Gekeken is naar drie criminele jeugdgroepen die aan het einde van de vorige eeuw zowel lokaal als landelijk zeer negatief in de spotlights stonden vanwege onder meer straatterreur, bedreiging, overvallen en inbraken. Het gaat om bendes uit Amsterdam, Utrecht en Dordrecht.

Een op de drie leden van de beruchte jeugdbendes uit de jaren 90 is inmiddels een zware crimineel. Het leeuwendeel van de jongens was vorig jaar nog steeds crimineel actief. Van de 89 jongens was in 2012 meer dan de helft nog steeds te typeren als kleine (33 procent) of (zeer) grote (35 procent) crimineel. Uit het onderzoek blijkt hoe de leden zich ontwikkelden in een omgeving waarbij criminele families een rol spelen en oudere groepsleden de jonge garde ‘adviseren’ over het vak.

Een belangrijke les is om intimiderend en gewelddadig groepsgedrag al in een vroeg stadium aan te pakken en niet als ‘simpel kwajongensgedrag’ weg te wuiven, zo staat in het rapport. Verder is het belangrijk om bij de aanpak ook de sociale en soms criminele omgeving te betrekken en niet alleen te kijken naar individuele jongeren of de jeugdgroep.