Economie

Veluwse kalverhouder voert zijn dieren eendenkroos en algen

De boerderij van de toekomst haalt energie en veevoer uit mest. Het stankprobleem is opgelost, het beslag op schaarse grond­stoffen verminderd. Goed voor het milieu, en de buurt profiteert mee. In Uddel is het al (bijna) werke­lijkheid.

4 October 2013 19:48Gewijzigd op 15 November 2020 06:14
Kalverhouder Evert Kroes in Uddel heeft de eerste kringloopstal van Nederland gebouwd. In een kas boven op de schuur kweekt hij eendekroos uit mest. beeld André Dorst
Kalverhouder Evert Kroes in Uddel heeft de eerste kringloopstal van Nederland gebouwd. In een kas boven op de schuur kweekt hij eendekroos uit mest. beeld André Dorst

De familie Kroes bouwde in het Veluwse dorp de eerste kringloopstal van Nederland. Vandaag houdt ze open huis.

De grote stal biedt plaats aan 1600 vleeskalveren, verdeeld over 8 afdelingen. Van verre valt het hoge, lichtdoorlatende dak op. Boven op de stal is namelijk een soort kas gebouwd, waar Kroes in een betonnen bassin eendenkroos kweekt op verdunde kalverurine. Het eiwitrijke kroos gaat in het voer voor de dieren. En dat is niet het enige snufje in deze stal van de toekomst.

Evert Kroes is kalverhouder pur sang. Van rosékalveren, welteverstaan. In tegenstelling tot witvleeskalveren –die hun korte leven lang op poedermelk teren– krijgen zijn dieren stevige kost voorgeschoteld: snijmaïs, graskuil en een zorgvuldig samengestelde mix van onder meer restproducten uit de voedingsmiddelen­industrie, gerst en roggebloem, aangevuld met mineralen en vitaminen. Het menu wordt op de boerderij gemengd.

Het zegt iets over de instelling van de 56-jarige ondernemer: hij houdt het heft graag in eigen handen. Zijn kalveren kiest hij persoonlijk uit bij leveranciers in binnen- en buitenland en als de dieren op gewicht zijn, bepaalt hij naar welke slachterij ze gaan. Waar collega’s vaak aan contracten gebonden zijn, is Kroes vrij man. De drang om zelf het initiatief te nemen, bleek ook toen het gezin –de boerderij is een echt gezinsbedrijf, waar iedereen op zijn tijd de handen uit de mouwen steekt– een jaar of zeven geleden na ging denken over de toekomst. Het bedrijf had op dat moment twee vestigingen, één in Elspeet en één in Uddel. Beide locaties zaten min of meer op slot vanwege nabijgelegen kwetsbare natuurgebieden.

Uitplaatsing van het bedrijf in Elspeet bood kansen. In ruil daarvoor mocht de familie Kroes in Uddel uitbreiden, van pakweg 1800 naar 3600 dieren. Die uitbreiding was noodzakelijk om de investering terug te kunnen verdienen. Voorwaarde was wel dat de nieuwbouw milieuwinst op zou leveren. En daar had Kroes zo zijn eigen ideeën over. „Je merkt dat de weerstand tegen grote bedrijven toeneemt. Dat wilde ik voorkomen door aandacht voor dierenwelzijn, de mensen in de omgeving en de natuur.”

Nuttig

De veehouder dacht na hoe hij mest op een nuttige manier zou kunnen gebruiken. Verder wilde hij de uitstoot van ammoniak en stank terugdringen. Samen met zijn zoons Jan –die fulltime in het bedrijf werkt– en Aart en Kees –die parttime meedraaien– ging Kroes aan de slag. Het werd een jarenlang proces van plannen maken, masseren van provincie en betrokken gemeenten, aan­passen van de plannen en subsidie aanvragen. Vorig jaar begon dan eindelijk de bouw. Veel werk hebben vader en zoons zelf gedaan, en nog steeds is niet alles af. Maar de eerste kalveren zijn begin dit jaar al in de stal gekomen.

Vanaf 2011 kreeg de familie ondersteuning van het Innovatie­Netwerk. Deze denktank is ingesteld door het ministerie van Economische Zaken om „grensverleggende vernieuwingen” voor het bedrijfsleven te ontwikkelen. Het InnovatieNetwerk had al vergevorderde plannen voor een ‘kringloopboerderij’ voor varkens toen Kroes in beeld kwam. Nu is het bedrijf in Uddel het eerste paradepaardje.

Ook de buurt is positief, zegt Kroes. „Eerst waren de mensen best kritisch, omdat ons bedrijf groot is. Maar nu krijgen we alleen nog positieve reacties. Zelfs milieuorganisaties maakten geen bezwaar. Ik denk dat onze opzet dicht bij hun ideaal komt.”

Die opzet draait om hergebruik. „Elke stap dient als grondstof voor de volgende”, verklaart Kroes. Dat begint al met het waterige deel van de mest, die naar het kroosbassin wordt gevoerd. De restvloeistof uit dit bassin wordt weer gebruikt om algen in te kweken. Dat gebeurt in een nog aan te leggen 5 kilometer lang buizenstelsel onder de lichtdoorlatende dakbeplating. Het bedrijf heeft daar al op kleinere schaal ervaring mee opgedaan in een van de oudere stallen. „Kroos en algen nemen CO2 op en produceren zuurstof”, weet Kroes. Jaarlijks verwacht hij 100.000 kilo kroos te kweken en 15.000 kilo algen. Dat levert evenveel eiwit als 10.000 kilo geïmporteerde soja.

Het dikkere deel van de kalver­mest gaat naar een vergistingsinstallatie. Tijdens het fermentatieproces komt biogas vrij, dat weer gebruikt wordt om elektriciteit op te wekken. De stal levert voldoende stroom voor het eigen bedrijf en (via teruglevering aan het net) 200 woningen. De warmte die bij de stroomproductie vrijkomt, brengt het eigen bedrijf met de woning en dat van de buurman –ook een kalver­houder– op temperatuur. Dat komt overeen met de warmte­behoefte van 140 huishoudens.

In de stal zelf is het opvallend fris. „De mest wordt regelmatig onder de roosters weggeschoven, zodat de dieren geen kwalijke gassen inademen. Dat voorkomt longproblemen”, verklaart Kroes. Via een onderdruksysteem wordt verse buitenlucht naar binnen gezogen. Aan de andere kant van de stal wordt de stallucht, die inmiddels is opgewarmd en stof en ammoniak bevat, afgevoerd en door een biologisch filter geblazen. Dat filter, dat zich in de ‘kas‘ bevindt, bestaat uit een 30 centimeter dik bed houtsnippers.

„Ruik eens?” vraagt Kroes als hij bij het biobed staat. Het resultaat van de geurproef is verbluffend. De geur doet denken aan een bos in de herfst. Niks geen stank. „Er zit alleen CO2 in. Dat heeft het kroos weer nodig om te kunnen groeien.”

De bouw van de stal betekende een miljoeneninvestering, ondanks bijdragen uit enkele subsidie­potten. „Nee, we kunnen het nu nog niet rondrekenen, zeker niet bij de lage kalfsvleesprijzen van dit moment”, zegt Kroes. „Maar je doet zoiets met het oog op de toekomst. We proberen de maatschappelijke discussie een stap voor te blijven. Er heersen veel waanideeën over de intensieve veehouderij. Ik vind dat de mensen een eerlijk beeld moeten krijgen van wat er werkelijk in de veehouderij gebeurt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer