Cultuur & boeken

Spotlight: Williams en Van der Meer over de binnenkant van het leven

Stichtelijke, moraliserende romans worden niet gauw serieus genomen in literaire kringen. Maar als iemand in staat is om het bekeringsverhaal opnieuw een plek te geven in de literatuur, is dat Vonne van der Meer.

Enny de Bruijn
30 September 2013 08:46Gewijzigd op 15 November 2020 06:07
Beeld ANP
Beeld ANP

Op de meeste ouderwetse bekeringsgeschiedenissen lijkt het niet erg, het verhaal dat Van der Meer in ”Het smalle pad van de liefde” vertelt. Het gaat over verlies, verdriet, overspel, liefde en geloof, in een heel eigentijdse setting van nette burgermensen –twee bevriende echtparen– die niks met kerk en geloof hebben, maar verder best een goed leven leiden.

Het ene echtpaar heeft een heftige crisis meegemaakt: hun zoontje is omgekomen bij een ongeluk aan het strand, waarover beide ouders zich schuldig voelen. Maar het enige wat ze ná het ongeluk kunnen doen is rouwen, dicht bij elkaar blijven en het leven zo goed mogelijk weer oppakken. Ze verhuizen met hun twee dochtertjes naar Frankrijk om een nieuw begin te maken, en dat lijkt aardig te lukken.

Ze ontmoeten het andere echtpaar –ook met twee kinderen– een paar jaar later, en er ontstaat een hechte vriendschap. Alle zomers brengen beide gezinnen met elkaar door. Het lijkt allemaal heel idyllisch, maar onder die oppervlakte zijn duistere onderstromen aan het werk, die Vonne van der Meer heel subtiel zichtbaar maakt.

Tijdens een van de zomers in Frankrijk worden de man van het ene echtpaar, Floris, en de vrouw van het andere, May, verliefd op elkaar. Er volgt een geheime relatie van een paar weken, behoorlijk sensueel beschreven, die evenwel abrupt eindigt nadat ze samen bijna verongelukt zijn. May ziet ineens het verdriet dat op de bodem van het huwelijk van haar vrienden ligt –het gezamenlijk verloren kind– en beseft dat ze niet aan dat huwelijk mag tornen. De geheime relatie is voorbij.

Als je het verhaal tot zover bekijkt, zie je een mooi scherp getekend plaatje van het kleinmenselijke bestaan: de tragiek, de verveling, de genoegens, de onachtzaamheid, de foute keuzes, het verdriet en de kleine overwinningen waaruit het leven bestaat. Dat is waarom veel lezers zo’n boek willen lezen, waarom bijvoorbeeld de roman ”Stoner” van John Williams deze zomer zijn honderdduizenden versloeg.

Dat laatstgenoemde boek gaat over het leven van een weinig opmerkelijke man, een boerenzoon die gaat studeren en zo een andere wereld ontdekt, docent wordt aan de universiteit, twee vrienden maakt, een boek schrijft, de nodige beroepsnijd, oneerlijkheid en concurrentie ondergaat, een ongelukkig huwelijk en een korte buitenechtelijke relatie heeft, een dochter grootbrengt, ziek wordt en sterft.

Het klinkt weinig verheffend of opmerkelijk. „Maar vergis u niet”, schreef de NRC-recensent, „het is het leven. Niets meer, niets minder.” Vermoedelijk denken veel lezers er zo over: dat verklaart de plotselinge populariteit van dit vergeten meesterwerk, in 1965 verschenen maar nu pas vertaald. De manier waarop het portret van hoofdpersoon William Stoner getekend wordt, in prachtige, precieze taal en met nietsontziende eerlijkheid, is onvergelijkelijk.

Maar tegelijkertijd is het verschil met de roman van Vonne van der Meer hemelsbreed. In ”Stoner” heeft het leven ten diepste geen betekenis: de kunst is om je daarmee te verzoenen, en tegelijkertijd niet te verzuren, maar met liefde en ontferming in het leven te blijven staan. Het is zoals het is, en uiteindelijk doet het er niet toe wat je gepresteerd hebt, je moet er alleen wél in blijven geloven. Dat is een milde en menselijke boodschap. Maar er is geen adres waar je met je teleurstelling en vragen terechtkunt, geen moraal buiten jezelf waarnaar je je richten kunt. Daarom blijf ik als lezer uitermate verdrietig achter, in het besef van een enorm menselijk tekort.

Dat is het punt waarop Vonne van der Meer een stap verdergaat. Niet voor niets heet haar roman ”Het smalle pad van de liefde”: het leven is geen accepteren van het onvermijdelijke, met stille wanhoop of waardig realisme, maar een weg om te gaan. En het maakt wel degelijk uit of je op de brede weg of het smalle pad loopt.

Er valt best iets op het boek van Van der Meer aan te merken. De theologie en symboliek zijn wat te rooms gekleurd voor een protestantse smaak, en de passages die de boodschap van het verhaal duidelijk moeten maken zijn net wat minder onderkoeld, ingetogen en subtiel. De schrijfster wil te graag uitvoerig en expliciet voor een ongelovig publiek uitleggen wat geloven precies is, en introduceert daartoe zelfs een spirituele gids –de non Heleen– die inspirerende lectuur aanreikt, waaruit flink geciteerd wordt.

Maar de manier waarop ze beschrijft hoe het geloofsproces bij May fluisterend begint, is sterk. Een van de kinderen, Dédé, wil in de tuin een kapel bouwen als herinnering aan haar overleden broertje. De kinderen zijn er dagen druk mee, en de vier ouders komen kijken als de kapel geopend wordt. Dédé herinnert zich de kerk van haar overgrootmoeder en heeft dus kaarsen neergezet, een kruis, een portret van haar broertje. Maar niemand in het gezelschap weet hoe het verdergaat, niemand weet iets te zeggen, niemand kent een gebed dat opgezegd kan worden, en met z’n allen voelen ze een gebrek, een leegte.

Uiteindelijk is het dat moment dat ervoor zorgt dat hoofdpersoon May op zoek gaat naar iemand die haar een gebed kan leren: het Onze Vader. Dat zegt ze voortaan elke avond op, aanvankelijk zonder goed te begrijpen wat het betekent, en zonder te beseffen dat het haar langzaam verandert. Ze leert wat het betekent om een offer te brengen omdat je van iemand houdt, ze leert ook om te vergeven wat iemand je aangedaan heeft. Het is allemaal heel alledaags en onopmerkelijk, maar tegelijkertijd levensveranderend.

Dat is waar dit boek over gaat. De generatie die zich afzette tegen bekeringsverhalen is voorbij, de tijd is rijp voor een opnieuw voorzichtig verkennen van de onzichtbare dimensies van de werkelijkheid.


”Het smalle pad van de liefde”, Vonne van der Meer; uitg. Atlas Contact, Amsterdam, 2013; ISBN 978 90 254 4123 4; 224 blz.; € 19,95;
”Stoner”, John Williams; uitg. Lebowski, Amsterdam, 2013; ISBN 978 90 488 1383 4; 320 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer