Museum Rotterdam belicht „echte Rotterdammer”
ROTTERDAM (ANP). Museum Rotterdam staat vanaf zaterdag 12 oktober tot en met zondag 16 maart stil bij ‘de echte Rotterdammer’. Dat gebeurt in het voormalig werkplaatsgebouw Las Palmas aan de hand van thema’s als taal, wonen in een bouwput, het sportcluppie en werken. Het is een expositie over clichés, saamhorigheid, maar bovenal veel Rotterdamse trots en het bekende gekanker.
Het museum vroeg op straat meer dan 650 stadsgenoten wat zij nu typisch Rotterdams vinden. Met hun tekst gingen ze op de foto voor een ‘wall of Rotterdamse fame’ bij de expositie. „Dan hoor je al snel typeringen als rauw, authentiek, eerlijk, open en ongepolijst. Maar het meest hoor je toch dat ze direct zijn en harde werkers”, vertelt Rob Noordhoek van het museum.
Het idee voor de tentoonstelling ontstond naar aanleiding van wijkprojecten waar het museum mee bezig is. „We zijn op zoek naar hedendaags erfgoed en daarin kwam de vraag naar boven drijven wat toch zo vormend is voor de identiteit van de Rotterdammer? Daar wilden we in een tentoonstelling eens naar op zoek gaan”, licht projectleidster Nicole van Dijk toe.
Een belangrijk bron van de identiteit is vooral te vinden in de culturele diversiteit; de verschillende migrantengroepen die iedere keer maar weer binnenkomen. Het bekende Rotterdams gekanker op die ‘nieuwe mensen’ is van alle tijden. Zo ook de slechte huisvesting waar deze mensen dan vaak in terechtkomen. Waar Leefbaar Rotterdam nu te hoop loopt tegen de Bulgaren en Roemenen, deden oudere Rotterdammers dat tegen de Brabanders en Turken van weleer.
Genoegelijk blijft vooral het taalgebruik en taalspel dat volgens Van Dijk en Noordhoek ook weer onder invloed van de verschillende bevolkingsgroepen tot stand is gekomen. „De bekende -t achter ik bent, hij/zij bent is gewoon gemak, omdat de taal al moeilijk genoeg was. Dan werd het voor de nieuwkomer al weer een stuk makkelijker”, zegt Noordhoek.
De expositie krijgt behalve door de voorwerpen ook vorm door de gesprekken die er gevoerd gaan worden. Het museum praat tijdens de tentoonstelling met onder anderen taxichauffeurs, kraamzorgmedewerkers, advocaten, architecten en RET-medewerkers om de identiteit van de ‘Rotterdammert’ uit de dagelijkse praktijk vast te stellen.