Commentaar: SP terug bij af
Waren ze zinvol, die algemene beschouwingen vorige week? ’t Is maar hoe je het bekijkt. Wie cynisch is, zegt: „Kon dat nu niet anders? In een tijd van zulke grote, wereldwijde crises, slechts conclusies trekken op enkele kleine punten, zoals iets meer of minder bezuinigen op de AIVD? Zijn daar de algemene beschouwingen voor?”
Wie een welwillender uitgangspunt kiest, zegt: „Wat we te zien kregen, viel te verwachten. Grote, openbare debatten zijn niet geschikt om ingewikkelde onderhandelingen te voeren met meerdere partijen tegelijk. Daar heb je achterkamertjes voor nodig. Die achterkamertjes gaan nu, na de algemene beschouwingen, intensief gebruikt worden.”
Wat in elk geval vorige week opviel, was de scherpe cesuur tussen constructieve middenpartijen en populistische flankpartijen. Bij die laatsten deelden zowel PVV als SP en Partij voor de Dieren zich in. Aan een serieus debat met het kabinet hadden ze eigenlijk geen behoefte, gezien het feit dat ze al voor de beraadslaging een motie van wantrouwen indienden of steunden. Dat PVV en SP zich bij minister Dijsselbloem (Financiën) hebben afgemeld voor de vandaag te houden gesprekken, is de logische voortzetting van hun vorige week gekozen lijn.
Enerzijds verbaast de opstelling van deze drie partijen niet. Alle drie hebben ze in hun ideologie en partijgeschiedenis iets extreems en iets anti-Haags. Toch is hun radicale hakken-in-het-zandhouding ook weer niet geheel vanzelfsprekend. Neem de PvdD. Die heeft inmiddels een naam opgebouwd van het boeken van concrete resultaten in het dierenwelzijnsbeleid. Door haar opstelling van vorige week gooit zij de politieke handdoek toch weer in de ring.
Dan de PVV. Die liet door haar gedrag bij de algemene beschouwingen zien dat de korte periode waarin ze min of meer regeringsverantwoordelijkheid droeg, gezien moet worden als hetzij een vergissing, hetzij een atypisch interval, hetzij een episode waarin men de schijn ophield serieus te willen meedenken maar onder het oppervlak gewoon doorging met een politiek van schone handen houden.
Ten slotte de SP. Van de drie nee-zeggers was haar opstelling vorige week nog het opmerkelijkst. Wie de partijgeschiedenis van de socialisten aan zich voorbij laat trekken, ziet immers een duidelijke ontwikkeling van een buitenparlementaire stem-tegen-actiegroep, naar een serieuze democratische partij die beslist bereid is verantwoordelijkheid te dragen. Op het lokale vlak bewees de SP dat al vele malen.
Ook landelijk leek er lange tijd van een eenduidige ontwikkeling sprake. Schreven de media in de vroege zomer van 2012 niet massaal over de mogelijkheid dat Roemer premier zou worden, en probeerde de SP die optie niet nadrukkelijk open te houden? Die ontwikkelingslijn heeft Roemer vorige week –bewust of onnadenkend– ruw doorbroken. Hij bracht zijn partij weer terug bij af. En gaf PvdA-leider Samsom zodoende veel munitie in handen voor een volgende verkiezingscampagne. „Wilt u als linkse kiezer werkelijk invloed uitoefenen? Bent u uit op concrete resultaten en hebt u een hekel aan stuurlui aan de wal? Dan moet u dus geen SP stemmen, maar PvdA.”