De Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op het gebied van militair ambtenarenrecht, bepaalde in maart dat Oud-Dutchbatter Dave Maat recht had op een schadevergoeding. Door een granaatinslag liep Maat een trauma op, dat zich, mede door de gebrekkige nazorg van Defensie, ontwikkelde tot een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Knoops bereikte voor Maat deze zomer overeenstemming met het ministerie van Defensie over een schaderegeling. Daarmee kwam een einde aan 10 jaar juridische strijd.

Volgens de advocaat heeft de uitspraak ook gevolgen voor andere Dutchbatters die een trauma opliepen. In die gevallen moet Defensie aantonen dat de Staat niet is tekortgeschoten in de zorgplicht. Kan Defensie dat niet, dan hebben de militairen eveneens recht op een schadevergoeding.

Dat zou zeker gelden voor 10 militairen van Dutchbat 3, mannen uit dezelfde eenheid of lichting als Maat. „Zij blijken nog steeds in ernstige mate te kampen te hebben met de gevolgen van PTSS, met name ook door het gebrek aan adequate nazorg destijds”, schrijft Knoops. De militairen „hadden de hoop” dat het voor hen tot eenzelfde regeling zou komen als bij Maat. „Maar dat is tot op heden nog niet gebeurd.” Knoops stelt in de brief ook dat de militairen dat onbegrijpelijk vinden. Zonder collectieve regeling, moeten ook deze veteranen mogelijk jaren procederen.

Het is nooit bekendgemaakt hoeveel geld Maat heeft gekregen. Knoops zei eerder dat het om een aanzienlijk bedrag gaat. Een collectieve regeling zou voor Defensie in de miljoenen euro’s kunnen lopen.

Dutchbat was verantwoordelijk voor de verdediging van de moslimenclave Srebrenica. Die viel in juli 1995 toen troepen van de Servische generaal Mladic de enclave onder voet liepen en duizenden Bosnische moslims werden vermoord.