft. Het meest lijkt hij op de boeg van een schip, van een vlaggenschip misschien wel. Hij verwijst naar de oceaanreuzen die tegenwoordig de Tweede Maasvlakte binnenstomen.
De Rotterdammers hebben allerlei bijnamen voor de punt bedacht. ”Zinksnijert” bijvoorbeeld, zoals een Rotterdammer met een grote neus wordt genoemd. Benthem vindt ”de kapsalon” wel mooi, waarmee een link wordt gelegd tussen de glimmende bekleding van het dak en het glimmende folie van het bakje waarin het typisch Rotterdamse shoarmagerecht wordt geserveerd.
Het nieuwe station kost bijna 300 miljoen euro. Het Rijk betaalde hieraan mee, op voorwaarde dat de gemeente de directe omgeving zou opknappen. Het voorplein voor het station is nog één grote bouwput, omdat Rotterdam er een geheel vernieuwde entree naar de binnenstad aanlegt. Kosten: ruim 450 miljoen euro, inclusief parkeergarage.
In combinatie met het nieuwe station moet dat bedrijven aantrekken en daarmee ook nieuwe Rotterdammers of forenzen. „Zo’n vernieuwd station is iets waarmee je die bedrijven en mensen wel aantrekt”, zegt verantwoordelijk wethouder Baljeu.